Bevallingsverhaal van Thor

| ,

Lees hieronder het eerste deel.

Bevallingsverhaal: Griet mag haar gynaecoloog totaal niet

We krijgen een bevallingskamer toegewezen, met een bad

Heerlijk. Verloskundige Patty zei al dat een warm bad me goed zou doen, maar er is geen warm water. Niet leuk. Net nu. Dus vang ik de weeën verder op in en rond het bed. Yves en Patty masseren mijn onderrug. Wow, de weeën doen écht pijn, maar ons kindje is onderweg. Rond 8u30 is er warm water en wordt het bad gevuld. Ik heb zo verlangd om omringd te worden door dat warme water en ik ga te snel zitten. Splash! Het water gutst uit het bad. Iedereen om me heen gaat dweilen, terwijl ik de weeën verder opvang in het bad. Die komen nu nog feller. Ademen en puffen.

Rond 9u30 heb ik nog steeds vijf cm ontsluiting, geen verandering dus

En dat na 4 uur hard zwoegen. Ik word overmand door verdriet. Ik wil eigenlijk geen ruggenprik, want dan voel ik niets meer, kan ik misschien niet meer meewerken en laat ik onze zoon in de steek. Patty en Yves overtuigen me van het tegendeel. Het vlot niet en het is echt goed om nu een ruggenprik te nemen. Ik voel ook dat het allemaal erg zwaar wordt. De verdoving zorgt voor opluchting, stilte en rust. Ik bespreek met Yves onze geboorteboekjes, want die zijn nog niet aangekomen.

Rond 11u zit ik al op 7 cm ontsluiting

De uren gaan voorbij en ons kindje blijft lekker zitten. Rond de middag dut ik zelfs even in. Er is een probleem met mijn bloed. Ik ben positief en Yves negatief. Ik zou antistoffen aangemaakt hebben. Mijn bloed is ter controle op weg naar Antwerpen. Wat er precies aan de hand is, begrijp ik niet, maar na een tijdje krijgen we te horen dat alles goed is. De ruggenprik wordt vervangen. “Zal het nog lang duren?”, vraag ik me af. Ik vang de weeën op, maar ik voel amper iets. En plotseling vindt de monitor zijn hartslag niet meer. Of toch, daar is het! weer. De monitor valt een paar keer uit. Er wordt een zuurstofmasker op mijn mond gezet. Ik word bang. “Alles is toch oké?”, vraag ik me af.

Ik barst in tranen uit en vraag aan Patty of alles goed komt

Ik ben bang. Het duurt nu wel al heel lang en er lijkt zoveel mis te lopen. Patty zegt dat het goed is. De baby heeft alleen wat extra zuurstof nodig. Hij is nog niet diep genoeg ingedaald. “We wachten op je, kleine schat”, denk ik. Het wordt allemaal wel spannend. We zijn nu al meer dan twaalf uur bezig. Ik blijf ongerust en wat triest. “Komt het écht allemaal wel goed?”, vraag ik me af. Ik pers mee bij elke wee die op de monitor verschijnt en probeer hem in gedachten dieper naar beneden te krijgen. Het is echt niet prettig om niets meer te voelen. Dan komt de gynaecoloog erbij. Het hoofdje is scheef ingedaald in mijn bekken. De arts zal over een uurtje terug komen, na een keizersnede en hij hoopt dat de baby dan verder ingedaald is.

Ik krijg weeënopwekkers

Ik pers volop mee en hoop dat hij indaalt. Na anderhalf uur komt de arts terug. Het is 16u20 en hij heeft de kinderarts erbij gehaald. Zo staat de kamer al behoorlijk vol. Wij, verloskundige Patty, die nu jammer genoeg een stapje achteruit moet zetten, twee verloskundigen van het ziekenhuis (of waren het er drie?), de gynaecoloog en de kinderarts. Iedereen is rustig, dat voelt fijn en toch is de spanning voelbaar, tastbaar in de lucht. “Nu moet je komen, nu moet het gebeuren, zoon, anders ben je écht te lang onderweg”, denk ik.

Er wordt gevraagd om hevig mee te persen bij elke wee

Adem inhouden, kin op de borst, ellebogen naar buiten en persen. Wat vervelend om zomaar te persen zonder persdrang te voelen. Brrrrr, ik pers, duw, de verloskundigen duwen met heel hun gewicht mee op mijn buik. Dat is erg vervelend. De arts zet de zuignap op het hoofdje. Die springt er vanaf. “KLAK!”, ik hoor het geluid nog. Bij een tweede poging springt de zuignap er weer af. Twee koude klemmen worden er rond het hoofdje gezet. Dit is niet fijn, maar hij móet nu ter wereld komen. Dan wachten we op de volgende wee, die ik zelf amper voel. De verloskundige attendeert mij op de wee en ik pers met volle kracht mee. Zijn hoofdje wordt geboren. Ik voel zijn hoofd aan de binnenkant van mijn benen. Achteraf vertelt de gynaecoloog me dat er een hyperflexie van mijn benen werd gedaan om meer ruimte te creëren in mijn bekken, daardoor kon ik zijn hoofdje voelen. De arts helpt nog wat mee, wantzijn linkerschoudertje blijft steken onder mijn schaambeen. Nog eens persen en daar is hij!

Hij wordt meteen aan de kinderarts doorgegeven

Ik zie hem niet, maar hoor hem plotseling huilen. Gelukkig! Dan zie ik alleen zijn voetjes spartelen op het verzorgingskussen. De tranen rollen over mijn wangen. “Oh, geef ons kindje. Ik wil hem zien. Ik wil hem zo graag vasthouden!”, denk ik. Ik zie de kindetarts naar Thor lachen. Het geeft me een prettig gevoel. Ik zie hem van ver op het verzorgingskussen liggen. Ik wil onze zoon zo graag bij me, ik wil hem vasthouden, aanraken, ruiken.

“Hoe heet hij?”, vraagt de gynaecoloog

”Thor de Keyser”, zegt de kersverse papa. “Met zo een naam, moet dat wel een flinke jongen zijn!”, zegt hij. Hij is 52 cm en weegt 3,81 kg. Hij is een sterke jongen. Yves, ook zo onder de indruk, gaat even kijken. Patty neemt foto’s en laat ze aan mij zien. Na de opmeting van de Apgar-score, vijf of tien minuten die echt zoveel langer lijken te duren, krijg ik onze zoon in mijn armen. Eindelijk kan ik hem bewonderen. Wow! Dit is niet onder woorden te brengen, onze eerste ontmoeting. Het is een gevoel dat niet valt te beschrijven: verwondering, tranen, vreugde, heerlijk, warm. Hij maakt ons zo gelukkig, kleine Thor, sterke man.

Daar ligt hij, huilend en snikkend op mijn borst

Zijn hoofdje heeft zo’n pijn gedaan. Het heeft allemaal bulten en deuken van de zuignap. “Och, mijn kleintje toch”, denk ik. Ik kan maar niet stoppen te zeggen wat een sterke jongen hij is. Ik wil hem graag aan mijn borst leggen, maar daar heeft hij geen zin in. De bevalling is te zwaar geweest. Hij huilt en snikt nog na van de geboortepijnen. Ik leg mijn armen veilig om hem heen, ons zoontje. We waren zo lang al zo nieuwsgierig om hem te ontmoeten, om zijn kleine snoetje te zien en vandaag is het dan eindelijk zover. Hij is prachtig. Na een uurtje snikt hij nog na. De verloskundige van het ziekenhuis zegt dat hij beter even in de couveuse kan gaan liggen om tot rust te komen, lekker warm en met wat extra zuurstof. Oké dan. Daar gaat hij. Eigenlijk wilden we graag poliklinisch bevallen, maar we zullen toch een nachtje moeten blijven. Yves gaat de kamer gauw regelen. De verloskundige loopt weg met Thor. Patty gaat ook eventjes de gang op en daar lig ik. Helemaal alleen in de bevallingskamer. Leeg, overdonderd en verdrietig, maar toch ook zo gelukkig dat alles in orde is.

Ik neem een douche, Yves en Patty helpen me een handje

Ik ga in een rolstoel naar mijn kamer. Daarna gaan we meteen naar de couveuse waar Thor ligt. Ik dacht dat hij daar maar even zou moeten liggen, maar ze vertellen ons dat hij er de hele nacht moet blijven. Dat ook nog. Daar word ik zo verdrietig van. Ik wil hem nu zo graag zo dicht bij mij, in onze armen. Ik huil aan de couveuse. Hij ligt vast aan draadjes met een hemdje van het ziekenhuis. Ik blijf maar huilen. Patty overtuigt me dat dit het beste is voor Thor. Er staat een mama aan het bedje van haar kind en even denk ik dat haar zoon of dochter daar vast al veel langer ligt. Toch komt mijn verdriet van zo diep. Het is een prachtige dag, maar ik huil grote regenbuien. Ik heb er zo lang naar verlangd om hem dicht tegen me aan te kunnen leggen en nu moet hij in die couveuse blijven.

We bellen allebei onze familie op om hen het nieuws te vertellen

Ik ben heel blij om mijn eigen moeder te zien. Ze zegt me dat ze al bang was voor een zware bevalling. Zij en ook mijn zus hadden beiden een zware bevalling bij hun eerste kind en blijkbaar zou dat wel wat erfelijk zijn. Ik wil onze zoon nu wel eens vasthouden. Om 22u30 leg ik hem voor de eerste keer aan de borst. Heerlijk! Hij zuigt rustig, het gaat goed. We genieten samen. Ik wil echt niet alleen zijn in de kamer, dus Yves blijft slapen. We gaan op de kamer de datum stempelen op de geboortekaartjes. 9 april 2010 is nu zijn dag. Hierna willen we nog eens naar Thor gaan kijken. Hij ligt hard te huilen in de couveuse met een verpleegkundige naast hem. Mijn hart bloedt. Verdorie toch! Ik neem hem meteen in mijn armen en vraag de verpleegkundige om me het meteen te weten als hij zo over zijn toeren is.

Thor wordt meteen rustig in mijn armen

Wat een machtig overweldigend gevoel. Ik vraag of ik hem echt niet mag meenemen naar mijn kamer. Uiteraard mag ze dat niet toestaan. Ik geniet ervan hem dicht bij mij te hebben. Ik blijf tot 1u bij hem, tot zijn gesnik vermindert. De verpleegkundige zal hem rond 2u naar mijn kamer brengen om te drinken. Ik leg hem wakker in de couveuse. Hij huilt niet meer. Wat voelt het raar om hem daar zo achter te laten. Ik ga naar de kamer om een uurtje te slapen. Yves slaapt al. Om 1u45 is Thor er al. De verpleegkundige zegt dat hij daar maar wakker bleef liggen, dus heeft ze hem eerder gebracht. Joepie, mama is blij.

Ik leg hem aan de borst en neem een paar fotootjes

Wat ben ik gelukkig en trots. Ik ben helemaal niet moe, maar samen vallen we toch in slaap. Lekker warm. Om 4u15 komt de verpleegkundige op de kamerdeur kloppen. ”Oei, ik dacht dat je zou bellen als je klaar was met voeden?”, zegt ze. ”Euh…Nee… We zijn in slaap gevallen.”, antwoord ik.  Thor gaat terug naar de couveuse. Ik ben al wat rustiger en slaap twee uurtjes.

Om 6u30 komt hij weer drinken

Zijn eerste echte dag begint. Wij hopen dat we vandaag naar huis mogen. De gynaecoloog en de kinderarts moeten nog langskomen. Er moet een goede reden zijn om hier te blijven. In de couveuse slaapt hij niet, maar huilt hij. Bij mij is hij rustig en slaapt hij wel. Ik vermoed dat hij nu genoeg zuurstof heeft gehad en zijn hoofdje ziet er na een wasbeurt al behoorlijk beter uit dan gisteren. Het bloed en de builtjes hebben plaats gemaakt voor zachte blonde haartjes. Zo knap. Ik kan hem nu eindelijk onze kleertjes aantrekken. De kinderarts komt langs. Hij vertelt dat Thor 24 uur in de couveuse moet blijven. Door de zuignap en de verlostangen kunnen er inwendige bloedingen ontstaan, maar na een positieve controle mogen we naar huis. Joepie! Thor heeft er knap voor gezorgd dat zijn hoofdje er al stukken beter uitziet. Nu wachten we nog op de gynaecoloog. Hij stapt de kamer binnen en zegt: “Jij ziet er goed uit, net of er niets is gebeurd!”. Sterke Thor én sterke mama dus. Nog wat papieren invullen, medicatie voorschrijven en wij mogen naar huis!

Het is heerlijk om met hem thuis te komen. We zijn zo diep gelukkig met hem, lieve Thor. Ons liefdeskind, groot wonder, zo bijzonder! Welkom!

GRIET

1 gedachte over “Bevallingsverhaal van Thor”

Plaats een reactie