Dana schrijft een reeks op Kids en Kurken. Dit is deel 1.
“Grote avonturen beginnen klein”. Dat is de tekst die op het geboortekaartje stond van onze dochter Nova, geboren op 29 juli 2020. Toen nooit gedacht dat ons avontuur zo groot zou beginnen, terwijl Nova nog zo klein was.
Mijn zwangerschap verliep rustig
Ik had een hele fijne zwangerschap met weinig kwaaltjes. En door de lockdown vooral een hele rustige zwangerschap. De bevalling was pittig, maar ging goed. Na 21 uur werd Nova geboren. Oprecht het mooiste moment uit mijn leven! Een fijne kraamtijd volgde met veel aanmodderen en alles ontdekken over het ouderschap.
Nova haar oogjes stonden raar
Toen Nova bijna twee maanden oud was, keek ze met haar oogjes wat raar. Af en toe flikkerde ze. Ik belde naar het consultatiebureau en vertelde mijn bevindingen. De week erop had ik al een afspraak staan, dus we besloten er bij de afspraak extra aandacht aan te geven. Eenmaal daar werd Nova onderzocht. De medewerkster van het consultatiebureau wilde me doorverwijzen naar de kinderarts. Ze vertelde er niet bij waarom en wat ze had gezien. Ik vroeg er eigenlijk ook niet naar. Ik dacht: “Als het ernstig is of als ze zich zorgen maakt, dan zal ik dat wel direct horen.”
De arts wilde een echo maken van Nova haar hoofdje
Ik werd na enkele dagen gebeld door de kinderarts met de vraag of ik diezelfde dag nog langs wilde komen. Prima geen probleem. Ik dacht alleen maar: “Wat fijn dat ik gelijk terecht kan.” Eenmaal bij de kinderarts volgde er een uitgebreid gesprek met wat onderzoeken en vooral lang wachten. Dat lange wachten vond ik zo vreemd. “Zijn ze ons misschien vergeten? Wat kan er nou aan de hand zijn?”, vroeg ik me af. Na bijna anderhalf uur kwam de arts terug en zei dat ze een echo wilde laten maken van Nova haar hoofdje. Ik schrok. “Wat vermoeden ze?” Eenmaal daar in de wachtkamer werd Nova onrustig. Het was tijd voor haar voeding. Ik gaf borstvoeding en ik zat in de wachtkamer voor de echo. Dit werd de eerste keer dat ik borstvoeding gaf in het openbaar. Een ongemakkelijk moment voor mij, wat mij ook afleidde van de situatie.
Een waterhoofd
Na de echo stond er al snel een neuroloog op me te wachten. Met een ernstig gezicht vertelde hij mij dat Nova een waterhoofd heeft. En dat ze een spoed MRI wilden maken om erachter te komen waar dat waterhoofd vandaan kwam. Ook gaf hij aan dat ik direct mijn man moest bellen. Deze onderzoeken moest ik namelijk niet alleen doen. Op dat moment schoot ik in paniek. “Waterhoofd? Wat houdt dat in?” Ik had geen tijd om er veel over na te denken want we werden al begeleid naar de MRI. Ik moest samen met Nova eronder. Nova kreeg een enorme koptelefoon op en ze huilde. Ik probeerde haar onder de MRI te troosten, maar dat lukte niet. Logisch ook, het geluid van de MRI ging door merg en been.
Nova moest direct naar het Sophia kinderziekenhuis
Na de MRI kreeg Nova een kamer waarna ook Ruben snel binnen kwam. Ze willen Nova overbrengen naar het Sophia kinderziekenhuis in Rotterdam. “Sophia? Dat is toch voor hele zieke kinderen? Waarom moet Nova daarheen?”. Dat waren de eerste gedachten die ik had. De ambulance broeders en de kinderarts namen Nova mee. Ze adviseerden ons om eerst langs huis te gaan om wat spullen te pakken. “Het is geen spoedrit”, zeiden ze. Nova lag in de maxi-cosi lekker te slapen, gelukkig ging alles langs haar heen.
Op de parkeerplaats van het ziekenhuis zagen we de ambulance met Nova erin wegrijden
Dit was zo’n onwerkelijk moment. In het Sofia lag Nova op de medium care. Inmiddels was het al avond en op advies regelde Ruben een kamer in het Ronald McDonald huis. Om 22.00 uur kwamen er vier artsen aangelopen en werden we begeleid naar een andere kamer. Op dat moment kreeg ik enorme buikpijn en de rillingen liepen door mijn hele lichaam. Eigenlijk wilde ik die kamer helemaal niet in, maar het moest.
Uit de MRI kwam een hersentumor
We gingen zitten en meteen vertelde de arts dat ze op de MRI een hersentumor hadden gezien. Deze zat onderaan haar hersenstam doorlopend naar haar ruggengraad. Het was een zeer complexe plek en ze wilden de dag erna nog een MRI onder narcose maken voor een beter beeld. Het was toen stil. Oorverdovend stil. Ik zag in mijn ooghoek dat Ruben zijn ogen vulden met tranen. Hij vroeg om een moment voor onszelf, die kregen we. Ik kon niks uitbrengen. Ik voelde me volledig verdoofd. De grond zakte onder mij vandaan. Deze hele dag voelde het al alsof ik van een berg was gevallen, in een eindeloze diepe val. Toen we samen waren, keken we elkaar aan. Onze blikken zeiden genoeg. We voelden angst, verdriet en paniek. We omhelsden elkaar en het eerste wat ik zei was: “Dit kunnen wij”.
Lees HIER het vervolg.
DANA