Voor een keizersnede staat een opname van twee tot zes nachten in het ziekenhuis. Ik heb de “mazzel” dat mijn herstel zo vlot gaat, dat ik word ontslagen na twee nachten. Er is een chronisch personeelstekort, dus ik hou een bed bezet voor iemand anders die het meer (fysiek) nodig heeft dan ik. We kunnen verblijven in het Ronald McDonald huis, dat is 300 meter achter het VU. Wanneer we ons ziekenhuisontbijtje krijgen (rond 8 uur) horen we dat het geen haast heeft hoe laat we “uitchecken”, maar eigenlijk wel voor 10 uur. Oké, dat wordt wel een uitdaging. Ik kan natuurlijk nergens mee helpen (want ik ben net geopereerd), dus Farley moet alles doen: Een borstkolf regelen, de tassen inpakken, alle spullen verhuizen, de auto verplaatsen en mij in rolstoel naar het Ronald McDonald huis duwen. Hulp van buitenaf kan niet vanwege Corona en het is ook nog eens 34 graden buiten.
Zodra we (Farley dus) de kamer zo goed als leeg hebben gehaald, gaan we nog even naar Nola. Ze heeft namelijk rond 11 uur een EEG-scan staan om te zien wat haar hersenactiviteit is op dat moment (nog niet de MRI). Vlak voor we uit het ziekenhuis vertrekken, kolven we nog een laatste keer in de kamer waar we lagen en die ondertussen al schoon is gemaakt en leeg is gehaald. Ik krijg bijna een staande ovatie van de zorgmedewerkers over de hoeveelheid. Super lief, zij proberen ook alles aan te grijpen om ons maar iets beter te laten voelen.
En dan staan we voor de ingang van het Ronald McDonald huis. Dat valt me zwaar en de emoties overvallen me. Wat een slechte droom. Ik had nooit gedacht hier ooit een voet binnen te zetten. Ik mag nog geen trappen lopen, dus daar zit ik, 31 jaar, op de traplift naar onze kamer. Wat fantastisch dat zoiets bestaat! Het draait volledig op vrijwilligers en echt, vergeleken met het ziekenhuis voelt het toch meer als “thuis”. We maken een dagschema om te proberen een beetje ritme aan te brengen. Kolven, ontbijt, naar Nola*, kolven, lunch, naar Nola*, kolven, avondeten, kolven, naar Nola*, kolven, slapen, kolven, slapen en repeat… Drie keer naar Nola*, dat wordt ons streven.
De eerste ochtend word ik ’s ochtends wakker met een enorm onrustig gevoel. Ik moet iets. Mijn lichaam schreeuwt dat ik voor mijn kind moet zorgen, alleen zij is er niet. Ik weet niet waar ik het zoeken moet en maak Farley wakker zodat we ons schema kunnen volgen. Hij wil zich omdraaien. Waar is de noodzaak als je geen baby hebt die huilt of je echt nodig heeft? Ik snap het wel, alleen zijn mijn hormonen sterker. Ik schop hem uit bed zodat hij mij kan helpen met kolven. Dat doen we tot nu toe braaf elke keer met zijn tweeën, omdat dat het enige is dat we kunnen doen.
In ons “hotel” maak ik die ochtend, eigenwijs als ik ben, ons ontbijtje. Eigenlijk mag ik dat fysiek nog niet doen, maar ik wil iets doen om me een beetje normaal te voelen. We maken ons klaar om weer naar Nola te gaan. Wat een wereldreis!
-
Met de traplift naar beneden,
-
Met de rolstoellift bij de voordeur op straat (want ook daar zijn trappetjes),
-
Farley duwt mij met roelstoel naar het VU,
-
Aanmelden bij de receptie voor een bezoekers bandje (want Corona),
-
Met de lift naar de achtste verdieping en daar nog kilometers gang door, want de NICU afdeling zit ergens verstopt in een hoekje.
Familie en vrienden vragen goedbedoeld of we wel op elk moment bij haar kunnen zijn. Dan zegt de maatschappelijk werker dat het ook goed is om misschien eens een wandeling te maken bij de Bosbaan, omdat het zulk mooi weer is. De NICU-verpleegkundigen vragen hoe laat we weer bij Nola langs komen. De kraamverzorgsters zeggen dat ik meer rust voor mij zelf moet pakken. Hoé dan? Ik voel me gebroken, schuldig en heb niet het gevoel dat ik het goed kan doen.
Ik denk dat het ons zeker een half uur kost aan enkele reis om bij Nola te komen. Dan zijn we meestal wel een uur tot anderhalf bij haar en dan weer een half uur terug. Oké drie keer per dag is misschien wat ambitieus. Maar ja, ik voel me ook schuldig als we niet gaan. Dus daar gaan we weer, op naar Nola. De uitslag van de EEG? Die laat nog weinig activiteit zien. Máár, dat zou ook kunnen komen door alle medicatie die nog in haar lichaam zit. Het zegt dus nog niks en we moeten nog steeds afwachten hoe ze het doet tijdens het opwarmen en de MRI afwachten. Categorie; het kan vriezen, het kan dooien. Maar liever hadden ze wel al iéts meer activiteit gezien…
MEIKE
Hoi Meike, het is me niet duidelijk waar ik jouw verhaal kan lezen. Dit fragment is identiek aan wat wij hebben meegemaakt naar de geboorte van onze zoon. Ik hoor het graag! Groet!