Meike vertelt in een minireeks over haar zwangerschap en bevalling van Nola*. Direct na de geboorte komt prachtige Nola te overlijden. Lees hier haar vorige delen voordat je hieronder verder leest.
“We zijn op weg naar het ziekenhuis, dus het komt goed”, blijf ik maar herhalen in mijn hoofd. De weeën worden ondertussen regelmatiger. Eppo zegt op een gegeven moment zelfs: “Ze komen nu wel echt om de 3 minuten, maar je kan ze heel goed opvangen”. Dat van die 3 minuten kan ik totaal niet plaatsen, want het voelt voor mij alsof er 10 minuten tussen zit. Zo traag gaat de tijd. Daarbij doe ik mijn ogen even dicht, haal ik twee keer diep adem, in en uit en dan gaat het wel. “Is dit dan een wee? Doet het zo weinig pijn?”, gaat er soor m’n hoofd. Ik kan niet geloven dat dit echt het gevoel is van een bevalling. Het klopt niet. Ik zou meer pijn moeten voelen. Ondertussen voel ik ook een druk ontstaan bij mijn billen. Ik denk nog: “Krijg ik dan al persdrang? Zou ik al volledige ontsluiting hebben?”
Ik denk na over het feit dat het misschien een keizersnee wordt. Daar hebben ze me thuis al op voorbereid en in de ambulance is er alvast een infuus aangebracht voor het geval ze me snel onder narcose moeten brengen. Ik denk nog: “Ze zullen vast eerst kijken of ik al ontsluiting heb en misschien kan ik wel gewoon gelijk al persen!” Er zijn in mijn omgeving de laatste tijd wel meer vrouwen bevallen in een recordtijd.
De ambulancebroeders zijn nog nooit in Utrecht (Antonius) geweest. We moeten zoeken waar de ingang is en eerst rijden we verkeerd de parkeerplaats op. Bij aankomst denk ik alleen maar: “We zijn in het ziekenhuis. Nu komt het goed!” Zodra we de OK binnenkomen, voor mijn gevoel een soort stalen garagebox, zijn er alleen maar blauwe pakken en mondkapjes. Heel gek, want je ziet alleen maar ogen. Eén paar ogen herken ik de hele tijd en ik denk alleen maar: “Wat heeft zij een lieve ogen!“ Haar naam is Emma. Iemand zegt tegen me: “De kinderarts staat ook klaar, voor het geval dat het nodig is”. Ik denk op dat moment direct: “De kinderarts?! Waarom zou dat nodig zijn?! Ze wordt nu toch gewoon (gezond) geboren?!” Ik lig nog steeds op mijn linkerzij. Er komt direct iemand aan met een doppler. Er wordt spul op mijn buik gesmeerd en er wordt gelijk naar de hartslag van Nola gezocht. Dat duurt wel echt heel erg lang… Ik voel dat ook de paniek bij mij begint te komen. Ik kan me niet herinneren of ze op dat moment überhaupt nog een hartslag hebben gevonden.
Ze tillen mij met laken en al van de brancard op de operatietafel. Ze zijn eerst nog een beetje aan het hannessen dus ik stel nog voor: ‘Zal ik anders zelf even opschuiven naar de operatietafel? Ik ben nog hartstikke mobiel…’ Maar nee, ze tillen me toch zo over, want ik ben niet zo zwaar. Vervolgens zegt iemand: ‘We gaan je buik insmeren met Jodium. Vind je het goed dat ik je broek iets naar beneden doe’? Ik ben verbaasd. “Als ik ga bevallen dan moet die broek toch uit?!”, stel ik voor. De ander antwoordt: ‘Ja dat kan, als je dat niet erg vindt’ Ik vind dit zoiets vreemds. Ik snap er niets van. Ik ga bevallen! Bevallen is naakt toch?! Hop, uit die broek!
Daar lig ik dan, op een koude tafel. Een half uur ervoor was ik nog thuis en slechts enkele minuten geleden nog in de ambulance. De paniek slaat compleet toe. Ik begin te rillen, klappertanden en ineens heb ik mezelf niet meer onder controle. Het enige wat ik denk is: “Ze moeten me nu platspuiten, want anders gaat het niet goed”. En toen was ik weg…
MEIKE