Deel 1: Onze baby was te klein, ik had een naar voorgevoel
In de auto zei ik nog: “Laat ze het er maar uithalen. Ik kan niet meer en wil eigenlijk ook niet meer”. Dus bij de uitslag van de suikertest en schildklier, die overigens goed waren, sprak ik letterlijk uit: “Ik ben zo bang dat de ze dood gaat in mij buik. Ik voel mij echt niet goed!”. “Ga maar liggen dan gaan we gelijk even kijken”, werd er weer door een andere gynaecoloog gezegd (zo gaat dat blijkbaar…. Je hebt steeds weer een ander waarbij je op controle komt). Op het beeldscherm zagen we een bewegelijke dame met hartslag. “Kijk, niets aan de hand. Het gaat goed met jullie actieve dame. Als we ook maar iets van indicatie hebben dat het niet goed gaat of je baby in gevaar is, nemen we je op, maar daar ziet het nu echt niet naar uit”. Voor het eerst waren we gerustgesteld. We kregen letterlijk en figuurlijk weer wat lucht. Het beklemmende, drukkende gevoel wat ons in de greep had, nam iets af. Tot die donderdag 21 februari in diezelfde week nog.
Ik voelde haar niet bewegen in de ochtend
Ik stond die morgen op en zou naar een vriendin gaan met Cas. Ik voelde haar rond 7:00 uur normaal gesproken bewegen. Die ochtend voelde ik haar niet ’s morgens. Ik werd onrustig, maar ik was immers druk met spullen pakken en drukte dat gevoel weg. ’s Middags bracht ik Cas naar mijn moeder, want ik ging naar mijn diplomauitreiking. Het eerste wat mijn docent vroeg: “Hoe gaat het nu met jullie kinderen?”. “Nou met Cas goed maar met deze”, en ik wees nog naar mijn buik, “wat minder”. Kort vertelde ik haar het verhaal. Eindelijk had ik na al die jaren mijn diploma in handen. Toch kreeg ik het gevoel van 100% blijdschap niet. De onrust bleef maar in mijn lijf. ’s Avonds bracht ik Cas naar bed en ging zelf ook liggen. De paniek kon ik nu niet meer weghouden. Ik had haar de hele dag niet gevoeld. Ik ging op mijn linker zij liggen, drukte op mijn buik, ik rolde heen en weer. Ergens werd ik een soort van nijdig. “Kom op nou, dame! Laat eens van je horen”, dacht ik. Die nacht hebben we weer geen oog dicht gedaan. We twijfelden nog om te bellen naar het WKZ, maar nu weerhield iets mij. “Ze zal wel slapen”, dacht ik. We besloten de volgende ochtend te bellen als ik haar nog niet had gevoeld.
Nog steeds geen enkele beweging gevoeld
De morgen van 22 februari 2019 brak aan. Ik belde direct het WKZ, want ik had nog geen beweging gevoeld. Aan de telefoon zei ik nog: “Misschien bel ik voor niets, maar ik ben er niet gerust op.”. Iets voor half 8 zaten we al in de auto en we zeiden nog tegen elkaar dat we het maar beter even konden laten checken. Deze mindfuck moest ophouden. De onzekerheid en angst was ons echt teveel nu. Dit keer konden we ons melden op de verlosafdeling. We moesten even plaats nemen in een zitje dat zich bevond tussen de verlosafdeling en de neonatale afdeling. Mijn blik viel direct op de neonatologie en ik kreeg gelijk de gedachte dat we daar vandaag wel eens terecht zouden kunnen komen. Na een dikke tien minuten die uren leken te duren, werden we opgehaald door Barbara. Zij nam ons weer mee naar beneden waar ik direct kon gaan liggen voor een echo. Mijn man nam onbewust-bewust plaats op een stoel waar hij het echoscherm niet kon zien. Barbara vroeg hem erbij, zodat hij het wel zou kunnen zien. Ik voelde de gel zich verspreiden en zag onrust in de blikken van mijn man en Barbara. Toen kwamen na een minuut de woorden van Barbara: “Ik kan geen hartslag meer vinden”. Deze ene zin had de hele toekomst die we voor ogen hadden weggemaaid. Ik krijste het uit van ongeloof, verdriet en pijn! Ik smeekte Barbara dat zij mijn meisje moest redden. Ze moest mij helpen. Maar ze kon niets meer. Mijn meisje, mijn kleine meisje was ons allemaal ontglipt.
De wereld hield op met draaien
Dit was de start van een enorme rollercoaster. Nu echt letterlijk verslagen gingen wij naar huis. De wereld leek plots stil te staan. Er volgende een week van wachten, wachten tot ik kon worden ingeleid. Omringd door onze naasten zijn wij deze vreselijk week doorgekomen. Ik wilde namelijk veel eerder bevallen, want ik voelde mij met de dag zwakker worden. Daarnaast voelde het voor mij zo onnatuurlijk om een levenloos kindje in mijn buik te houden. In het WKZ werd ons verteld dat ze één stilgeboorte per dag doen. Op maandag en dinsdag stonden er al bevallingen gepland, dus voor mij was er pas plek op woensdag.
De stilgeboorte van Saar
Daar lagen we op 27 februari op de ‘gewone’ verlosafdeling. Om 10:30 uur kreeg ik mijn eerste gift toegediend. Ik herkende dit exact nog van mijn eerste bevalling. Mijn eigen verloskundige, Jacqueline van mijn verloskundigepraktijk, had aangeboden bij de bevalling te zijn. Wat waren wij blij en dankbaar met haar steun! Ze is van het begin tot het einde bij ons geweest en heeft de bevalling kunnen vastleggen. Tijdens de bevalling had ik twee keer een wisseling van dienst van het personeel, dus des te blijer waren we met onze vertrouwde eigen verloskundige.
Om 17:20 uur werden wij ouders van onze prachtige dochter Saar. We zagen hoe zij uit haar veilige ‘huisje’ – de vliezen – werd gehaald en bij mij werd neergelegd. Even hoopten we nog, tegen beter weten in, dat ze nog zou huilen. Het bleef stil. Zo stil dat iedereen wel wist dat dat zo bleef. Een golf van trots en onvoorwaardelijke liefde kwam over ons heen. Met daarachteraan een golf van intense pijn en verdriet. Uren hebben naar haar gekeken, vast gehouden, kusjes gegeven, geaaid en gepraat tegen Saar. Grote broer Cas, die ook enorm trots was, kwam knuffels brengen bij haar. Hij wilde Saar aan iedereen showen. En terecht, want het is ongelofelijk hoe Saar heeft gevochten en heeft doorgezet. Ze heeft het zo ver gebracht en toch de moedige beslissing genomen om te gaan. Wat hadden we haar graag hier gehouden en voor haar gezorgd met al onze onvoorwaardelijke liefde die we voelden. Het mocht niet zo zijn. Van mijn buik is ze naar onze harten verhuisd.
De herinneringen aan jou, Saar, zullen voor altijd voortleven! Dikke kus naar jou lieve Saar!
LISA