De chemo slaat niet aan bij mijn moeder
Ik lig op de bank, ben op een dag af 9 maanden zwanger van mijn eerste kind en ik denk na over de afgelopen tijd. Het is 27 augustus. We wonen nu een maand in ons nieuwe huis, mijn arbeidscontract is niet verlengd en mijn moeder is ziek. Zo ziek, dat de chemo deze keer niet aanslaat. De afgelopen weken ben ik veel bij haar geweest om haar, zo goed en zo kwaad als dat nog kon, te helpen en haar gezelschap te houden. Maar het ziet er niet goed uit. Ze heeft heel veel pijn en dat doet me veel verdriet, al hou ik me groot. “Zou de baby mijn verdriet voelen?”, pffff, zoveel dingen om over na te denken.
“Hé, wat voel ik nou? Kramp?”
Ik sluit mijn ogen en val in slaap. Maar als ik wakker wordt, lijken de krampjes wel iets erger te worden. “Shit! Zouden het soms weeën zijn?” Ik besluit de tijden te noteren. ’s Avonds komen de weeën regelmatiger, maar we gaan gewoon slapen na een avondje tv kijken.
De volgende dag
Het is 28 augustus. Ik word midden in de nacht wakker en besluit te gaan douchen. De weeën komen nu sneller op elkaar en ik besluit mijn partner wakker te maken. Rond een uur of 5 sturen we de familie een bericht dat het is begonnen en mijn moeder antwoordt meteen. We bellen zelfs nog even en ze wenst me succes. Nadat om een uur of 7 de verloskundige is geweest om te kijken, en alles voorspoedig lijkt te gaan, besluiten we naar het ziekenhuis te gaan om daar verder te bevallen. Ze geeft me nog de keus om thuis te blijven, want alles gaat lekker.
Godzijdank kies ik er voor om toch naar het ziekenhuis te gaan, alsof ik wist wat er ging gebeuren
Tot nu toe is het allemaal prima vol te houden en snap ik eerlijk gezegd niet zo goed waarom mensen zeggen dat bevallen vreselijk is. Maar dan besluit de verloskundige om mijn vliezen te breken. Ze waarschuwt me dat dit de weeën erger maakt. “Kom maar op”, denk ik. Maar WTF, de pijn wordt 1000 keer erger en de weeën verplaatsen zich naar mijn rug. Ik kan niet liggen. Staan is het meest comfortabel. En dan stopt de voorspoedige voortgang. Uiteindelijk krijg ik een pompje om de pijn dragelijker te maken. Het nadeel is wel dat ik moet gaan liggen. Pff, ik vind er geen reet meer aan. Die weeën maken me gek, ik pomp me suf en als de wee wegtrekt probeer ik te ontspannen. Ik zit opgesloten in mijn eigen bubbel.
Eindelijk! Aan het begin van de avond mag ik persen
Wat een hel! Ik word boos, pers uit alle macht, maar de baby komt er niet uit. Uiteindelijk komt de dokter helpen. Ik ben uitgeput. Ik kan niet meer. Met mijn laatste krachten probeer ik het met een oerkreet nog één keer. En dan zegt de dokter: “Nee, hij is te groot. We gaan een spoedkeizersnede doen.” Ik denk alleen maar: “Prima joh, zolang je hem er maar uithaalt!” Ik moet wachten tot de OK klaar is en krijg daar een ruggenprik. Het einde is nu in zicht. En dan, laat op de avond, is ‘ie er eindelijk… onze Sol. Alles is goed met hem. Ik mag hem heel even vasthouden en dan gaat hij met mijn partner mee. Ik word weer dichtgenaaid en word daarna scherp in de gaten gehouden, aangezien ik blijkbaar erg veel bloed ben verloren. Dan kunnen we eindelijk familie bellen. Ik krijg mijn moeder even aan de telefoon, maar ze is helemaal suf van de morfine, dus ik weet niet goed of ze beseft dat ze oma is geworden.
Het wordt 31 augustus. De afgelopen dagen waren niet makkelijk. Ik ben erg verzwakt en alles gaat erg moeizaam, maar vandaag voel ik me eindelijk wat beter. Ik mag nog niet naar huis. Maar dan belt mijn vader. Mijn moeder vraagt de hele tijd waar ik ben en is enorm teleurgesteld dat ik nog in het ziekenhuis ben.
Mijn moeder heeft vandaag aangegeven dat ze niet meer wil leven
De grond zakt onder mijn voeten weg. In overleg met de artsen krijg ik nog een infuus met medicatie en dan mag ik naar mijn moeder toe. Mijn bed wordt vrijgehouden voor de zekerheid. In mijn ochtendjas vertrekken we uit het ziekenhuis en rijden rechtstreeks naar haar toe. Het moment dat ik mijn moeder zie, barst ik in huilen uit. Ze reageert al helemaal niet meer. En pas als ze Sol naast mijn moeder neerleggen, draait ze haar hoofd naar hem toe. Ze fluistert: “Daar ben je dan.”
Wanneer haar dokter komt en vraagt hoe de baby heet, reageert ze met: “Sol! Hij heet Sol!” En dat is alles wat ze zegt. In de loop van de dag voel ik me zo slecht dat wij besluiten om te gaan, hoe moeilijk ik dat ook vind. Een paar uur later is mijn moeder er niet meer. Leven en dood, vreugde en verdriet, zo dicht bij elkaar. Sol, je bent en blijft mijn zon. Mama, ik mis je nog elke dag.
NATASJA (Klik hier voor haar Insta)
Mooi geschreven. Leuk om je ook beter te leren kennen zo. 🙏😘