“Het is een trend in Nederland, maar ook mijn kind kan deze vaardigheid niet meer”

| ,

Het was een van die avonden waarop ik half uitgezakt op de bank zat, met mijn telefoon in mijn hand

De kinderen waren boven, druk met hun eigen dingen, en ik scrolde gedachteloos door TikTok. Video na video flitste voorbij – dansjes, recepten, tips voor een georganiseerd huis (die ik toch nooit zou toepassen). Totdat een video me liet stoppen. Een vrouw vertelde hoe tieners tegenwoordig niet meer analoog kunnen klokkijken. Ik trok een wenkbrauw op. “Dat kan toch niet waar zijn?” mompelde ik hardop. Maar in de comments onder de video herkende ik een patroon: ouders klaagden massaal dat hun kinderen er inderdaad niets van bakten.

Ik moest erom lachen

“Analoog klokkijken, dat is toch de basis?” dacht ik. Ik besloot het de volgende dag aan Amelia, mijn dochter van 12, te vragen. Ze was slim en snel van begrip, en ik was ervan overtuigd dat zij dat heus wel kon. Toch bleef het idee door mijn hoofd spelen. Wat als? De volgende ochtend, toen Amelia net thuiskwam van school, besloot ik mijn moment te pakken. Ze gooide haar tas nonchalant op de grond en plofte aan de keukentafel met een boterham.

“Hey, Amel,” begon ik luchtig terwijl ik haar een glas melk aangaf

“Mag ik je iets vragen?” Ze keek op, half geïnteresseerd. “Tuurlijk, wat dan?”. Ik glimlachte. “Kun jij analoog klokkijken?” vroeg ik, terwijl ik naar de klok boven de deur wees. Het was een eenvoudige wandklok met duidelijke cijfers en wijzers. Ze volgde mijn blik, en ik zag haar gezicht een fractie van een seconde verstijven. “Uh,” begon ze, terwijl ze haar boterham neerlegde. “Ja, tuurlijk. Denk ik.”

Ik fronste

“Je denkt? Kijk eens naar die klok en vertel me hoe laat het is.” Ze draaide zich langzaam om naar de klok. Het bleef even stil. Toen zei ze met een aarzelende toon: “Eh… het is tien… nee, vijf over half… iets?” Ik kon mijn lach niet inhouden. “Wat zeg je nu?” vroeg ik, terwijl ik me naast haar aan de tafel zette. “Je weet het echt niet, hè?”

Amelia zuchtte en schoof haar stoel iets naar achteren

“Nee, mam, ik weet het niet,” zei ze uiteindelijk. “Waarom is dat zo belangrijk? Mijn telefoon heeft altijd een digitale klok. Op Instagram ook. En als ik het echt niet weet, vraag ik het gewoon aan iemand.” Ik keek haar met grote ogen aan. “Maar wat als je geen telefoon bij de hand hebt? Wat dan?” Ze haalde haar schouders op. “Dan… weet ik het niet. Maar dat gebeurt bijna nooit.”

Ik wist even niet wat ik moest zeggen

Voor mijn gevoel was analoog klokkijken een van die dingen die je gewoon moet kunnen, net zoals je naam schrijven of het alfabet opzeggen. Hoe kon ze dit niet weten? “We hebben het wel op school gehad,” zei ze, terwijl ze haar melk oppakte. “Maar ja, het boeit me gewoon niet zo. Ik snap digitale tijd veel sneller. Dit…” ze wees naar de klok, “is zo… omslachtig.” Omslachtig. Dat woord bleef de rest van de middag in mijn hoofd hangen. Hoe kon iets wat voor mij zo vanzelfsprekend was, omslachtig zijn voor mijn dochter?

Later die avond, terwijl ze huiswerk zat te maken, besloot ik het nog een keer te proberen

Ik zette een analoge wekker voor haar neer en vroeg haar opnieuw om de tijd te noemen. “Mam, serieus?” zei ze met een zucht. Maar ze deed het toch. Met veel moeite kwam ze in de buurt van de juiste tijd, maar zeker wist ze het niet. Dit kan echt niet, Amelia,” zei ik hoofdschuddend. “Wat als je ooit in een situatie komt waar je een analoge klok moet lezen? Stel dat je in een oud gebouw bent zonder digitale opties?”

Ze rolde met haar ogen

“Mam, ik leef in 2025. Alles is digitaal. Wie gebruikt er nou nog een analoge klok? Die klokken worden over een paar jaar niet meer verkocht.” Ik opende mijn mond om iets te zeggen, maar ze had ergens een punt. Toch wilde ik dat ze het kon. Hoe had ik dit over het hoofd kunnen zien? Amelia was 12. Ze kon al haar schoolwerk zonder problemen aan, maar klokkijken? Blijkbaar niet.

Ik besloot dat het tijd was voor actie

Ik haalde onze klok van de muur. Ik zette de wijzers op een willekeurige tijd. “We gaan oefenen,” zei ik vastberaden. Amelia kreunde. “Mam, nee! Ik heb huiswerk.” “Dit is ook belangrijk,” zei ik streng. “En het kost maar vijf minuten.” Met tegenzin zette ze zich aan tafel. Ik draaide aan de wijzers en vroeg haar steeds opnieuw hoe laat het was. Eerst mopperde ze, maar al snel zag ik dat ze het begreep. Ze herkende het van een ver verleden op de basisschool. Na een paar keer had ze het door. “Zie je wel dat je het kan?” zei ik glimlachend.

Ze gaf me een scheve blik

“Ja, maar dat betekent niet dat ik het ooit nodig ga hebben. Dus dit ga ik snel weer vergeten” Misschien had ze gelijk. Misschien was dit een van die dingen die haar generatie gewoon niet meer belangrijk vond.

SELMA

Plaats een reactie