Ik ben mama van Koen, een heerlijk ventje van 3 jaar oud Toch is er iets dat aan me knaagt. Een leegte die niet verdwijnt, hoeveel ik ook van Koen geniet. Ik wil nog een kindje. Ik wil een tweede, zodat hij niet alleen opgroeit, zodat ik weer dat wonder kan voelen — een klein leven dat in me groeit. De geur van een pasgeboren baby, dat zachte huidje, zelfs de slapeloze nachten. Ik wil het opnieuw beleven.
“Een tweede kan er nu gewoon niet bij”
Maar Olivier, mijn man, ziet dat anders. “Misschien over een jaar, Lou. Nu echt nog niet,” herhaalt hij telkens als ik het voorzichtig ter sprake breng. “We hebben onze handen vol aan Koen. Een tweede kan er nu gewoon niet bij.”
“Laten we eerst even genieten”
Ik probeer het te begrijpen. Echt waar. Olivier werkt hard, is vaak laat thuis, en als hij dan eindelijk op de bank ploft, ziet hij alleen maar de chaos om hem heen. “Koen is nu in de leukste fase,” zegt hij dan, terwijl Koen op zijn knietjes over de vloer rolt, krijsend van het lachen. “Laten we eerst even genieten.” Maar ik geniet al. En ik wil meer.
De waarheid is dat ik een paar weken geleden al gestopt ben met de pil
“Denk je nog aan de pil?”, vraagt Olivier terwijl ik door de badkamer loop. Hij kijkt me even aan in de spiegel en wrijft dan wat scheerschuim over zijn kaaklijn. Ik slik. “Ja, ja. Al geregeld,” lieg ik snel. De waarheid is dat ik een paar weken geleden gestopt ben. Het voelde als een grote stap, bijna verboden. Ik herinner me nog hoe ik het doosje pillen in de prullenbak gooide en de deksel snel dichtdeed, alsof iemand me kon betrappen. De eerste dagen voelde ik me schuldig, maar dat verdween al snel.
Niet gepland, maar ontzettend welkom
Ik heb altijd het idee gehad dat ‘per ongeluk’ zwanger raken een beetje sprookjesachtig zou zijn. Niet gepland, maar ontzettend welkom. Misschien zou Olivier, als het zover is, toch blij zijn? Hij houdt van Koen, hij is een fantastische vader. Als ik hem gewoon kan laten voelen hoe geweldig het is om nog een kindje te hebben, zou hij van gedachten veranderen. Daar ben ik van overtuigd.
Wachten op een wonder
De weken verstrijken langzaam. Elke keer als ik een steek voel in mijn buik of me licht misselijk voel, hoop ik dat het een teken is. Maar tot nu toe gebeurt er niets. Ik word er een beetje gek van. Mijn dagen draaien om Koen. Om zijn grapjes, zijn lach, zijn kleine wereld waarin ik zo welkom ben. Maar in mijn hoofd ben ik ergens anders. Elke maand als mijn menstruatie weer begint, barst ik bijna in huilen uit.
Het wachten op dat ene streepje
Ik zeg er niets over tegen Olivier. Hij merkt wel dat ik wat stiller ben de laatste tijd, maar hij denkt dat ik moe ben. Misschien ben ik dat ook, maar vooral van het wachten. Het wachten op dat ene streepje.
De drang om te testen
Ik heb al drie zwangerschapstesten gekocht, en ze liggen verstopt in mijn nachtkastje. Elke keer neem ik mezelf voor om nog even te wachten, maar vanochtend trek ik het niet meer. Terwijl Olivier op zijn werk is en Koen naar de peuterspeelzaal, sluip ik naar de badkamer. Mijn hart bonst terwijl ik de test openmaak en op het stickje plas.
Alsof ik gestraft word voor wat ik heb gedaan
Ik leg de test naast me op de wastafel en durf er bijna niet naar te kijken. Twee minuten voelen als een uur. Als ik eindelijk naar de test kijk, is er maar één streepje. Weer niet. Ik zak op de badkamervloer en houd de test in mijn trillende handen. Waarom gebeurt het niet? Waarom lukt het niet? Alsof ik gestraft word voor wat ik heb gedaan.
Ik wil een tweede kindje, maar niet zo
Die avond lig ik in bed naast Olivier. Hij snurkt zachtjes, zoals altijd. Ik staar naar het plafond. Wat ben ik aan het doen? Waarom heb ik hem dit niet verteld? Het voelt steeds zwaarder op mijn schouders. Ik wil een tweede kindje, maar niet zo. Niet in het geheim. Toch ben ik bang dat Olivier nooit van gedachten verandert als ik niets doe.
Hij snapt niet hoe erg ik dit wil
De volgende ochtend probeer ik het er toch over te hebben. “Olivier?” begin ik voorzichtig terwijl hij zijn jas aantrekt. “Ja?” Hij kijkt haastig op, met zijn sleutelbos in de hand. “Denk je dat het ooit nog gaat gebeuren? Dat tweede kindje?” Olivier zucht en stopt zijn sleutelbos in zijn zak. “Lou, ik zei toch ‘misschien over een jaar’? Het komt goed, echt waar. Maar nu nog niet. We hebben het goed zo, toch?” Hij glimlacht en kust me vluchtig op mijn voorhoofd. “Niet zo piekeren, oké? ”De deur valt achter hem dicht en ik blijf achter in de stilte van de woonkamer. Mijn keel knijpt dicht. Hij snapt het niet. Hij snapt niet hoe erg ik dit wil.
LOUISE