Het kiezen van een babynaam vonden we al een heel karwei
Vooral toen we bij de geslachtsecho hoorden dat ons tweede kindje een jongen bleek te zijn. De jongensnamen die ik mooi vond waren op één hand te tellen en driekwart was al bezet door vrienden en familie. Wonder boven wonder waren we het toch eens geworden over één naam. Daarna kwam de volgende uitdaging: de resterende maanden van de zwangerschap onze mond houden. Dat moest lukken, toch? Daarbij hadden we het verder met niemand gedeeld. Of nou ja, dat dachten we..
We waren het ein-de-lijk eens
“Wauw, Marc, ik weet zeker dat dit de naam wordt. Het past zó goed bij Noé,” zei ik zachtjes terwijl ik op de bank zat. We hadden het al weken over namen en alles voelde óf niet goed, óf te populair, óf gewoon… mwah. Maar dit voelde anders. “Noé en Milo,” zei Marc bedachtzaam. “Ja, ik vind het mooi samen. Kort, krachtig, en toch lief.” Hij knikte langzaam en ik wist: hij was om. We waren het eindelijk eens.
Ze was helemaal in haar eigen wereld, toch?
Noé zat ondertussen rustig in de hoek van de woonkamer te spelen met haar houten blokken. Ze was verdiept in een toren die ze aan het bouwen was. Af en toe hoorde ik haar iets mompelen tegen haar poppen, haar fantasie onuitputtelijk zoals altijd. Ze leek totaal niet te luisteren naar ons gesprek.
Dit zou ons geheimpje blijven
“We moeten het wel geheimhouden,” zei ik, iets zachter nu. “Je weet hoe mensen zijn. Voor je het weet, heeft iemand er een mening over of gebruikt iemand de naam zelf.” Marc lachte. “We? Volgens mij ben jij degene die zich altijd verspreekt. Ik zeg gewoon niets.”
Ik trok een gezicht
“Geloof me, ik hou mijn mond ook. Zelfs tegen mijn moeder.” Ik wist dat het beter was. Mijn moeder had een talent om dingen ‘per ongeluk’ door te vertellen aan vriendinnen, buren, of willekeurige mensen in de supermarkt. Dit zou ons geheimpje blijven, gewoon tussen ons twee. Of nou ja, dat dachten we.
De kinderoortjes horen meer dan je denkt
De weken gingen voorbij, en ik voelde me steeds zekerder over de naam. We praatten er soms zachtjes over als Noé al in bed lag. Maar soms waren er momenten zoals die middag op de bank. Momenten waarop ik dacht dat haar kleuterbrein zó verdiept was in spelen dat ze geen idee had van wat er om haar heen gebeurde. Wat kon een driejarige nou oppikken van een vluchtig gesprek tussen volwassenen? Het bleek: nogal veel.
Het begon op een doodnormale zondagmiddag
Mijn schoonouders waren op bezoek, samen met de broer van Marc en zijn gezin. We hadden allemaal thee in de hand, koekjes op tafel, en Noé sprong van persoon naar persoon met haar gebruikelijke enthousiasme. “Kijk, opa! Ik kan een koprol!” riep ze trots terwijl ze zich op het kleed liet vallen. Iedereen lachte en ik voelde me even trots. Wat een heerlijk vrij kind hadden we toch. Ondertussen kwamen mijn ouders ook spontaan langs voor een kop koffie, zij hadden net een eindje gefietst en ons huis lag op de route.
Mond houden, Lisa
“En hoe gaat het met de baby?” vroeg mijn schoonmoeder terwijl ze naar mijn buik keek. “Ja, goed,” antwoordde ik. “Het duurt niet zo lang meer. Over zes weken ga ik met verlof.” “Weet je al hoe hij gaat heten?” vroeg ze. Ik glimlachte en schudde mijn hoofd. “We hebben een paar ideeën, maar we houden het nog even voor onszelf.” Ik voelde de blik van Marc op me en wist dat hij hetzelfde dacht als ik: mond houden, Lisa.
Maar toen gebeurde het: de onthulling
Het moment dat ik achteraf alleen maar als de onthulling kan omschrijven. Noé stond ineens rechtop, haar ogen twinkelend van opwinding. “Dat weet ik wel! Hij heet Milo!” zei ze luid en duidelijk. Het was alsof de tijd even stil stond. Iedereen keek naar haar. Zelfs mijn schoonmoeder, die net een hap van haar koekje had genomen, liet het bijna uit haar hand vallen. “Milo?” herhaalde ze, haar ogen groot. Ik voelde hoe alle kleur uit mijn gezicht trok. Naast me hoorde ik Marc mompelen: “Oh nee.”
Marc probeerde het nog te redden
“Noé,” zei ik, mijn stem net iets te scherp, “hoe kom je dáár nou bij?” Ze keek me onschuldig aan en haalde haar schouders op. Mijn schoonmoeder had inmiddels haar blik op mij gericht, en ik zag de interesse in haar ogen. “Nou, dat is een mooie naam, Lisa! Echt prachtig. Is dat het?” Ik probeerde te lachen. “Nee, natuurlijk niet,” zei ik snel. “Ze verzint maar wat. Kinderen, hè?” . Marc probeerde het nog te redden. “Misschien heeft ze het gehoord in een tekenfilm of zo,” mompelde hij, maar het klonk totaal niet overtuigend. “Wie wil er nog koffie?” Ik liep naar de keuken zodat dit voorval niet nog meer aandacht kreeg. Mijn moeder liep mee met een dienblad vol kopjes, “we gaan het meemaken of Noé gelijk had.”
Hoe had ze dit in hemelsnaam opgepikt?
Ik keek naar Noé, die alweer druk bezig was met haar poppen alsof er niets gebeurd was. Hoe dan? Hoe had ze dat opgepikt? Ze leek totaal niet te luisteren als wij over de baby praatten, maar blijkbaar was ze een soort kleine spion die alles in zich opnam en opsloeg voor later gebruik.De rest van het bezoek voelde ik me nerveus. Ik wist dat mijn schoonmoeder dit niet zomaar zou vergeten.
Tegen de tijd dat iedereen weg was, zakte ik zuchtend op de bank
“Nou, dat geheim is dus lekker lang bewaard gebleven,” bromde ik tegen Marc. Hij haalde zijn schouders op. “We hadden blijkbaar toch voorzichtiger moeten zijn. Kinderen horen álles, Lisa. Zelfs als ze doen alsof ze niet luisteren.”
Mijn schoonmoeder bracht nog net niet te krant op de hoogte, iedereen wist het
De dagen erna begon het gerucht zich als een lopend vuurtje te verspreiden. Mijn schoonmoeder had blijkbaar niets beter te doen dan iedereen in de familie te bellen. Elke keer als de telefoon ging, voelde ik een vlaag van paniek. “Lisa, wat een mooie naam, Milo,” begon Marc zijn tante enthousiast tijdens een telefoongesprek. Ik zuchtte. “Het is nog maar de vraag of dat de naam wordt,” loog ik. “Noé heeft gewoon iets opgevangen en raadt maar wat.” Maar het was te laat. Iedereen wist het inmiddels.
Moeten we een andere naam kiezen?
Ik wilde mijn telefoon tegen de muur gooien.Dit was precies wat ik niet wilde: iedereen die zich ermee bemoeide en een mening gaf. Daarbij vond ik het ook gewoon bijzonder om het pas te delen als de baby geboren werd, maarja we waren zelf niet voorzichtig genoeg geweest.
Op een avond, nadat we Noé naar bed hadden gebracht, zaten Marc en ik samen op de bank. Ik staarde naar de naam die we eerder hadden opgeschreven in een notitieboekje. “Moeten we een andere naam kiezen?” vroeg ik uiteindelijk.Marc schudde zijn hoofd. “Waarom? We hebben hem gekozen omdat we hem mooi vinden. Laat de rest maar kletsen.” Ik knikte langzaam. Hij had gelijk. Het voelde stom om ons te laten beïnvloeden door wat anderen vonden. Maar toch, ergens zat het me dwars. Het was niet meer ons geheim.
Achteraf kunnen we er maar beter om lachen
Toen Milo uiteindelijk werd geboren, voelde het alsof alles klopte. Zijn naam, zijn kleine gezichtje, alles. Het was alsof hij altijd al Milo had moeten zijn. We stuurden het geboortekaartje naar iedereen, inclusief mijn schoonmoeder, die inmiddels geen geheim meer van haar enthousiasme maakte. “Ik zei het toch, Milo is perfect!” riep ze vrolijk toen ze ons belde. Ik kon het niet laten om te lachen. Misschien was het niet gegaan zoals gepland, maar het maakte uiteindelijk niets uit. Milo was er, en hij was perfect. En Noé? Die glom van trots iedere keer als iemand haar vertelde hoe slim ze was dat ze de naam al wist. Kinderoortjes, dacht ik nog. Ze horen écht alles.
LISA
Iets met kleine potjes en grote oren…