Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
Laat je email achter via de roze button onderaan deze blog, dan krijg je een bericht zodra er een nieuw deel van deze reeks wordt geplaatst!
Lees ook de andere delen:
Juf Iris: “Deze leerling dreigde naar een andere school te moeten, maar daar stond ik niet achter”
Juf Iris: “Ik kreeg een hele bijzondere leerling in de klas”
Romy maakte een wat schuchtere indruk
De dag dat ik Romy ontmoette, stond ik in de deuropening van het lokaal. Een klein meisje van zeven jaar, met een rugzak die bijna groter leek dan zijzelf. Haar ogen schoten vluchtig door de ruimte, zoekend naar een plek. Ik glimlachte naar haar en probeerde haar welkom te heten met mijn zachtste stem. “Goedemorgen, Romy. Kom je binnen? Je mag hier zitten.” Ik wees naar een plekje vooraan in de klas.
Het leek alsof ze zich in haar jas wilde verschuilen
Romy stapte naar binnen, met enige aarzeling. Ze hield haar jas stevig dichtgeknoopt, alsof ze zich erachter kon verschuilen. Haar ogen vermeden de mijne, en terwijl ze ging zitten, zag ik hoe haar handen de rand van de tafel stevig vastgrepen. Een eerste indruk, dacht ik toen nog. Maar al snel zou ik ontdekken dat er zoveel meer schuilging achter dat stille meisje.
Dit was een meisje met een dik dossier
De dag ervoor had ik haar dossier gelezen. Het was ‘dikker’ dan de dossiers van de meeste kinderen die ik in de loop der jaren onder mijn hoede had gehad. Vanaf de eerste pagina voelde ik de zwaarte ervan. Jeugdzorg was al vanaf Romy’s vroege jaren betrokken geweest. Haar moeder was zelf nog maar net volwassen toen Romy geboren werd. Ik las hoe moeder vlak na de geboorte van Romy in een moeder-kindhuis had gewoond.
De hulpverlening was al jaren betrokken
Toen moeder op zichzelf ging wonen, werd besloten dat jeugdzorg mee zou blijven kijken. Jaren van hulpverlening volgden, voor moeder, die het mentaal en financieel zwaar had, en daarnaast opvoedondersteuning voor Romy en haar inmiddels driejarige zusje. Ook was er een stiefvader in beeld geweest, er was sprake geweest van huislijk geweld maar het werd me uit de stukken niet duidelijk of dit ook op Romy of haar zusje was gericht. Toen las ik de pagina waarin werd uitgelegd waarom tot uithuisplaatsing werd besloten. Tranen vulden mijn ogen toen ik las over de gebeurtenissen die daartoe hadden geleid.
Hun veiligheid en welzijn kon niet langer gegarandeerd worden
De combinatie van aanhoudende financiële problemen, emotionele instabiliteit, en signalen van verwaarlozing waren te veel geworden. Romy en haar zusje waren in situaties terechtgekomen waarin hun veiligheid en welzijn niet langer gegarandeerd konden worden. Ik voelde een knoop in mijn maag bij de beschrijvingen in het dossier: lege keukenkastjes, periodes van afwezigheid van moeder, en een incident waarin een buurvrouw alarm had geslagen omdat de meisjes alleen thuis waren, huilend om eten.
Ik voelde de zwaarte van het besluit
Toen ik de woorden “uithuisplaatsing noodzakelijk” las, voelde ik de zwaarte van dat besluit, ook al wist ik dat het waarschijnlijk het beste voor de meisjes was. Er was gekeken binnen het netwerk van moeder, naar familie, maar helaas gaf dit geen mogelijkheden. Romy was zes jaar oud toen ze naar een pleeggezin ging, haar zusje nog maar drie. Het pleeggezin woonde hier in de buurt en we hebben door de jaren heen vaker kinderen van dit gezin hier op school gehad. Voor zover ik kon beoordelen hele warme mensen met een ontzettend groot hart. Ik probeerde me voor te stellen hoe het moest zijn geweest om uit alles wat je kende weggerukt te worden, hoe gebrekkig en onveilig dat “thuis” ook was.
Dit meisje had een veilige plek nodig
En nu zat ze hier, zeven jaar oud, met ogen die te veel hadden gezien en een hart dat te vaak gekwetst was. Terwijl ik naar haar keek, voelde ik niet alleen de verantwoordelijkheid om haar te leren lezen, schrijven en rekenen, maar vooral om haar een plek te bieden waar ze zich veilig kon voelen. Een plek waar ze misschien, heel misschien, kon leren vertrouwen.
Ik wist dat het tijd zou kosten om haar vertrouwen te winnen
Die ochtend, terwijl de andere kinderen binnenkwamen en hun plaats innamen, bleef Romy stil. Haar handjes rustten in haar schoot, maar ik zag dat ze haar vingers ongemerkt in haar mouwen kneep. Ik vroeg me af wat ze dacht, wat ze voelde. Maar ik wist ook dat het tijd zou kosten voordat ze die muur om haar heen zou laten zakken. Geduld, herinnerde ik mezelf. Geduld en liefde. Dat is wat Romy nodig heeft.
Ze deed haar best om niet op te vallen
Toen de lessen begonnen, hield ik haar in de gaten. Ze deed haar best om niet op te vallen, maar ik merkte dat ze af en toe schichtig om zich heen keek. Wanneer een ander kind iets liet vallen of plotseling opstond, verstijfde ze even. Alsof ze verwachtte dat er iets zou gebeuren. In de pauze zag ik haar alleen op het schoolplein staan. De andere kinderen renden en schreeuwden, maar Romy hield zich op de achtergrond, net buiten het rumoer. Ik liep naar haar toe. “Hoe gaat het, Romy?” vroeg ik zachtjes. Ze haalde haar schouders op en keek naar de grond. “Het is hier druk, hè?” probeerde ik. Ze knikte, nog steeds zonder me aan te kijken. Ik voelde een steek van medelijden. Dit kleine meisje had zo veel meegemaakt, en toch stond ze daar, dapper, al was het misschien meer uit noodzaak dan uit kracht.
In kleine stapjes zag ik vooruitgang
In de weken die volgden, leerde ik Romy beetje bij beetje kennen. Het was een traag proces, alsof ze eerst wilde controleren of ik echt te vertrouwen was. Ze sprak weinig, maar ik begon te merken hoe haar blik soms even zachter werd als ik haar complimenteerde. Hoe ze steeds minder schrok van onverwachte geluiden.
Romy liet mij een bijzondere tekening zien
Op een dag, tijdens het knutselen, kwam ze naast me staan. Ze hield een tekening omhoog: een huis met een zon erboven. “Dat is mijn droomhuis,” zei ze zachtjes. Het was de eerste keer dat ze uit zichzelf iets vertelde. “Een huis waar het altijd warm is. En waar niemand schreeuwt.” Mijn hart brak, maar ik glimlachte naar haar. “Dat is een mooie droom, Romy,” zei ik. “En weet je? Je verdient zo’n huis. Een plek waar je altijd veilig bent.” Ze keek me aan, voor het eerst recht in mijn ogen, en knikte. Het was een klein gebaar, maar het voelde als een doorbraak.
Ik begon langzaam een glimp te zien van het meisje dat ze had kunnen zijn
Sindsdien begon ze langzaam uit haar schulp te kruipen. Niet ineens, en niet altijd. Maar af en toe ving ik een glimp op van het meisje dat ze had kunnen zijn, als haar leven anders was verlopen. Een meisje dat nieuwsgierig was, met een sprankje humor en genoot van dansen met haar leeftijdsgenootjes.
IRIS
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram te volgen.