Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids & Kurken op Instagram te volgen.
Deel 1: Ik heb heftige bloedingen en pijn tijdens mijn zwangerschap, wat kon dit toch zijn?
Deel 2: Ik had een gevaarlijke vorm van placenta accreta
Deel 6: Naast de placenta accreta, bleek ons ongeboren kindje ook een afwijking te hebben
Deel 7: Laetitia kreeg met 22 weken te horen dat ze tot aan de bevalling opgenomen zou moeten blijven
De weken gingen voorbij
Weken van intens verdriet, nog intensere hoop. Iedere dag was een dag gewonnen, want dit mini-mensje moest en zou op de wereld komen met een kloppend hartje. Ook al wisten we dat het niet het hartje was waar iedereen van droomde. Ik moest en zou die 36 weken voorbijgaan. Ik zou mijn lijf zodanig stretchen dat ik deze heldin kon laten overleven.
Wat oorspronkelijk een eindpunt zou zijn nog voor 30 weken, was nu ondenkbaar
Ik bleef in mijn overlevingsmodus doorgaan. De mensen rondom mij leefden gespannen. Zij zagen de andere kant van het verhaal. Zij maakten zich zorgen om mij. Toen ik die 30 weken dus voorbij ging, stonden alle alarmbellen in het ziekenhuis én thuis op rood. Een reanimatiepakket lag al klaar in mijn kamer. Ieder telefoontje dat ik pleegde, werd al na één beltoon beantwoord. Maar ik? Ik bleef in mijn droomwereld. Ik bleef geloven dat alles goed zou komen.
Tot plots op 31 weken de alarmbellen begonnen te flikkeren als nooit tevoren
De bevalling had zich in gang gezet. De weeën waren onafgebroken, maar mijn mini-held was hier nog lang niet klaar voor. Ik ving de pijn op alsof het niets was, terwijl de monitor roodgloeiend stond. Liters medicatie werden door mijn lijf gepompt om dit te stoppen. Maar er kwam maar geen einde aan. Zowel de neonatoloog, cardioloog als mijn roedel aan artsen stonden in volle focus klaar. We zouden ervoor gaan. En ik? Ik was opgelucht. Er zou een eind komen aan deze strijd. Tot alles plots weer rustig werd. Mijn lijf besloot baas te zijn en dit gewoon te laten passeren. Zie het alsof we hen even een staaltje generale repetitie gaven.
De dagen vloeiden in elkaar over
Af en toe klonk er wat gerommel vanuit mijn buik, maar verder bleef het stil. Tot die bewuste donderdagavond. Het was 19 augustus 2021, omstreeks de vooravond. Ik was inmiddels 34 weken zwanger en al meer dan drie weken vrijwel onafgebroken aan mijn ziekenhuisbed gekluisterd. Mijn lichaam gaf krachtige signalen dat het op was, maar mijn hoofd bleef vechten. Ik moest en zou deze heldin gezond ter wereld brengen, zelfs als dat ten koste van mezelf ging. Ze had vanaf week 7 bewezen dat ze vastbesloten was om te blijven. Wie was ik om haar die kans te ontzeggen?
Het zag er al een tijdje naar uit dat mijn lichaam het overnam van mijn hoofd
Maar ik besefte dat ik die twee extra weken voor de minimumtermijn nog moest volhouden om haar die kans op leven ten volle te geven. Al drie weken gekluisterd aan m’n ziekenhuisbed, met alle mogelijke middeltjes om die arbeid stil te houden. Keer op keer leek mijn lichaam sterker, maar staken de artsen er een stokje voor. Objectief gezien wisten we allemaal dat ze er niet zomaar ‘uit valt’. Mr. Placenta, ‘Gravidaris’, zoals ik hem altijd noem, zat namelijk helemaal in de weg. Maar dat wilde niet zeggen dat mijn lichaam niet schreeuwde om ermee op te houden. De risico’s op levensbedreigende bloedingen stegen met de dag. We stretchten ons fysiek, maar minstens even hard mentaal.
Die bewuste donderdag bleek er geen houden meer aan
Ik voelde de spanning bij iedereen die voor mij zorgde, meer dan bij mezelf. Ik scheen mijn angsten te verdringen en kroop weer in mijn overlevingsmodus. Ik moest en zou mijn dochter een kans op een volwaardig leven geven. Alles werd gereed gemaakt. Mijn bloed werd vaak geprikt. Ik maakte mezelf wijs dat dit niet veel te betekenen had. Ik had immers mijn bloed keihard nodig, waarom zouden ze het dan nu zomaar afnemen?
Toegegeven, een heel naïeve en misschien wel ‘wishful thinking-reactie’ van mezelf
Er werden dingen beslist in samenspraak met mij. Ik zou de nacht verder doorbrengen op het verloskwartier, met een constante toevoer van alle mogelijke remmers en een constante monitoring. Intussen werd alles klaargemaakt en iedereen opgetrommeld om dan toch morgenvroeg over te gaan tot haar geboorte. Of zij het haalde, wisten we niet. Of ik het haalde, daar stond ik niet bij stil. Maar misschien was dat nog het grootste risico. Artsen wisten niet wat ze zouden aantreffen. Een gigantisch team werd vakkundig voor mij samengesteld.
Vrijdag, 20 augustus 2021
Het was nog vroeg. Wellicht zouden we er later op de dag aan beginnen. Ik verbleef nog steeds in mijn roes en liet manlief nog een kleine klus doen. De weeënremmers gaven mij het gevoel hun werk te doen, dus er leek nog wel tijd. Een kwartiertje later kwamen de artsen de kamer binnen om te vertellen dat ze eraan zouden beginnen en enkel nog wachtten tot mijn man er was. De monitor vertelde een ander verhaal, maar mijn mentale vechtlust leek dit allemaal te verdringen. Alles ging razendsnel. We konden nog net afscheid nemen. Hoe definitief dit afscheid kon zijn, besefte ik gelukkig niet.
We waren in het operatiekwartier
Wij drieën, plus een heel team dat vakkundig, maar met adrenaline door hun lijf gierend, de boel klaarmaakte. Ik zag al het volk, maar waande me in een roes. Ik kreeg overal infusen, maar de bloeddrukmeter die door mijn pols zou gaan, voelde ik het ergst. We namen afscheid en ik zag de angst in zijn ogen. Ik voelde vooral opluchting… Straks had ik haar in mijn armen… Mijn ogen vielen dicht…
Rond de middag zag mijn kind, na een veel te lange operatie, het levenslicht
Ze werd onmiddellijk overgebracht naar de andere vleugel om op de NICU-afdeling verder te vechten. Ze had geluk: ze was sterk. Ze had die gevreesde extra operatie bij de geboorte niet nodig. En gelukkig maar, want haar kleine, ranke lijfje had dit nog niet aangekund. Ze zou een stent moeten krijgen, maar door haar prematuriteit zou dit niet lukken. De stents zijn nu eenmaal niet klein genoeg. We hadden haar niet zo klein ingeschat van tevoren. Geen operatie dus. Een eerste zorg die wegviel.
Ze startte met zware beademing, maar kon al snel overgaan op een mildere vorm
Intussen lag ik nog steeds op de intensieve zorgafdeling (IZ). Na ellenlange uren werd ik eindelijk wakker. Manlief zat naast me en vertelde me hoe goed ze het deed. Ik kreeg een eerste fotootje. Erg onduidelijk, maar sindsdien mijn dierbaarste bezit. Hans ging regelmatig over en weer van ziekenhuisvleugel naar ziekenhuisvleugel. FaceTime kreeg een nieuwe dimensie. Onze eerste ontmoetingen verliepen virtueel, maar ik voelde de liefde als nooit tevoren.
Ik geloofde niet langer in fabeltjes van direct huid-op-huid-contact, dat je band dan beter is
Uiteraard vond ik dat belangrijk! Maar ik voelde minstens evenveel liefde als voor die andere helden van mij. Op zich wist ik dit al eerder. De kleine held mocht ik niet op een normale manier leren kennen en onmiddellijk dichtbij houden. Na enkele dagen verliet ik de IZ en mocht ik eindelijk op bezoek bij haar. Ik kon nog niet uit de voeten en de NICU afdeling was krap. Maar iedereen zette alles in het werk om mij met heel mijn hebben en houden naar haar te brengen. Ik werd met mijn bed de zaal binnengereden en voelde meteen dat tussen al die baby’s, al die vechtertjes, zíj het was die bij ons hoorde. Ons verhaal kon beginnen…
LAETITIA
Insta: @momhistoire
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids & Kurken op Instagram te volgen.