Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
Mijn moeder is dol op haar kleinkinderen, dat heeft ze altijd gezegd
En dat geloof ik ook. Maar als ik eerlijk ben, lijkt het soms alsof ze nét een beetje meer dol is op Dagmar. Mijn nichtje. Het dochtertje van mijn broer Gosse. Dagmar is twee jaar oud, een maand jonger dan mijn dochter Ada en 3 jaar jonger dan mijn zoontje Moby. Toch is er iets in hoe mijn moeder met haar omgaat, hoe ze over haar praat, dat me soms het gevoel geeft dat de rest er niet helemaal bij hoort.
“Dagmar komt morgen weer logeren,” zei mijn moeder
Ze maakte Ada’s slabbetje vast. We zaten aan mijn keukentafel. Ik schonk koffie in voor ons allebei en probeerde niet te veel te laten merken dat die opmerking me raakte. “Gezellig,” zei ik met een geforceerde glimlach. “Ze logeert vaak bij jullie, hè?”. Mijn moeder knikte. “Maud heeft een nachtdienst en Gosse begint vroeg. Maar dat geeft niet, hoor. Dagmar is zo makkelijk. Ze slaapt door, eet alles wat je haar geeft… ”
Ik knikte en gaf Ada een boterham
Moby zat aan tafel en speelde met een autootje. Hij trok zich niets aan van ons gesprek, maar ik voelde een knoop in mijn maag. Natuurlijk helpt mijn moeder Gosse en Maud veel – zij hebben drukke banen en lange dagen. Maar als ik eerlijk ben, leek het alsof Dagmar de laatste tijd de hoofdrol speelde in het leven van mijn moeder.
Niet dat ik jaloers was
Het ging niet om mij. Maar hoe leg ik dit straks uit aan mijn eigen kinderen? Dat oma vaker op Dagmar past, dat ze bij oma mag logeren en altijd net iets meer lijkt te krijgen dan zij? Die sinterklaasviering vorig jaar zat me nog steeds een beetje dwars. Mijn moeder had voor alle kleinkinderen cadeautjes gekocht, netjes ingepakt en op naam gezet. Moby kreeg een puzzel – hij was er blij mee, dat zeker – en Ada een knuffeldoekje. Maar toen Dagmar haar cadeaus uitpakte, viel mijn mond bijna open. Een prachtige poppenwagen, compleet met een klein dekentje en kussentje.
“Mam, dat is wel heel luxe,” had ik voorzichtig gezegd, terwijl ik naar het enorme cadeau keek
“Oh, dat was gelukkig een aanbieding,” zei ze luchtig. “En ze speelt zo graag met poppen. Kijk hoe blij ze ermee is!” Ik zei niets meer. Wat kon ik ook zeggen? Moby zat op de grond met zijn puzzelstukjes en leek gelukkig, maar diep vanbinnen kreeg ik er buikpijn en kopzorgen van. Dit ging hij op een dag merken. Misschien niet vandaag, misschien niet volgend jaar, maar ooit zou hij zich afvragen waarom Dagmar altijd nét een beetje meer kreeg.
De afgelopen maanden viel het me steeds meer op
Als ik met mijn moeder praatte, ging het gesprek bijna altijd over Dagmar. “Wist je dat ze al tot tien kan tellen?” vroeg ze een keer enthousiast. “En ze kent alle kleuren! Zó knap.” Ik knikte en probeerde mee te gaan in haar enthousiasme. “Ja, dat is echt knap,” zei ik. “Moby is ook lekker bezig met verder tellen.” “Wat goed,” zei ze snel. Het voelde alsof mijn woorden niet echt binnenkwamen. Alsof alles wat ik over mijn eigen kinderen zei, maar bijzaak was.
Een paar weken geleden vierde Dagmar haar tweede verjaardag
We gingen langs bij Gosse en Maud, met een cadeautje in onze handen. Terwijl ik Ada uit haar autostoeltje tilde en Moby bij de voordeur liet aanbellen, zag ik mijn moeder al staan in de woonkamer. En daar, in het midden van de kamer, stond een enorme kinderkeuken. Met lichtjes, draaiende knoppen en zelfs kleine accessoires.
“Kijk eens wat oma voor je heeft!” riep mijn moeder enthousiast
Dagmar klapte in haar handjes en rende naar het cadeau toe. Iedereen lachte, en Maud gaf mijn moeder een knuffel. “Mam, je bent veel te gul,” zei ze, maar haar gezicht straalde. Ik keek naar mijn kinderen. Moby keek even naar de keuken, maar richtte zich toen op de ballon die hij in zijn handen had gekregen. Ada lag in mijn armen, druk in haar eigen wereldje. Toch voelde ik me er niet lekker bij. Hoe zou ik dit later uitleggen? Hoe kon ik zeggen dat oma van iedereen evenveel hield, terwijl haar acties soms iets heel anders lieten zien?
Het bleef niet alleen bij cadeaus
Mijn moeder paste regelmatig op Dagmar, soms meerdere keren per week. Bij ons deed ze dat ook, maar veel minder vaak. Ik had mezelf altijd verteld dat het logisch was. Gosse en Maud werkten allebei fulltime, ik had een flexibelere baan. Maar toch, het verschil bleef steken. Ik dacht aan Fons en Hidde, de kinderen van mijn zus Carmen. Ook zij leken minder aandacht te krijgen. Op een dag vertelde Carmen er iets over. Het was na een familiediner, toen we samen de keuken opruimden.
“Ze lijkt zoveel te doen voor Dagmar, vind jij niet?” vroeg Carmen
“Meer dan voor de jongens, bedoel ik.” Ik keek haar aan, verbaasd maar ergens ook opgelucht. Het was niet alleen mijn gevoel. “Denk je dat ze dat zelf doorheeft?” vroeg ik. Carmen schudde haar hoofd. “Waarschijnlijk niet. Maar ik merk het wel. En de jongens… nou ja, die zeggen er niets van. Maar ik zie het aan ze.”
We praatten er verder niet over
Wat moest je ook zeggen? Onze moeder bedoelde het niet slecht. Ze hield van al haar kleinkinderen, daar twijfelde ik niet aan. Maar hoe verkoop je dit? Hoe zorg je dat niemand zich buitengesloten voelt, als de verschillen zo duidelijk zijn? Een paar dagen later vroeg Moby me ineens: “Mam, vindt oma Dagmar leuker dan mij?” Zijn vraag raakte me. Het kwam zo onverwacht. Ik keek hem aan en wist even niet wat ik moest zeggen.
“Nee, natuurlijk niet,” zei ik uiteindelijk maar
“Oma houdt van iedereen evenveel. Maar Dagmar is vaak bij oma omdat haar papa en mama veel werken. Oma helpt gewoon een beetje.” Hij knikte, maar ik zag dat hij mijn antwoord niet helemaal begreep. En waarom zou hij ook? Hoe leg je een5-jarige uit dat sommige dingen gewoon zijn zoals ze zijn, ook al voelen ze niet eerlijk?
Ik heb er vaak over nagedacht om het met mijn moeder te bespreken
Om te zeggen dat de verschillen opvallen. Dat ze haar kleinkinderen misschien onbedoeld een gevoel geeft van ongelijkheid. Maar ik doe het niet. Niet omdat ik bang ben, maar omdat ik niet weet hoe ik het moet brengen zonder haar te kwetsen. Want wat als ze boos wordt? Wat als ze zich aangevallen voelt? Misschien denkt ze dat ik haar beschuldig van iets wat ze niet expres doet. En dat wil ik niet.
Dus hou ik mijn mond
Voorlopig dan. En ondertussen probeer ik alles zo goed mogelijk uit te leggen aan mijn kinderen. Want ik weet dat de dag komt dat ze de verschillen echt gaan zien. En dan moet ik klaar zijn met de juiste woorden.
TAMARA
Hoe zou je moeder rationeel het verschil niet snappen tussen een volledig uitgeruste speelgoedkeuken met accessoires en een legpuzzeltje…? Dat het keukentje eventueel een aanbieding was, doet er niets aan af. Het gaat namelijk niet om de geldelijke waarde van een cadeau. Los daarvan geloof ik er niets van dat de keuken in de aanbieding was en er voor de andere kleinkinderen niet iets van dezelfde orde van grootte beschikbaar was. Ze trekt duidelijk één kind voor en probeert recht te praten wat krom is.