Na de bevalling heb ik nog zes nagesprekken gehad in het ziekenhuis: “Dit had nooit mogen gebeuren”

| ,

Het begin

Op de dag dat ik 38 weken zwanger was moest ik mij op zondag ochtend om 7:00 uur melden in het ziekenhuis, om ingeleid te worden met tabletjes. Na twee dagen tabletjes toegediend gekregen te hebben konden de vliezen nog niet gebroken worden. De gynaecoloog besloot dat het tijd was om een ballonnetje te plaatsen.

Het ballonnetje werd geplaatst door de verloskundige, omdat het erg druk was op de verloskamers. Het plaatsen van een ballonnetje is twee keer geprobeerd maar lukte niet, mijn bekkenbodemspieren waren te sterk. Een andere gynaecoloog werd erbij geroepen om te overleggen wat nu, en zoals verwacht wilde ook deze het toch even proberen.

Omdat ik al twee dagen in het ziekenhuis lag en dit dag drie zou worden zonder enige vooruitgang zuchtte ik de tegenslagen maar weg. Op het moment dat ik mijn vriend aan keek om hem duidelijk te maken dat ik het zat was zei de gynaecoloog: ‘Ik kan de vliezen breken, doen?’ ‘Uh ja doen daar was ik hier toch voor?, riep ik gefrustreerd terug.

Toch maar een ruggenprik

Op het moment dat ik in een plas water lag werd er gelijk van alles geregeld. Het infuus werd aangelegd en ook dit moest drie keer opnieuw gedaan worden omdat het niet goed zat. Het bloed stroomde langs m’n hand en ik zag er zwaargewond uit.

Toen het infuus met weeënopwekkers was aangesloten werd direct gevraagd of ik een ruggenprik wilde, omdat het dus erg druk was en dit wel een tijdje zou kunnen duren. Ik besloot het te doen, want anders was het misschien te laat en de mogelijkheid werd me aangeboden.

Tien minuten later werd ik al opgehaald voor de ruggenprik. Ook de ruggenprik ging niet in een keer goed, want het slangetje kon de bocht niet maken. Ondertussen was ik al druk bezig om de weeën weg te puffen. Nadat er een heel team achter m’n rug bezig was geweest mocht ik weer terug naar de verloskamer.

Een zenuw geraakt

Om het half uur werd mij gevraagd hoe het met de pijn ging. Deze werd steeds erger gaf ik aan. Ook gaf ik aan dat de ruggenprik niet lekker zat en dat het leek alsof er een zenuw geraakt was. “Nee mevrouw dat kan niet hoor, de ruggenprik zit goed, de pijn hoort niet erger te worden en dat er een zenuw geraakt is kan haast niet.

Uiteindelijk wist ik niet meer hoe ik moest liggen door de pijn in mijn rug, wat achteraf dus een geraakte zenuw bleek te zijn. Ook werden de weeën steeds heftiger, de ruggenprik bleek helaas niet te werken. Eind van de middag mocht ik terug naar de OK (operatie kamer), zodat ze het slangetje dat in mijn rug zat iets konden verplaatsen.

Hierdoor werd de pijn van die ene geraakte zenuw wel minder, omdat deze er niet meer tegen aan zat te duwen. De pijn van de weeën is 10 minuten zo goed als weg geweest. Dat was precies de tijd die er nodig was om van de OK terug naar de verloskamers te komen en mijn moeder naar het restaurant te sturen zodat ze even iets kon eten.

De weeën komen terug

Vlak nadat ik mijn moeder weg had gestuurd, begonnen de weeën weer en heb ik mijn vriend m’n moeder uit het restaurant laten halen. Ik wist niet meer hoe ik met de pijn om moest gaan. Het drong steeds meer tot me door dat alles wat ze bij me deden niet gelijk goed ging en dat er ook niet naar me geluisterd werd.

Uiteindelijk lukte het de verloskundige die op dat moment dienst had mij iets rustiger te krijgen tijdens de weeënstorm. Net toen dit gelukt was zei ze “ik ben over vijf minuten terug, hier heb je het belletje, druk als er wat is.

Waar is de verloskundige?

Vijf minuten werden tien minuten en de weeën werden nog een stukje heftiger. Ik raakte weer in paniek, waar bleef die verloskundige die zei dat ze vijf minuten weg bleef? Ik drukte en drukte op het belletje, maar na een kwartier was ze er nog niet.

Inmiddels had ik het belletje zo vaak ingedrukt dat mijn moeder hem uit mijn handen heeft gepakt, want ze zou nu toch zo wel komen. Uiteindelijk waren die vijf minuten een half uur geworden en was ik weer volledig in paniek. Nooit eerder heb ik echt paniek mee gemaakt of schoot ik echt uit mijn slof, dus mijn vriend en mijn moeder wisten zich ook geen raad meer.

Tijd om te persen

Rond 8 uur ’s avonds kreeg ik het gevoel dat ik moest persen, de gynaecoloog werd er weer bij geroepen en ik had 9 centimeter ontsluiting. “We gaan rustig alle spullen klaarzetten en tegen die tijd mag je persen“, zei ze. Uiteindelijk kwam hier geen vooruitgang in. Dat hadden ze zelf ook door. De woorden “je doet het hartstikke goed, nog een keer, kin op je borst en nee echt niet, er gebeurt niks” bleven door de kamer gaan.

Tussendoor werd er steeds gecontroleerd of het nog wel goed ging met de baby via een monstertje bloed dat ze van zijn hoofdje namen. Zijn hartslag was niet meer in de gaten te houden, omdat het apparaat het steeds verwarde met die van mij.

Het werd een spoedkeizersnede

Nadat er een andere gynaecoloog kwam kijken hoe het ging, wilde zij ook voor de zekerheid nog een keer een monstertje bloed afnemen van het hoofdje. Gelukkig dat zij dit deed, want er moest duidelijk actie ondernomen worden. De baby had nog maar voor een halfuurtje zuurstof en bleek een sterrenkijker te zijn, hij moest er direct uit.

Het werd een spoedkeizersnede. Voor dit echt door drong reed het bed al langs de wachtkamer, waar inmiddels heel wat familieleden zaten te wachten die dachten dat hij er nu wel zou zijn. Ik deed net alsof ik ze niet zag, want daar enige reactie op geven lukte me niet. Aangekomen op de OK werd er gelijk met spoed alles klaar gemaakt. Iedereen heeft zijn eigen taak op dat moment en ze daarin storen was bijna onmogelijk.

Ik moest van het bed snel de operatietafel op en gaan zitten waarbij ik werd geholpen, daarna werd snel alles weer klaargezet en ging de anesthesist aan de slag met de ruggenprik. Op dat moment had ik een perswee en lukte me het niet om stil te zitten.

Geen lucht meer

Mijn vriend was weer even weg gelopen, omdat hij zich opnieuw moest omkleden. De kleding die hij had gekregen was die dag net nieuw, en nog niet al het personeel kende die kleding. Ik vroeg of er iemand was die mij kon vasthouden, omdat ik het gevoel had dat ik elk moment van de operatietafel af kon vallen.

Hier was even niemand voor aanwezig, dus op het laatste moment greep er iemand in om me tegen te houden tijdens een perswee toen de ruggenprik gezet werd. Eigenlijk meteen al voelde ik geen pijn, maar dat ik het Spaans benauwd kreeg.

Nog geen vijf seconden kreeg ik helemaal geen lucht meer en kon ik me niet meer bewegen. Dit probeerde ik te zeggen maar m’n stem en armen deden het ook niet meer. Opnieuw sloeg de paniek weer toe en dacht ik dat ik doodging. Uiteindelijk zagen ze aan de angst in m’n ogen dat er een kapje nodig was met lucht, voor mijn gevoel deed dat hele kapje echter niets.

Ik zakte weg

Ik hoorde ze roepen: “blokkade en we halen de baby eruit dan mag ze slapen“. Met slapen bedoelde ze dus onder narcose gebracht worden, maar voor dit gezegd was en voor mijn eigen zoon was geboren, was ik al weg.

Weer die paniek

Ruim een uur later werd ik wakker in een lege zaal, waar ik in mijn ooghoeken alleen een klok zag hangen. Het eerste wat er door mij heen ging was, is dit het mortuarium? Moeten ze de zak nog dicht ritsen? Is m’n kind geboren? Waar is hij dan? Weer die paniek die toesloeg.

Ik kon me ook nog steeds niet bewegen of praten, dus toen ik na een half uur iemand zag lopen lukte het me niet om aan te geven dat ik wakker was. Nadat ik al drie kwartier wakker was, kwam er iemand naast mijn bed staan. “Gefeliciteerd met je zoon, hoe heet hij?“, zei hij. Het enige wat ik toen dacht was: “Waar is mijn zoon en waarom ben ik compleet verlamd?

Toen ik geen reactie gaf zei hij: “Volgens mij heet hij Milan, ik zal naar boven bellen om te zeggen dat je wakker bent.” Voor ik opgehaald werd door iemand van de verpleging die samen met mijn vriend aankwam, waren we weer een half uur verder.

Boosheid vanwege onduidelijkheid

Ik was ondertussen zo boos. Mijn vriend had ook niet door wat er nou echt met mij gebeurd was. Hij kreeg ook nergens uitleg over. Het enige wat hij te horen kreeg was dat ik sliep. Toen hij bij mij aankwam vertelde hij gelukkig gelijk dat alles goed was met ons zoontje Milan, en dat hij boven was, bij onze moeders.

Waarop ik gelijk weer dacht “heeft iedereen hem al gezien en vastgehouden dan?” Dat was gelukkig niet zo, onze moeders waren samen met ons zoontje Milan in een kamer zodat hij niet alleen was en in een bedje op mij lag te wachten. Toen ik in de kamer aankwam waar mijn zoontje lag, werd er als eerste gevraagd: “Zo wat wil je eten en een beetje drinken misschien?”

Ik kookte al vanbinnen, maar daar kwam nog een glas kokend water overheen. Gelukkig greep mijn moeder in en zei: “Uh hallo, wat denk je ervan? Misschien wil ze haar eigen zoon even zien en vasthouden?” Gelukkig was met hem alles goed, maar deze ontmoeting had ik me totaal anders voorgesteld. Ik pakte Milan totaal emotieloos aan en zei niks. Bang dat ik alsnog uit m’n plaat zou gaan en zou losbarsten daar in dat ziekenhuis.

Reactie van het ziekenhuis

Achteraf heb ik nog zes nagesprekken gehad in het ziekenhuis, om te kijken hoe het met mij gaat en te bespreken hoe alles nou gelopen is. Wat er misging tijdens mijn ruggenprik, was dat mijn longen verdoofd waren. De werking van de prik schoot hierdoor naar boven, en dit veroorzaakt een blokkade bij mijn longen. Zelf denk ik nu dat fouten maken menselijk is en het iedereen kan overkomen. Het was gewoon dikke vette pech dat er bij mij zo veel fout ging.

Wat ik nog steeds niet begrijp en waarschijnlijk nooit zal begrijpen, is dat er niemand bij mij was toen ik wakker werd. Ze wisten zelf ook dondersgoed dat ik niet wist wat er aan de hand was en wat voor paniek dit kan veroorzaken. Dit hadden ze gewoon veel beter moeten oplossen.

Reactie van het ziekenhuis hierop was: “Dit had niet mogen gebeuren, er was te weinig personeel, omdat de avondploeg overgenomen werd door de nachtploeg en ze niet goed genoeg op de hoogte waren van de situatie.

STEPHANIE

Bron: Ik Ben Zwanger

Plaats een reactie