Mijn zoontje, Niels, is 4 jaar oud
We hebben elke dag een vast ritueel: ’s ochtends en ’s avonds poetsen we samen zijn tanden. Ik zorg er altijd voor dat hij twee minuten lang poetst, zoals de tandarts aanbeveelt. Dus toen ik vandaag met Niels naar de tandarts ging voor een routinecontrole, verwachtte ik niets bijzonders.
We zaten in de wachtkamer van de tandartspraktijk, en Niels speelde met zijn autootje
Hij keek nerveus om zich heen, zijn kleine handje stevig in de mijne geklemd. “Mama, doet het pijn?”, vroeg hij zachtjes. “Nee, lieverd, het doet geen pijn”, stelde ik hem gerust. “De tandarts gaat alleen maar even kijken.” Toen onze naam werd omgeroepen, liep ik met Niels naar binnen. De tandarts, een man van middelbare leeftijd met een strakke blik, begroette ons koeltjes. “Hallo, Niels”, zei hij zonder een glimlach. “Kom maar zitten.”
Niels klom gehoorzaam in de stoel en opende zijn mondje, zoals hij altijd doet wanneer we thuis poetsen
De tandarts begon zijn controle en ik wachtte geduldig, er zeker van dat alles in orde zou zijn. Maar toen ik de frons op het gezicht van de tandarts zag, voelde ik een knoop in mijn maag ontstaan. “Mevrouw, kunt u even meekijken?”, vroeg hij. Zijn toon was scherp en liet weinig ruimte voor discussie. Ik liep naar de stoel en keek over zijn schouder mee. Ik schrok. Niels’ gebit had een aantal gaatjes. Kleine donkere plekjes die ik nooit had opgemerkt. Ik voelde mijn wangen rood worden van schaamte en schrik.
“Hoe heeft u het zover laten komen?”, vroeg de tandarts streng
“Dit is absoluut onaanvaardbaar. Dit kan veel pijn veroorzaken.” Niels had nog nooit over pijn geklaagd. “Hoe is dit nu mogelijk?”, dacht ik. Zijn woorden kwamen als een klap in mijn gezicht. Ik voelde tranen opwellen, maar slikte ze weg. “Ik poets zijn tanden elke dag, twee keer per dag”, stamelde ik. De tandarts schudde zijn hoofd. “Dat kan ik me nauwelijks voorstellen, gezien de staat van zijn gebit. U moet beter opletten. Dit is uw verantwoordelijkheid.” Zegt hij nou dat ik lieg? Ik voelde me klein en waardeloos. “Ik doe echt mijn best”, probeerde ik nog, maar hij luisterde al niet meer. Hij gaf me instructies voor vervolgafspraken en liep toen weg, zonder me nog een blik waardig te keuren.
Niels keek me aan met zijn grote, onschuldige ogen
“Mama, heb ik iets verkeerd gedaan?”, vroeg hij zachtjes op de gang. “Nee, schatje, je hebt helemaal niets verkeerd gedaan”, antwoordde ik, “Mama gaat alles in orde maken, oké?” Op weg naar huis hield ik Niels’ handje stevig vast, mijn gedachten vol met schuldgevoelens en verwarring. Hoe had ik dit niet kunnen zien? Wat had ik verkeerd gedaan? Toen we thuiskwamen, barstte ik in tranen uit. Ik voelde me een verschrikkelijke moeder, ondanks dat ik wist dat ik altijd mijn uiterste best deed voor Niels.
Niels kwam naast me zitten en sloeg zijn kleine armpjes om me heen
“Niet huilen, mama”, zei hij, “Ik vind je lief.” Zijn woorden raakten me diep en maakten het schuldgevoel alleen maar groter. Hoe kon dit gebeurd zijn, zonder het door te hebben? Ik dacht terug aan alle keren dat we samen voor de spiegel stonden. Waar was het misgegaan?
Ik besloot de instructies van de tandarts opnieuw te bekijken
Misschien had ik iets over het hoofd gezien. Ik las over verschillende technieken, fluoridegebruik en voedingsadviezen. Al snel besefte ik dat ik misschien niet altijd even strikt was geweest met het beperken van zoetigheid. Niels hield van sapjes. Dit gaf ik hem regelmatig. Ik had het gevoel dat dat in combinatie met gevoelige en zwakke tanden de oorzaak was voor het gebit van Niels. Ons poetsgedrag was namelijk uitstekend. Wat de tandarts ook zegt!
Die nacht lag ik wakker in bed
“Wat als ik een slechte moeder ben? Wat als Niels door mijn fouten pijn moet lijden?” Al die zoetigheid. Deze gedachten hielden me wakker. De tranen slikte ik weg. De volgende ochtend, nadat ik Niels naar de school had gebracht, nam ik een beslissing. Meer water en minder sap, strengere regels over snoep. Ik voelde me nog steeds schuldig, maar ik wist dat ik actie moest ondernemen voor Niels’ gezondheid. “We gaan ervoor zorgen dat zijn tanden gezond blijven”, nam ik me voor.
Ik besloot ook van tandarts te wisselen
Onze tandarts was echt een botte man. Een schurk. Ik besefte dat hij het heel anders en vriendelijker had kunnen aanpakken. We zitten nu bij een tandarts die heel kindvriendelijk is.
IRIS