‘Oh oh’, denk ik als ik van de weegschaal stap. En niet omdat ik zoveel weeg. Integendeel. De weegschaal geeft een schrikbarend eng cijfer aan. Ik kijk omhoog in de spiegel. How did it get this bad? Ik ben dun. Sommigen zeggen mager. Vroeger ben ik daar erg mee gepest. De GGD belde op de basisschool zelfs mijn ouders met de vraag of ik wel genoeg te eten kreeg. “Jazeker, dit kind eet als een gek”, was het antwoord. Het zit in onze genen. Lang en dun en we kunnen het niet helpen. Toen at ik inderdaad “als een gek”.
Maar nu, nu gaat het te ver. Ik was de afgelopen tijd zo druk dat ik vergat te eten. Skipte een lunch. Geen tijd voor ontbijt. Oeps, weer niets gegeten tot 15 uur ‘s middags. Geen energie, altijd moe… wat gek zeg! Maar wat echt raar is, is dat ik hier bizar snel aan gewend was geraakt. Mijn lichaam vroeg er niet meer om; ik had geen honger meer. Ontbijten is mijn grootste issue. Ik kan alleen mijn bak koffie handelen in de ochtend. In de loop van de dag een koekje, een maaltijdsalade (wat natuurlijk geen zoden aan de dijk zet), of ineens een bak kersen en weer niks tot het avondeten. Ik neem er de tijd niet voor, de rust niet en iets heel schrikbarends: ik heb er geen zin in. Zo lui om hippe shakes te maken en healthy maaltijden uit te pluizen. Huh?! Dat vond ik vroeger altijd júist leuk om te doen. In mijn zwangerschap dronk ik elke dag een verse zelfgemaakte smoothie. De Allerhande boekjes lagen altijd verkreukeld op tafel, waar ik de recepten zo vlug ik ze zag uitscheurde. Voor alle vleesgerechten, maakte ik een eigen vegavariant in een handomdraai. Ik herken mezelf even niet.
Niet lang na deze constatering en de vele “Jeetje wat ben jij afgevallen zeg!”, klopte ik aan bij de huisarts vanwege rugpijn tussen mijn schouderbladen. In het kader van lang zijn; hierdoor ben je dus ook eerder geneigd om met een gebogen rug te lopen. Resultaat: een vergroeide wervel en beginnende scoliose, constateerde de mevrouw van de Cesartherapie. Naast de ‘stokoefeningen’, ontspanningsoefeningen, rekken en strekken leerde ik van haar hoe ik nou eigenlijk moet lópen. Ja lopen. En staan. En zitten. En wandelen achter de kinderwagen. En Hailey optillen. Eigenlijk deed ik zo’n beetje alles fout. Ik bukte verkeerd bij het in- en uitruimen van de vaatwasser, als ik speelgoed opruimde of ‘even snel’ met de kruimeldief door de woonkamer ging. ”En je moet gaan sporten, om spiermassa op te bouwen. Je lichaam is verder niks gewend, omdat je alles van je rug verlangt”. Geen wonder dus dat ik pijn had.
Zodoende ging ik naar de gevreesde sportschool met al die enge apparaten ‘die ik niet snap’. Om die stomme reden had ik tot op heden de sportschool altijd vermeden. Na een goed gesprek met een mega lieve fitnessintructrice, nogmaals dat helse moment op de weegschaal en de conclusie dat mijn BMI 16 is…. sprak ik met mezelf af: ik ga 2-3 keer in de week de voorgeschreven oefeningen doen. Voor mijn rug, houding, buik, benen, armen, bovenlijf. En tot nu toe ga ik trouw elke maandag- en donderdagavond. Ik heb zelfs al wat oefeningen toegevoegd aan mijn trainingssessie en inmiddels ook wat oefeningen zwaarder en intensiever gemaakt voor mezelf.
En toen. Ja ik sport, ik doe m’n oefeningen van therapie. Ik heb geen pijn meer. Ongelooflijk hoe snel dat is gegaan. Pure trots voelde ik. Maar ik kwam niet aan, sterker nog, ik viel 2 kilo af. Een mooi atletisch figuur bleef uit. Ik at nog hetzelfde. En voelde me futlozer dan ooit. Pijnloos – maar futloos. Het sporten is heerlijk, maar ik denk dat ik nu toch echt onder ogen moet komen wat het werkelijke probleem is …
Wordt vervolgd in deel II!
Liefs
Kelly & Hailey