“Welkom vanavond bij het kerstoptreden. De kinderen hebben hard geoefend en ze verdienen een daverend applaus!”, kondigde de juf van de naschoolse opvang aan. De deur ging open en een rij met zenuwachtige kinderen kwam de donkere zaal binnen. Allen droegen ze een klein lichtje. “Zet ‘m op Valentijn!”, riep ik net iets te hard. Mijn zoon keek me trots aan. Ik zat vooraan en had goed zicht op de jubelende kindjes die stonden te wachten op het podium totdat ze mochten zingen. Het startsein was daar. “Kling klokje klingelingeling, kling klokje kling…” Ik kreeg een brok in mijn keel. Het gezang van al die kinderstemmetjes, kwam binnen bij me en raakte een gevoelige snaar. Zo puur, zo helder. Ik wist dat ik op dat moment precies was waar ik moest zijn.
De stress die ik had gehad om op tijd aan te komen was ik allang vergeten. Op het werk was het ontzettend druk in de laatste week voor de kerstvakantie. Ieder jaar weer was het een race tegen de klok om alle deadlines te halen. Het leek wel of iedereen met de overgang naar het nieuwe jaar het werk af moest hebben. Maar dat was een illusie, want het werk was nooit af. Waar de natuur zich terugtrekt tijdens de donkere dagen. Doen wij het nog een tandje harder. Niet zeuren maar doorgaan. Kom op, iedereen doet het!
Daar in die donkere gymzaal besefte ik mij dat er veel meer ouders moeite hadden om het te bolwerken. De voorste rij waar ik had plaatsgenomen was verder helemaal leeg. Schuin achter mij zat nog een moeder en halverwege de opvoering kwam er nog een vader binnen die stilletjes achterin plaatsnam. Het maakte mij bedroefd wetende dat een groot gedeelte van de kinderen niet de aanmoediging kreeg die ze verdienden. Een knikje of een knipoog. Een ‘ik ben trots op jou’ blik. Des te harder klapte ik aan het einde van het laatste lied. Ik ging staan en kon mijn tranen nauwelijks bedwingen.
Het was een paar maanden voorafgaand aan mijn ziekmelding. Het was een moment waarop ik besefte welk type moeder ik was. Het type die niks van haar kinderen wilde missen. Het type die alle bijzondere stappen met eigen ogen wilde bewonderen. Het type welke aanwezig was bij schoolactiviteiten. Het type moeder die vooraan (luid) stond toe te juichen. En tóch ging ik een paar maanden later voor die ambitieuze baan van 32 uur in de week. Want dat was wie ik wilde zijn. Die powervrouw. Die vrouw die betrokken was bij haar gezin én die vrouw die haar ambities waar maakte.
Wat ik nog niet wist, was dat die batterij in zijn reserve raakte. Dat mijn accu meer leegliep dan werd opgeladen. Dat er zo nu en dan kortsluiting ontstond. Van een paniekaanval in de supermarkt, tot hartkloppingen in het theater. En dan die eeuwige moeheid, die ik totaal negeerde. Want alle moeders zijn moe. Daar hoef je niet aan toe te geven. Maar toen ik mij in mijn nieuwe job na zes weken ziek moest melden, bleef er niet veel meer over van die powervrouw. Ik veranderde van die ‘ik ga recht op mijn doel af, en niets houdt mij tegen’ in een afhankelijke bange vrouw die totaal geen zelfvertrouwen meer had. De klap was groot.
Nu anderhalf jaar later kan ik zeggen dat die klap mijn redding is geweest. Ik heb alle fases van burn-out doorgemaakt. Na maanden van research heb ik een eigen model ontwikkeld dat alle fases in het herstellen van een burn-out weergeeft. De eerste fase is de ziekmelding. Je lichaam grijpt in. De tweede fase is vechten. In de eerste maanden thuis staat je lichaam nog in de vlucht- en vechtmodus. Dit kan mij toch niet overkomen? Na een periode van strijd tussen willen en kunnen word je genoodzaakt terug te kijken. Waar is het misgegaan? De fase van reflectie. Als je de antwoorden hierop vindt ben je beter in staat te zien wat er moet veranderen. Want zo doorgaan is geen optie! Dit is de onderzoeksfase. De transformatie die je doormaakt is een zoektocht naar jezelf. Pas als je echt accepteert dat je dus niet die vrouw was die je dacht te moeten zijn, kom je in de laatste fase. In deze herstelfase ben je terug bij jouw eigen kern, wie jij bent. En hoe mooi is dat, want ik mag er zijn en jij ook!
Liefs,
JOLIEN