Ik open de deur van de verloskamer, het is nog donker
Stilletjes loop ik verder de kamer op. Het is al even na achten, tijd om op te starten. Achter het gordijn zie ik de zwangere in het donker zitten. In haar handen een telefoon, het licht van het beeldscherm weerkaatst tegen haar gezicht. Haar blonde haren zitten in een rommelige knot op haar hoofd. In haar neus weerspiegelt een klein gouden ringetje. Op haar onderarm staat een tatoeage. Naast haar in het opklapbed ligt iemand onder de dekens met de rug naar me toe. Ik stel me zachtjes voor en vraag of het goed is als ik een lichtje aandoe. De zwangere vrouw knikt. Ik draai me om en druk op de lichtknop. Een bak licht verstoort de serene rust. Ik draai snel aan de dimmer om het weer wat aangenamer te maken. Het gestalte in het opklapbed verroert geen vin. De zwangere heeft nog steeds haar gezicht naar haar beeldscherm. Ik zie op het bed naast haar een versleten koala-knuffel liggen. De oortjes zijn er liefdevol aangenaaid en de vacht is een beetje klitterig. Ik pak de zadelkruk die naast haar bed staat en ga erop zitten. Ik vraag haar of ze wat heeft geslapen. Ze kijkt even op van haar telefoon en kijkt me aan. Ze haalt haar schouders op: ‘Niet echt, dat ding in mij lag echt niet fijn hoor.’ Ze doelt waarschijnlijk op de ballon. ‘Dat snap ik. Heb je het idee dat hij al los ligt?’. Ze haalt weer haar schouders op en laat haar blik weer afglijden naar haar telefoon.
Haar naam is Romy en twee weken geleden is ze 18 jaar geworden
Veel te vroeg werd ze zwanger van een vriendje met wie ze net een paar weekjes verkering had. De verkering is nog aan, dat is heel fijn, maar wat is ze jong. Ik las vanmorgen in haar zwangerschapskaart dat het niet de eerste keer is dat ze zwanger is. Een jaar geleden heeft ze een zwangerschap weg laten halen. Veel meer informatie stond er niet bij. Zonde dat het daarna niet gelukt is om goede anticonceptie voor haar te regelen. Ik klets wat over ditjes en datjes, maar Romy heeft meer aandacht voor haar telefoon dan voor mij. Ik probeer zo uitgebreid mogelijk uitleg te geven over het plan van vandaag, terwijl ik ondertussen het hartfilmpje vastmaak aan haar buik. Ik vraag me af in hoeverre het duidelijk is voor Romy wat haar staat te wachten. Al mijn open vragen om haar zoveel mogelijk te laten vertellen, weet ze goed om te buigen door korte antwoorden te geven. Nadat we een minuut of tien hebben gekletst, kijk ik nog eens naast haar in het bed. Haar vriendje beweegt nog niet, ik wijs naar hem en vraag Romy of hij wakker moet worden zodat ik haar kan onderzoeken en ze misschien wat steun heeft. Ze schudt haar hoofd en wuift met haar hand door de lucht. ‘Ik heb hem daar niet voor nodig hoor.’ Ik lach: ‘Prima’, en ik denk eerlijk gezegd dat ze gelijk heeft.
Romy is vandaag ruim 41 weken zwanger
Toch had ze de wens om te worden ingeleid, afwachten tot 42 weken zag ze niet zitten. Inmiddels zit ik bij haar op bed om inwendig onderzoek te doen. Romy houdt haar koala onder haar kin en stopt haar neus erin, ze snuift eens diep en doet haar ogen dicht. Ineens denk ik aan mijn eigen kleuters van vijf die op dezelfde manier hun knuffel tegen hun wang drukken als ze willen gaan slapen en moet er stiekem niet aan denken dat ze over 13 jaar in ditzelfde verlosbed liggen met diezelfde knuffel. Nadat ik Romy nogmaals heb gevraagd of ze er klaar voor is, voel ik met mijn vingers of ze al genoeg ontsluiting heeft om de vliezen te breken. De ballon ligt in ieder geval los en ze heeft inderdaad een mooie drie centimeter ontsluiting. ‘Super goed joh, die ballon was niet voor niets’. ‘Mmm’, antwoordt Romy. ‘Vind je het goed dat ik de vliezen breek?’, vraag ik. ‘Je doet maar’, zegt Romy terwijl ze naar boven kijkt.
Nadat ik haar vliezen gebroken heb, zie ik helder vruchtwater langs haar billen stromen
‘Gadverdamme’, zegt Romy en ze kijkt me strak aan. ‘Wat is dat? Het voelt vies.’ Ik moet lachen om haar reactie. ‘Dat is het vruchtwater, het voelt warm denk ik of niet?’. Ze kijkt me met samengeknepen ogen aan en knikt. Ondertussen pak ik wat schone matjes, een kraamverbandje en haar onderbroek. Vlug verschoon ik haar bed en help ik haar in haar ondergoed. ‘Wat zijn dit voor dingen?’, vraagt Romy vervolgens, terwijl ze voelt aan haar ondergoed waar inmiddels een maandverband in zit. Ik leg uit wat het is. Ze moet er ongemakkelijk van lachen. Ik help haar rechtop en wijs nog eens naar haar wederhelft. ‘Misschien toch goed hem wakker te maken?’.
‘Oke, is goed’, zegt ze waarna ze een waterflesje van haar nachtkastje pakt en het op hem gooit. Het gestalte begint te bewegen onder de dekens. ‘Goede tactiek’, zeg ik met een knipoog. Romy moet lachen. Nadat ik Romy en Jordy heb uitgelegd wat we nu gaan doen, verlaat ik de kamer. Zowel Romy’s moeder als die van Jordy zullen aansluiten als de bevalling daadwerkelijk begint. Ik heb voor nu afgesproken dat ze even mag gaan douchen en zich klaarmaken voor de bevalling en dat ik later bij haar terugkom.
Een paar uurtjes later ben ik al meermaals bij Romy en Jordy langs geweest
De weeën begonnen vrij vlot na het breken van de vliezen. Haar lijf was er duidelijk al klaar voor en weeënopwekkers waren niet meer nodig. Aan Jordy blijkt Romy weinig te hebben, hij is druk met zijn spelcomputer en heeft weinig oog voor Romy. Rosan, de verpleegkundige die met mij voor Romy zorgt, heeft gelukkig inmiddels alle tijd voor Romy en helpt haar als een soort van partner door de weeën. Ook Romy’s moeder is gearriveerd. De moeder van Jordy zit ergens vast in het verkeer. Het is bijna twaalf uur als Rosan belt. Het lijkt snel te gaan, want Romy krijgt al flinke druk. Ze wil graag wat tegen de pijn en vraagt of ik langs wil komen. Als ik de deur opendoe zie ik hetzelfde als die ochtend het geval was: Jordy ligt op het opklapbed met de spelcomputer in zijn hand terwijl Romy op het bed zit met de koala-knuffel naast zich. Haar moeder zit iets verder tegen de muur op een stoel en kijkt van mij naar Romy en weer terug. Ze is jong, logisch ook. Ik schat haar begin veertig. Ze is zichtbaar nerveus en ik zie ook wat lichte schaamte in haar blik. Rosan zit op de zadelkruk en houdt de hand van Romy vast.
Dapper zucht Romy de ene na de andere wee weg duidelijk niet wetende wat ze aan moet met de pijn
Zonder te voelen naar de ontsluiting geef ik uitleg over het morfinepompje met remifentanil. Ik zie aan haar dat het vlot gaat en ik denk dat ze nu wat nodig heeft voor de pijn. Op een ruggenprik moet ze een tijdje op wachten en zou altijd nog kunnen mocht de ontsluiting tegenvallen. Romy knikt instemmend. Geroutineerd sluiten Rosan en ik niet veel later het pijnpompje aan en na een paar keer drukken is Romy duidelijk wat rozig geworden en lijkt de pijn minder. We helpen haar met het opvangen van de weeën die ze duidelijk beter aankan. Zowel Jordy als haar moeder zeggen niets en kijken enkel toe hoe wij ons werk doen. Ik zie het vaker, een toch wat afwachtende houding van de bevalpartners terwijl zij altijd de meest belangrijke personen zijn in mijn ogen. Ik moedig ze beiden aan wat dichterbij te komen, maar heb gelijk al door dat Romy het vandaag vooral met Rosan en mij moet doen. Ik word gebeld om bij een andere kamer te komen, dus ik laat Rosan achter bij Romy. We spreken af dat ik over een half uurtje kom kijken of de ontsluiting vooruit gaat.
Ik ben nog geen kwartier de kamer van Romy af als ik word gebeld
Het blijkt Rosan te zijn. Romy heeft persdrang. Ik rond het bezoek aan de huidige verloskamer af. Als ik de verloskamer van Romy binnenkom, zie ik dat Rosan al in de weer is met kruiken en hydrofiele doeken. De opvangtafel van de baby staat aan en is warm. Ik kijk Rosan aan. Ze knikt en geeft een knipoog. Ik ga op mijn knieën naast Romy zitten die op haar zij ligt. Ze heeft haar hoofd in haar nek, zweetdruppeltjes parelen op haar voorhoofd. In haar hand houdt ze angstvallig gespannen de knop van de morfinepomp, in haar andere hand de rand van het bed. Op de grond kijkt de koala mij met kraaloogjes aan. Ik leg een hand op haar zij om haar te laten weten dat ik er ben. Ze tilt een ooglid op. ‘Dit is echt niet normaal hoor’, zegt ze. ‘Ik moet echt poepen. Ik moet naar de wc. Kan dat met dit ding?’. Ze houdt de knop van de morfinepomp de lucht in. Ze heeft geen tijd om op mijn antwoord te wachten, want de volgende wee begint. Ik haal mijn hand van haar zij en kijk haar aan. De kreten die ze uitslaat, klinken als persdrang en ik zie dat haar buik golvend meedoet. Deze baby heeft haast. Ik pak handschoenen en vraag of het goed is om haar ontsluiting te controleren. Ik probeer ondertussen uit te leggen dat dit gevoel om te poepen een goed teken is. Dat het het hoofdje van de baby is. Ik zie dat ze onder invloed van de morfine na de wee wegzakt in een complete rust en laat haar daar even van bijkomen.
Rosan en ik vertellen wat er gebeurt tijdens de uitdrijving
Jordy en haar moeder kijken van een afstandje naar het tafereel rondom het bed, maar luisteren zichtbaar mee. De weeën komen rap en Romy haar lijf voelt goed aan wat er gebeurt. Vanuit zijligging pakt Romy haar knie. Ze perst zo goed als ze kan naar beneden op onze aanwijzing. Na een klein half uurtje zien we de bovenkant van het hoofdje. Jordy heeft zijn spelcomputer weggelegd en zijn stoel op mijn aandringen iets dichterbij het bed gezet. Romy’s moeder heb ik een telefoon gegeven zodat ze wat foto’s kan maken, ook zij is duidelijk onder de indruk van wat er gebeurt. Ik geef met mijn voet een schopje tegen de koala om te voorkomen dat hij straks doordrenkt is van het vruchtwater. Met een zacht plof komt hij tot stilstand tegen de muur achter het bed. Ondertussen begint de morfine wat uit te werken. Het pompje stoppen we altijd bij het starten met persen, omdat het even tijd nodig heeft om uit het lijfje van de baby te geraken. Als een kindje onder invloed van morfine geboren wordt, kan het moeite hebben met ademhalen. Omdat Romy duidelijk baat bij het middel had, heb ik het iets langer aangehouden. Maar nu is ze er in volle alertheid bijna weer bij. Ze perst als een raket en luistert onwijs goed naar onze instructies. Haar gevloek en getier neem ik voor lief (en snap ik volkomen).
Het hoofdje blijft bijna staan, Romy rolt naar haar rug en gooit haar billen de lucht in
Ze grijpt de mouw van Jordy die zichtbaar schrikt van de kracht van Romy. Arme Jordy heeft geen idee wat hem te wachten staat en wat dat bevallen nou precies inhoudt. Toch gaat hij staan en legt liefdevol een hand op Romy’s voorhoofd. Rosan en ik proberen haar te kalmeren. Ik geef Romy instructies en twee weeën later vult een krachtige huil de verloskamer. Een klein mannetje leg ik op de borst van Romy. ‘Ieeeeh, gadver’, roept Romy uit die gelijk weer bij haar positieven is. ‘Hij is glibberig.’ Rosan droogt het jongetje af en we laten het ventje aan het jonge stel zien. Jordy kan geen woord uitbrengen, tranen rollen over zijn wangen als hij naar zijn zoon kijkt. Romy pakt heel natuurlijk het mannetje dicht tegen zich aan en geeft hem een kus op zijn wang. Alsof het moederschap ineens in haar neerdaalt, begint ze liefdevol tegen het jongetje te praten. ‘Dag lieve Levi, wat ben je mooi!’
Ik krijg een warm gevoel van deze omschakeling
Romy en Jordy kijken elkaar aan en Jordy geeft onhandig een kus op Romy’s voorhoofd. De nieuwbakken oma staat nog steeds met de telefoon naar het stel gericht. Ik doe mijn handschoenen uit en leg een hand op haar schouder. Ik pak de telefoon uit haar handen en geef haar een zetje in de richting van haar dochter. Ze kijkt verschrikt op, zat zichtbaar midden in het moment. Ze glimlacht en loopt vervolgens naar Romy. Ze slaat haar armen om haar dochter heen en met flink wat emotie in haar stem feliciteert ze haar. ‘Wat ben ik trots op jou schat.’ Rosan en ik doen een stapje naar achter. Het mooiste moment van elke bevalling. Waar mijn hart iedere keer weer warm van wordt. De ontroering, de blijdschap en het besef dat vanaf nu alles anders is. Rijk, arm, oud, jong, bij iedereen is dit moment even waardevol en hetzelfde en ook nu voel ik dat het helemaal goed komt met dit kersverse gezinnetje.
VERLOSKUNDIGE LISA
Lees HIER de andere blogs van Lisa
wat een mooi einde van de bevalling!