Michelle schrijft over haar sterrenkindjes.
Deel 1: Michelle: “Op de echo had mijn dochter een kort beentje”
Deel 2: Bij de 20 weken echo worden er meerdere afwijkingen gezien
Ik voel persdrang
Zo rond 23.35 uur (ja ik telde de minuten af tot ik weer op het pompje kon drukken) voel ik ineens wat lopen: “Mijn water breekt”, roep ik. Ruud ging gelijk in de weer om iets onder me te leggen en ik druk op de bel voor de verpleging. De pijn wordt ineens heel fel en ik voel persdrang. Na een minuut komen de verpleegkundige en arts binnen en die gaan gelijk aan de slag. Ze moesten echt heel erg opschieten. Ze vraagt nog: “Hoe lang heb je die pijn al?” Ik roep: “Hij komt al, hij komt al, echt nu!”
Al snel wordt hij geboren
Terwijl zij het een en ander klaarmaken en klaarleggen, helpt Ruud mij uit mijn ondergoed. Hij helpt mij op mijn rug. Ik lig nauwelijks en daar kwam hij al. Binnen no time was hij er. Onze zoon, onze Viking. Hij kwam helemaal in de vruchtzak eruit, in zijn huisje. De arts maakt dit open en ze maken hem klaar zodat de navelstreng geknipt kan worden. Ruud vroeg aan mij of ik dat wilde doen, want hij wilde het niet. “Nee”, zeg ik, “Doe jij maar”. En terwijl ik dat zeg denk ik: “Nee, ik wil het toch doen.” Dus ik ga rechtop zitten en dan zie ik hem voor het eerst. Dat hele kleine popje. Zo mooi. Zo af.
Hij zakt in mijn armen weg
Hierna nemen we hem bij ons en krijgen we alle tijd om hem bij ons te houden. Hij lijkt nog even een soort naar lucht te happen en in mijn armen weg te gaan. Tot we zelf aangeven dat hij in zijn doek mag. Ook dan nemen we hem nog even bij ons.
We maken ons klaar voor het afscheid
De volgende ochtend voelt leeg. Ik kan nauwelijks opstaan zonder tegen de vlakte te gaan. Ik probeer wat te slapen. In die tijd spreekt Ruud met één van de genetisch artsen. Als ik me wat beter voel, ga ik douchen en gaan we ons rustig klaarmaken om naar huis te gaan en om voor nu afscheid te nemen. Het kost ons behoorlijk veel moeite om hem achter te laten. Goddank hebben we elkaar, want we hebben elkaar heel hard nodig. We nemen hem beide in onze armen, kijken naar hem, huilen om hem. Tot het voor nu tijd is om te gaan. Op 16 oktober 2020 om 23.39 uur is Svenne geboren. Het is tevens ook de sterfdag van ons broertje, exact 40 jaar geleden. Bizar. Wat is dit toch vreselijk oneerlijk. Zo f*cking oneerlijk.
Samen met zijn zusje maken we het mandje open
Donderdag 22 oktober. Svenne komt even thuis. Ik heb al een mooi plekje voor hem klaar gemaakt. Zijn mandje past precies op de kast. Samen met Synne gaan we het mandje openmaken. Synne denkt eigenlijk dat ze een cadeautje krijgt. En daar ligt hij dan. In de mooie rode doek. Zo klein, zo mini. Zijn gezichtje is wat minder mooi dan na de geboorte, maar nog steeds onze Svenne. Wat doet dit pijn. We hebben zo goed mogelijk geprobeerd uit te leggen aan Synne dat dit haar broertje is. Dat hij niet meer leeft. Dat hij alleen vandaag even thuis is. Maar echt snappen doet ze het niet, logisch.
De fotograaf komt langs
Niet lang hierna komt de fotograaf van Make a Memory. Een hele aardige vrouw die echt fantastische foto’s heeft gemaakt van ons. Precies zoals ik ze wilde hebben. Zowel voor mijzelf als voor Synne. Mijn vader, Ruud zijn ouders en mijn zus met haar kinderen zijn even langs geweest. Eigenlijk is het een fijne dag zo thuis, in onze eigen omgeving. De dag is voorbij gevlogen.
Toen was het tijd
En dan ineens is het tijd om echt afscheid te nemen. Ik had besloten dat ik zijn mandje wilde houden. Als herinnering, misschien als herinneringsmandje of misschien zelfs als poppenbedje. De begrafenis ondernemer heeft een ander mandje geregeld waarin hij weg zou gaan. Ze heeft hem daarin gelegd en toen was het tijd. Tijd om dag te zeggen, tijd om hem te laten gaan. We hebben een mooie ballon voor Synne om op te laten. Nadat Ruud Svenne in de auto heeft gezet, gaat de begrafenis ondernemer heel rustig rijden. Terwijl wij de auto nakijken mag Synne de ballon oplaten. En die hebben we minutenlang kunnen volgen. Of in ieder geval leek het minuten te duren.
Met een brok in mijn keel open ik de envelop
En dan ga je naar binnen, naar een leeg huis. De dagen erna zijn in een soort roes voorbij gegleden. Functionerend voor het hoogst nodige, maar meer niet. En dan, ineens, ligt er bij de post de envelop van Stichting Make a Memory. Met een brok in mijn keel open ik de envelop en kijk naar de eerste foto’s. Wow, ze zijn zo mooi geworden. Zo prachtig, zo waardevol. Wat ben ik blij dat dit kan, dat dit er is. Ook al kijken we er misschien nooit naar, het is er. Misschien ook vooral voor Synne. Die gewoon heel simpel zegt: “Ik heb een broertje en een zusje. Zij zijn sterretjes.” Of ze pakt het mapje met de foto’s en kijkt ernaar. Naar Svenne, haar kleine broertje.
MICHELLE