De spoedpoli
Ik neem net de telefoon over van mijn collega als deze rinkelt. Ik doe vandaag spoedpoli, een dienst waarbij ik alle consulten zie die met spoed moeten worden gezien. Vrouwen die bloedverlies hebben, de baby minder voelen bewegen of andere acute klachten hebben die niet kunnen wachten tot de volgende dag. Op deze telefoon komen ook consulten binnen die worden ingestuurd door de verloskundigen van de praktijken in de regio. Een leuke dienst waarbij je soms gillend gek wordt van de telefoon, maar soms alle tijd hebt om iedereen rustig te zien, te woord te staan en gerust te stellen of juist onderzoeken in te zetten of iemand op te nemen op de afdeling.
Vandaag staat er nog niets gepland, totdat ik de telefoon overneem van mijn collega
Ik neem op en luister. Een bezorgde zwangere twijfelt of ze nu wel of niet gebroken vliezen heeft. Na wat uitvragen en kletsen, besluiten we dat ze nog even thuis blijft en kijkt of ze meer vocht gaat verliezen en ik vraag haar om bij meer vochtverlies terug te bellen. Ik kijk snel even in haar zwangerschapskaart en zie dat ze al 38 weken zwanger is en dat bij haar laatste controle het hoofdje vast in het bekken zat. Als het wel gebroken vliezen zijn, dan is dat prima. De ochtend kabbelt voort en samen met de verpleegkundige draai ik CTG’s, controleren we bloeddrukken en bekijken we lab-uitslagen. Ik ga aan het werk met het echo-apparaat bij alle zwangeren die minder bewegingen van de baby voelen. Ik kijk naar het vruchtwater en de groei van de baby.
De verpleegkundige stapt mijn kantoor binnen
‘Op kamer 4 heb ik mevrouw Gerrits gelegd en aangesloten aan het CTG.’
‘Ah, dank je’, antwoord ik.
‘Zij kwam met hypertensie vanuit de eerste lijn toch?’, vraag ik.
‘Ja, klopt. Ze is al meerdere malen bij ons geweest in verband met het vermoeden op een hoge bloeddruk. Maar zij wil zelf heel graag afwachten en liever niet ingeleid worden. Ze is enorm gespannen.’
‘Hmmm, ja dat snap ik. Is ze al langs het laboratorium geweest voor bloedafname?’, vraag ik.
‘Ja, haar urine en bloedwaarden zijn nog niet bekend. Zal wel even duren’, zegt Karien.
‘Prima, zodra het bekend is, zal ik haar zien.’
Eerder onderzoek
De verloskundige van mevrouw Gerrits belde mij twee uurtjes daarvoor. Zij wilde haar graag insturen in verband met een hoge bloeddruk, tweemaal over gemeten met een tussenliggende periode van minstens vier uur. Dat zijn de criteria om een hoge bloeddruk vast te stellen. Gelukkig heeft ze geen klachten die passen bij een hoge bloeddruk waarmee een groter risico bestaat dat ze een zwangerschapsvergiftiging heeft ontwikkeld. Vorige week is ze door mijn collega gezien bij een randje hoge bloeddruk en toen tevens onderzocht door middel van bloed- en urineonderzoek. Alles zag er goed uit en er was geen sprake van een hoge bloeddruk. Ze is toen weer naar huis gegaan.
De verloskundige gaf ook door aan mij dat mevrouw heel erg op ziet tegen een inleiding en dat ze eigenlijk het liefst weer retour naar huis gaat, ook als haar bloeddruk hoog is. Dat snap ik wel. Ik zou ook niet zitten te wachten op een inleiding, aan de andere kant zou ik ook het risico op een zwangerschapsvergiftiging geen pretje vinden. Een opname met flinke medicatie via het infuus om een eventuele torenhoge bloeddruk in te dammen zou ik wel voor willen zijn. Gelukkig zijn die kansen klein, maar wel degelijk verhoogd ten opzicht van iemand die wordt ingeleid bij een hoge bloeddruk rond 38 weken.
Nogmaals meten
Ik draai me om op mijn bureaustoel richting het overzichtsscherm van CTG’s. Er zijn net drie dames naar huis gegaan waardoor alleen mevrouw Gerrits nog op het CTG te zien is. Het is geen protocol om standaard iedereen die met een hoge bloeddruk komt aan het CTG te leggen, maar soms ontstaat er door de hoge bloeddruk een verminderde placenta doorstroming wat zich tevens kan uiten op CTG-afwijkingen. Dit is gelukkig zeldzaam. Ook bij mevrouw Gerrits wordt bevestigt dat de hartslag van de baby prima is. Karien loopt het kantoor uit en gaat de controles doen bij mevrouw Gerrits. We gaan de bloeddruk hier ook meten en kijken of ze daadwerkelijk een te hoge bloeddruk heeft.
De bloeduitslagen
Mijn telefoon gaat weer en ik hoor het verhaal van een zwangere die zich zorgen maakt of haar baby wel voldoende beweegt. Na wat uitvragen hoor ik dat ze net 21 weken zwanger is, ze heeft de baby wel even gevoeld maar daarna niet meer. Ik leg uit dat je bij deze vroege termijn het kindje nog niet alle dagen hoeft te voelen. Ze heeft einde van de week een reguliere afspraak op de poli. Ik leg uit dat ze prima tot die controle kan wachten. We spreken af dat ze eens rustig de tijd gaat nemen om op de bewegingen te letten en bij zorgen mij nog eens terugbelt. Ik schrijf in haar dossier op dat ze heeft gebeld en klik vervolgens op het dossier van mevrouw Gerrits. Haar bloeduitslagen en urine zijn binnen en ze blijkt geen zwangerschapsvergiftiging te hebben, dat is fijn. Ik wacht even op Karien tot ze haar bloeddruk doorgeeft en beoordeel ondertussen het CTG. Het hartfilmpje van de baby is prachtig.
Mevrouw Gerrits is bang dat ze in het ziekenhuis moet blijven
Ik typ alvast het een en ander in de zwangerschapskaart van mevrouw Gerrits en klik nog eens op de verwijzing van de verloskundige. Ik scroll door de tekst die geschreven is bij de controles door de verloskundige. Mevrouw Gerrits is zwanger van haar derde kindje en heeft al sinds twee weken dat haar bloeddruk wat schommelt richting de hoge kant. Ze heeft een vurige wens om niet ingeleid te worden en geeft aan heel bang te zijn dat wij in het ziekenhuis anders willen. Ik lees nog wat verder en zie dat de verloskundige thuis al van alles heeft uitgelegd en ook het belang van controles en bloeddrukmetingen heeft verteld. Ik merk vaak dat mensen in het ziekenhuis bang zijn voor alles wat misschien zou moeten en ik vraag me af waar dat vandaan komt. Ik ben geen boeman en ook geen hork. Ik ben wel heel erg voor het goed voor- en inlichten van mensen en mensen moeten goed op de hoogte zijn van de dingen waar ze voor (kunnen) kiezen. In het ziekenhuis zijn we niet pro inleiden of pro medicatie starten bij hoge bloeddrukken. Door onderzoeken weten we wel heel goed wat voor de grote populatie geldt.
Karien stapt het kantoor binnen: ‘Haar bloeddruk is wel echt te hoog; 150/100 en 145/100
Ik heb hem twee keer gemeten aan beide kanten en kan er niets lagers van maken.’
‘Tja, ik denk dat ze dat vast al wel had verwacht’, zeg ik.
‘Ja, klopt hoor. Ze is enorm gespannen. Bang dat jij gaat zeggen dat ze hier moet blijven.’
‘Ach, dat is enkel mijn advies. Ze mag helemaal zelf weten wat ze graag wil.’
‘Dat zei ik ook al’, zegt Karien. ‘Maar volgens mij neemt ze dat niet van mij aan.’
Ik sta op en loop naar de kamer van mevrouw Gerrits
Ik open de deur en kijk gelijk in de grote blauwe ogen van mevrouw Gerrits. Ik stel me voor en hoor dat haar naam Janette is. Ik pak een stoel om naast haar te schuiven. Ze heeft haar telefoon vast in haar beide handen die rusten op haar schoot. Haar flinke buik puilt uit door de baby. Ze draagt een lange blauwe jurk met witte stippen die wat gekreukt om haar buik hangt. In haar haren draagt ze een witte bloem die past bij haar jurk.
‘Ik heb goed nieuws’, zeg ik terwijl ik kom zitten. ‘Je uitslagen zijn binnen en je hebt geen zwangerschapsvergiftiging. Je bloed en urine zien er goed uit.’
‘Fijn’, zegt Janette.
‘Maar je bloeddruk is wel te hoog, vertelde Karien mij net.’
‘Ja, dat is sinds de laatste twee weken zo, maar het is de derde en ik verwacht dat de baby elk moment gaat komen.’
‘Dat zou mooi zijn’, zeg ik. ‘Want met een hoge bloeddruk in de uitgerekende periode is ons advies om te gaan inleiden. Ik begrijp dat je dat liever niet hebt, dus ik wil graag weten hoe je erin staat.’
Ik zie Janettes schouders iets zakken
Ze klikt uit gewoonte op het aan-knopje van haar telefoon, werpt er een korte blik op om hem vervolgens weer in haar schoot te leggen.
‘Ik wil gewoon niet ingeleid worden. Bij de eerste is dat gebeurd en ik vond dat minder fijn dan bij de tweede keer. Ik zie er enorm tegenop.’ Ik hoor dat haar stem overslaat en zie aan haar dat ze met niet durft aan te kijken om haar emoties te verbergen. Ik probeer haar gerust te stellen en geef uitleg over alle voors en tegens van een inleiding bij een hoge bloeddruk. Ze hoort me aan en glimlacht als ik vertel dat inleiden een advies is. Als ze af wil wijken van het advies dan is dat haar goed recht.
‘Wat zou jij doen?’, vraagt ze.
Een vraag die ik vaak hoor en waar ik nooit lang over na hoef te denken om deze te beantwoorden.
‘Het gaat niet om mij. Jij moet doen, wat goed voor jou voelt.’
‘Je kan daar natuurlijk niets over zeggen, dat snap ik. Maar ik vind het zo ontzettend lastig.’
‘We kunnen een aantal dingen doen. Je kan kiezen voor de inleiding en dan gaan we deze inplannen, daar zou mijn voorkeur naar uit gaan. Het is nu geen rand-verhoogde bloeddruk, maar hij is echt te hoog. Als jij dit pertinent niet wilt, kunnen we ook zeggen: We gaan de bloeddruk strak in de gaten houden door bijvoorbeeld morgen weer te meten. Als je maar weet dat ons advies is en blijft om in te leiden.’
Janette haalt haar schouders op en kijkt me vervolgens aan.
‘Mag ik nog wel thuis bevallen?’, vraagt ze.
‘Mijn advies is om je over te nemen, een hoge bloeddruk is een medische indicatie. Dat betekent ook bevallen in het ziekenhuis. Als je dit niet wilt, zou je dit mogen overleggen met je verloskundige, maar misschien kunnen we ook samen kijken naar een oplossing?’
Janette knikt.
‘Ik moet het nog wel even overleggen met de gynaecoloog’, vervolg ik. ‘Zij is uiteindelijk de baas en misschien wil zij ook nog even met je praten.’
‘Oke’, Janette is duidelijk aan het nadenken over de informatie die ik heb gegeven.
Ik loop de kamer af en bel de dienstdoende gynaecoloog
Opgewekt neemt ze op en hoort mijn verhaal. ‘Tja, als ze niet ingeleid wil worden, dan kunnen we haar daar moeilijk toe dwingen. Als ze goed op de hoogte is van de risico’s, vind ik het een prima alternatief om de bloeddruk dagelijks te monitoren. Ze heeft wel duidelijke belinstructies nodig en nogmaals het advies om haar wel over te nemen.’
Ik laat haar weten dat ik alles uitvoerig heb besproken waarna ik terugloop naar Janette. Janette heeft inmiddels haar blauw-witte bloemenjurk wat proberen glad te strijken. Ze kijkt me vriendelijk aan als ik binnenstap. Haar telefoon nog altijd tussen haar handen in haar schoot geklemd. Ik vertel haar dat de gynaecoloog het eens is met het voorgestelde beleid en vraag haar morgen op hetzelfde tijdstip terug te komen. Janette is opgelucht en kijkt me vrolijk aan terwijl ik mijn verhaal houd. Ik geef duidelijke belinstructies mee en laat haar weten dat ik ook de verloskundige van thuis nog even zal bellen. Ze staat op, strijkt haar jurk glad en pakt haar tas van de kapstok waar ze haar telefoon in stopt. ‘Dankjewel’, zegt ze terwijl ze haar hand opsteekt en de deur uitloopt. Ik steek ook mijn hand op en zwaai haar uit: ‘Dag.’
Ik bel de verloskundige van Janette nog even
Ik vertel haar mijn bevindingen. Ze vertelt me dat ze Janette ook al aan de telefoon heeft gehad.
‘Ze zei dat je best meeviel’, lacht de verloskundige aan de andere kant van de telefoon.
‘Ha, mooi is dat’, zeg ik, niet wetende hoe ik erop moet reageren.
‘Ze was vooral erg opgelucht dat ze niet gelijk moest blijven. Ik denk dat ze gewoon even aan het idee moet wennen en als morgen haar bloeddruk weer verhoogd is, zal ze mogelijk wel instemmen met de inleiding. We gaan het zien.’
‘Dankjewel hè?’
‘Joe, jij ook! Goede dienst’, ik sluit het gesprek af.
Fijn dat ik best meeviel, daar doe ik het voor vandaag maar weer mee.
Uiteindelijk is Janette bij net geen 40 weken ingeleid
Ondertussen was ze al met medicatie gestart voor de bloeddruk. Haar bloeddruk bleef echter stijgen. Toen ze ook klachten van zwangerschapsvergiftiging kreeg, stemde ze in met een inleiding. Janette kreeg nadat de vliezen kunstmatig werden gebroken, spontaan weeën. Ze kijkt heel goed terug op het beloop.