Het is hoogzomer. Knetterwarm met 34 graden celcius en ik ben weer eens hoogzwanger in de zomer. Vandaag 26 augustus 2015 sta ik rustig op. Ik ben het zwanger zijn wel zat. Onze dochter Sophie is heel nieuwsgierig naar haar broertje. Vandaag is ze rustiger dan anders. Ze wil veel knuffelen en samen spelen. Sophie is net twee jaar en ze heeft heel goed in de gaten dat er een baby in mijn buik zit. Net zoals de andere dagen doe ik het rustig aan. Ik ben allang blij dat ik de 38 weken heb gehaald. Met 24 weken zwangerschap kreeg ik spontaan weeën en was het nog maar de vraag of de baby bleef zitten. Gelukkig hielden de weeën in het ziekenhuis spontaan op. Volgens de gynaecoloog begon de bevalling door de stress en spanning. Het advies was om niet meer te werken en het rustig aan te doen.
Het zwembadje staat buiten klaar, dus Sophie kan vanmiddag lekker in het badje, dan kan ik mooi met mijn pootjes in het water. De dag suddert lekker door en om 16.00 uur breng ik Sophie op bed. Zelf ga ik ook even liggen. Om 17.15 uur komt Olov thuis van het werk. Hij gaat naar Sophie en haalt haar uit bed. Ze zijn wat aan het geinen en komen lachend de kamer binnen. Ze maken grapjes en tijdens het opstaan uit bed, PATS! Een grote golf water. Olov en ik kijken elkaar aan. Het is zover! De baby komt. We blijven vrij rustig. Ik doe even een droge broek aan en bel de verloskundige. Ik mag weer bellen wanneer de weeën regelmatig komen. Daarna bellen we mijn vader. “Sophie komt vanavond bij jullie slapen. Mijn vliezen zijn gebroken”. We spreken af dat we nog lekker met zijn drietjes eten en Sophie om 19.00 uur brengen. Olov haalt Chinees, maar ik heb geen trek.
We zijn een uurtje verder en de weeën zijn al begonnen. Olov ziet aan me dat het heel snel gaat en brengt Sophie om 18.30 uur naar mijn vader. Wanneer hij thuis komt is het 18.45 uur en komen de weeën om de zes minuten. Om 19.30 uur bellen we de verloskundige, Elise, dat de weeën nu om de drie minuten komen. Ze heeft net overdracht, maar zal er met een half uurtje zijn. Ik blijf stug doorpuffen en zit in mijn eigen wereldje. Olov en Elise maken het bevalbad klaar. Ik word niet getoucheerd, want ik zit volledig in een bubbel. Ik mag in het bad en ook nu weer is het bad heerlijk. Nu komen de weeën minder snel, maar wel veel sterker.
Ik zit wel lekker in het bad en weer helemaal in mijn bubbel. Tegen 22.45 uur mag ik gaan persen. Olov zit achter me op een stoel en moedigt me aan. Wanneer het hoofdje tevoorschijn komt, hoor ik een hele harde klap. Olov is flauwgevallen bij het zien van een beetje bloed. De kraamhulp helpt Olov overeind en brengt hem op bed. Elise moedigt me aan om door te persen. “Op deze manier is Olov er niet bij”, denk ik nog. De kraamhulp komt terug de kamer in en pakt de camera en filmt de geboorte. Om 22.58 uur verwelkomen we onze zoon en broertje Dallas. Ik wil nu wel graag uit bad en Dallas wordt naar Olov gebracht. Ik ga naast Olov liggen om de placenta geboren te laten worden. Ondertussen wordt Dallas gewogen, 4100 gram. En dat binnen drie uurtjes!
De placenta komt maar niet. Ik krijg een spuit in mijn been, er wordt op mijn buik geduwd en ik moet meepersen. Er gebeurt niets. De placenta blijft zitten. Elise belt een ambulance. Ik word in de ambulance geladen en besef helemaal niet wat er gebeurt. Ik vraag nog waar Olov en Dallas nu zijn. Eenmaal in de ambulance word ik met snelheid naar het ziekenhuis gereden. Ik heb enorme rugweeën. Ik wil heel graag mijn baby vasthouden. Dat heb ik nog helemaal niet gedaan.
Eenmaal in het ziekenhuis is de placenta er voordat ik mezelf kan voorstellen aan de artsen. Is die hobbelige rit toch ergens goed voor geweest. Olov komt 15 minuten later aan in het ziekenhuis met Dallas. Ik mag gaan douchen en wat eten. Dallas is getemperatuurd en door de rit afgekoeld naar 35.4 graden. Hij wordt onder de warmtelamp gelegd. Nog steeds heb ik hem niet vast kunnen houden. Olov en ik bellen onze ouders en horen van de verpleging dat Dallas nog steeds niet op temperatuur is en we dus nog niet weg mogen. Dat wordt dus overnachten in het ziekenhuis en ik heb een hekel aan ziekenhuizen. De verpleging vraagt of we borst- of flesvoeding willen geven. Na veel gedoe met borstvoeding bij Sophie hadden we al voor flesvoeding gekozen. De verpleegkundige pakt Dallas en geeft hem een flesje. Ze vertelt me dat hij een knapperd is. “Ik zou het niet weten”, zeg ik, “ik heb hem nog helemaal niet vastgehouden”. Gelijk geeft de verpleegkundige me mijn zoon. Na vijf minuten wordt hij weer onder de warmtelamp gelegd. Ik voel me verdrietig en wil alleen maar huilen. Het is inmiddels midden in de nacht en ik probeer wat te slapen.
Eindelijk tegen 10.00 uur mogen we naar huis. Eenmaal thuis wacht de kraamhulp al op ons. Ik ben nog niet binnen of Dallas wordt uit de maxi cosi gehaald. De kraamhulp wil Dallas even wegen en temperaturen. Toen werd ik echt boos en moest ik heel erg huilen. Compleet overstuur vertel ik dat ik Dallas echt even vast wil houden, omdat ik hem nog geen vijf minuten bij me heb gehad sinds hij is geboren. “Dat wegen en temperaturen doen we later wel. Ga maar lekker in bed liggen dan breng ik Dallas”, zegt ze. Eenmaal in bed krijg ik Dallas in mijn armen. En voorlopig laat ik hem ook niet meer los.
CHANTAL