‘Ik wil dat je toch even langs het ziekenhuis gaat vandaag. Kan je partner mee?’. Ik kijk de verloskundige geschrokken aan. Hier was ik mijn hele zwangerschap al bang voor, om zwangerschapsvergiftiging te krijgen, geen idee waarom. Mijn bloeddruk was elke week keurig, tot hij rond 28 weken ineens omsloeg. Drie uur later zat ik in het ziekenhuis, een uur aan de CTG. Met de baby was alles in orde gelukkig, maar mijn bloeddruk was te hoog en er werd overlegd of ik opgenomen moest worden zodat ze me 24 uur konden monitoren. Ik mocht uiteindelijk toch naar huis, maar kreeg wel medicijnen mee om mijn bloeddruk te verlagen. De hele zwangerschap vermeed ik zelfs paracetamol, dus die medicijnen zaten me al helemaal niet lekker. Maar wat moest, dat moest.
Ze hadden me wel mogen vertellen dat je van die medicijnen nog net niet achteruit gaat lopen, ik kon he-le-maal niks meer. Ik viel soms in slaap als ik op mijn telefoon zat (inclusief mond open en luid gesnurk) en langer dan 2 minuten op mijn benen staan was alsof ik de avondvierdaagse had gewandeld. De 10 weken die hierna volgden voelden als een soort Russische roulette. Plassen in een bekertje, bloeddruk controle en bloed prikken. Word ik wel of niet opgenomen vandaag? Na elke controle volgde een gesprek met een gynaecoloog over de uitslag en hadden we het over de inleiding. Ik mocht niet langer dan de uitgerekende datum zwanger zijn in verband met de medicijnen, dan zouden ze de baby gaan “halen” zeiden ze elke keer. Ik vond het altijd maar een gekke term; “de baby halen”. “Is het maar zo makkelijk als het klinkt”, dacht ik dan altijd. Na een paar controle afspraken kreeg ik ook de stempel met “witte jassen syndroom” in mijn dossier. Zodra de bloeddrukmeter al om mijn arm werd gehangen kreeg ik van binnen paniek en schoot mijn bloeddruk al door het plafond. Wat een opluchting als ik dan toch weer samen met kruimeltje in de buik naar huis mochten. Ik had nog steeds de stille hoop dat hij zichzelf zou melden en ik niet opgenomen of ingeleid zou moeten worden.
Tot aan 39 weken…
‘Er zit een verhoogde concentratie eiwitten in je urine, iets wat we liever niet zien. De hypertensie is omgeslagen. Je hebt zwangerschapsvergiftiging’. Het was ineens officieel. Ik had met een duur woord; pre-eclampsie. De angst was werkelijkheid geworden. We moesten meteen mijn vluchtkoffer thuis gaan halen (die nam ik nooit mee naar controles, want dat bracht ongeluk voor mijn gevoel), terugkomen en ik zou de volgende ochtend ingeleid worden om 07:00 uur. Ik werd getoucheerd en ik had gelukkig al 2 centimeter ontsluiting. Hier werd ik heel rustig van, want dit betekende dat we de inleiding meteen konden starten met het breken van de vliezen. Geen ballon om alles te weken, gewoon direct beginnen aan de bevalling. Binnen 2 uur waren we terug in het ziekenhuis en kregen we meteen de bevallingssuite aangewezen. Het klinkt heel chique, maar het blijft een ziekenhuiskamer. Wel met roomservice, haha.
Ik weet nog hoe gek deze laatste avond samen was. We zaten op de rand van het bed naar het lege bakje te kijken waar de baby in zou komen te liggen. Alsof we op de bus zaten te wachten. Een zwangerschap is natuurlijk sowieso heel bijzonder, maar als je weet dat je de dag erna je kind vast gaat houden, dan is dat een onbeschrijflijk bizar gevoel. Het gaat gebeuren. We werden papa en mama. “Kan ik wel bevallen? Ik heb zoiets nog nooit gedaan? Overleef ik dit wel?” Alle gedachten passeerden. En alsof mijn lichaam wist dat ik de rust goed kon gebruiken, ben ik ondanks de achtbaan van emoties als een blok in slaap gevallen.
06:55 uur – Ik schrik wakker van geluid op de gang en kijk op de klok. ‘SHIT!!!! Schat, we hebben ons verslapen!’ Danny schrikt op, kijkt hoe laat het is en begint te lachen. Ik ook, maar meer van de spanning. Ik ren naar de badkamer (zo voelde het, maar in werkelijkheid ga je heel langzaam met een dikke buik) en zet de douche aan. Ik wilde mezelf natuurlijk wel even opfrissen voor ze down under zouden gaan knutselen.
Ik was gelukkig op tijd en 7.15 uur kwamen ze de kamer in. Twee artsen kwamen uitleggen wat ze gingen doen en wat me te wachten stond. Ik vond het heel spannend, maar had er ook echt zin in. Eerst werden m’n vliezen gebroken. Ik voelde het vruchtwater langs m’n benen lopen. Een heel smerig, maar tegelijk ook een heel emotioneel gevoel. Je weet dat het echt gaat beginnen. Ik werd aan het infuus gekoppeld met de wee opwekkers en begon wat lichte krampjes te krijgen rond 9 uur. De verloskundige kwam even checken hoe het ging en om het over pijnstilling te hebben. Ik ben daar vanaf het begin heel simpel in geweest: ik wilde geen onnodige pijn en wilde graag een ruggenprik. Ze adviseerde deze in de actieve fase (na 4 centimeter) te zetten zodat het de ontsluiting niet tegen gaat. Ik vond het helemaal prima. Aan het eind van de ochtend zat ik op 4 centimeter en kwam de anesthesist mijn ruggenprik zetten. Ik was gelukkig gezegend (NOT) met rugweeën die steeds erger werden, dus ik drukte op het belletje om te vragen of het normaal was dat ik een uur na het zetten van de ruggenprik nog steeds alles voelde. Het antwoord was ‘nee’ en de anesthesist zou weer terug komen. Schijnbaar had mijn rug de katheter ‘ingeslikt’ en gingen ze met een ijsblokje over mijn lijf om te kijken waar ik wel en geen gevoel had. “Dit gebeurt weleens”, zeiden ze. De prik werd opnieuw gezet. De uren hierna werden de weeën steeds heviger. Ik hield me aan de beugels van het bed vast om ze weg te puffen, maar de ruggenprik had inmiddels wel zijn werk moeten doen. Weer werd de anesthesist opgeroepen om te kijken hoe dat mogelijk was. Uiteindelijk kwamen ze na een half uur met twee man sterk de prik voor de derde keer zetten, maar ook deze deed amper zijn werk. Ik had het inmiddels opgegeven, ik kon de weeën goed wegpuffen en zat inmiddels al op 763 snauwen naar Danny en 6 centimeter ontsluiting.
De uren die hierna volgden gingen verbazingwekkend snel. Ik vond het altijd een beetje gek als vrouwen me vertelden dat je ‘in je eigen wereld raakt’, of ‘je lichaam het overneemt’. Maar het is écht zo. Ik had totaal geen zwangerschapscursussen, ademhalingsoefeningen of yogalessen gevolgd en heb de avond voor de bevalling in het ziekenhuisbed gegoogeld op: ‘hoe puf je weeën weg?’. Bijzonder genoeg had ik ontzettend veel aan deze last minute cursus via internet. Ik liet het allemaal over me heen komen en merkte dat ik daar rustig van werd.
Rond 16:00 uur werd ik opnieuw getoucheerd en bleek ik ineens volledige ontsluiting te hebben. Dat was goed nieuws, echter was de baby nog niet ver genoeg ingedaald om te beginnen met persen. Dit heeft nog minimaal een uur geduurd. Ik moest bij elke perswee een beetje meegeven, maar mocht nog niet actief persen. Tot ze op de CTG zagen dat de hartslag van de baby elke keer wegviel. Er stonden op een gegeven moment acht mensen in de kamer: zusters, de verloskundige, neonatologie en ga maar door. Ik dacht dat het er allemaal bij hoorde. Dat er tijdens de persfase er wat meer mensen bij gemoeid zijn (little did I know). Ik hoorde ze zeggen dat de OK klaargemaakt zou worden voor een eventuele spoedkeizersnede. Zijn hartslag viel zodanig weg dat hij snel geboren moest worden. Ze maakten een klein krasje op z’n hoofd zodat ze konden zien hoeveel zuurstof hij nog in zijn bloed had voor een eventuele bevalling met vacuümpomp en knip. Dat zou namelijk nóg sneller zijn dan een spoedkeizersnede. Danny keek mee toen de gynaecoloog bloed af nam en ik weet nog dat ik hem hoorde zeggen: “Ik zie ‘m schat! Ik zie z’n haartjes!” Dat gaf me zoveel kracht. Ik vond op dat moment alles prima. We kregen groen licht, dus de vacuümpomp en de knip zetten werd optie 1. Ondanks de ‘paniek’ bleef iedereen ontzettend kalm en voelde het alsof ze alles onder controle hadden. En hoe.
Op 06-08-2019 om 18.28 uur hield ik het allermooiste ooit in mijn armen; onze zoon Scott. 3270 Gram en 49 centimeter. Het allermooiste bundeltje geluk en zonder twijfel het mooiste moment uit mijn leven. Hij werd snikkend op mijn borst gelegd en had natuurlijk hoofdpijn en een puntig hoofd van de vacuümpomp. M’n hart huilde, zowel van intens geluk als van verdriet toen ik hem zo zachtjes hoorde snikken. Danny mocht de navelstreng doorknippen, iets waar hij enorm naar uit keek. In de acht jaar dat we samen zijn, was dit de eerste keer dat ik wat vocht in zijn ooghoeken zag ontstaan, haha. Vrij snel daarna werd de placenta geboren en hebben ze de boel gehecht. En dan ben je ineens met z’n drietjes. Alsof het nooit anders is geweest.
’s Avonds kwam de gynaecoloog langs onze kamer om nog even de bevalling door te spreken. Heel fijn. Tijdens zo’n bevalling krijg je natuurlijk maar de helft mee, maar nu werd alles uitgelegd en legde ze uit waarom ze bepaalde keuzes wel en niet moesten of konden maken. Blijkbaar had Scott niet heel veel later geboren moeten worden en was dit de reden dat er wat twijfel was ontstaan over een eventuele keizersnede. Gelukkig waren we in goede handen en heb ik er tijdens de bevalling weinig van mee gekregen. We zaten echt op een babyblauwe wolk.
We moesten uiteindelijk twee nachten extra in het ziekenhuis blijven om mijn bloeddruk en vergiftiging in de gaten te houden, maar mochten op 08-08 lekker samen naar huis. Laat acht nu ook mijn geluksgetal zijn! Enorm dankbaar voor alles kunnen we nu, na bijna 10 maanden nog steeds zeggen dat we van elke dag samen genieten en ik terug kan kijken op een hele fijne bevalling. Waar ik vooraf bang was voor een inleiding, heb ik dit nu juist ervaren als een bevalling waar ik zelf de controle over had. Mocht je dit lezen en zelf voor een inleiding komen te staan; you can do this!
SARAH