Eind augustus 2019
25 Weken zwanger, de 20-weken echo ziet er goed uit. Het is een jongetje! Maar bij de 25 weken zwangerschap begin ik te merken dat ik steeds meer vocht vasthoudt. De huisarts zegt dat het bij de zwangerschap hoort en het is nu eenmaal de tijd van het jaar, de warmte. Mijn moeder maakt zich zorgen, heeft bij mij vroeger zwangerschapsvergiftiging gehad en is bang dat ik dit ook krijg, het is tenslotte erfelijk. Ik kaart dit aan bij mijn verloskundige, ook de verloskundige is ervan overtuigd dat een vergiftiging niet voorkomt onder de 30 weken zwangerschap en de dikke handen en tintelingen hierin kan een tunnelsyndroom zijn. Ik werk door in de zorg, en denk: “Ik ben nog jong. Dit kan ik wel”. Mijn voeten passen niet meer in mijn schoenen na een dag werken en ik krijg steeds meer hoofdpijnklachten en pijn op de borst.
Maandag 23 september
Ik bel de verloskundige vanwege pijn op de borst en hoofdpijn. Het voelt niet goed. Ik ben op dit moment bijna 27 weken zwanger. Mijn bloeddruk is hoog, maar niet hoog genoeg om ons zorgen te maken, aldus de verloskundige. We spreken af om woensdagochtend opnieuw de bloeddruk te meten. Mijn bloeddruk is dan wel gezakt, maar voor de zekerheid moeten we eigenlijk urine controleren. De materialen om urine mee te testen zijn niet aanwezig en we besluiten zaterdagochtend opnieuw de bloeddruk te meten en bij klachten moet ik contact opnemen.
Zaterdagochtend 28 september
De verloskundige kwam om mijn bloeddruk te meten. Deze was correct en we besloten beiden dat we de urine niet hoefden te testen, omdat ik me goed voelde. Zaterdagmiddag werd ik moe, en ging ik even liggen, zoals ik wel vaker deed. Vandaag was het nationale burendag en hadden we een buurtbarbecue georganiseerd op de oprit. Gezellig met de buurt aan de barbecue, maar om 21:30u besloot ik naar bed te gaan. Ik kreeg weer steken in mijn hoofd en de pijn op de borst. De pijn op de borst werd zo erg dat ik geen adem meer kon krijgen. Gezien de hele buurt op mijn oprit stond, durfde ik niet naar buiten. Ik belde mijn partner, maar die had niet door hoe erg het was en was met de buurt aan de borrel op de oprit. Ik voelde aan alles dat het mis was, heb mijn tas gepakt en de verloskundige gebeld. De verloskundige kwam en mijn bloeddruk bleek torenhoog en ik moest naar het UMCG. Gezien Edwin (mijn partner) te veel biertjes op had, – wat ik hem nooit kwalijk neem, want wie bedenkt dit nou bij 27 weken zwangerschap – heb ik mijn moeder gebeld. Ze bracht me naar het ziekenhuis. In de auto voelde ik me vreselijk, pijn op de borst, amper adem, hoofdpijn en flitsen door mijn hoofd. Eenmaal in het ziekenhuis stonden de artsen klaar om me op te vangen en raakte ik af en toe van de wereld in de opnamekamer. Mijn bloeddruk was torenhoog, het vocht hoopte zich binnen no-time op in mijn lichaam en de artsen maakten zich zorgen en vertelden dat ik geluk had hier nu te zijn, maar ze hadden me veel eerder willen zien. Wanneer ik hier langer mee had doorgelopen hadden ze niets meer voor mij en de baby kunnen doen. Het infuus werd ingebracht, hiervoor kwam de anesthesie omdat er geen ader meer te vinden was gezien de lekkende vaten die ik had en het vele vocht in mijn lichaam. Ik kreeg een prik voor longrijping zodat de longetjes meer kracht zouden hebben mocht het te vroeg geboren worden. De tweede prik moest na 24 uur gegeven worden en na 48 uur konden de longetjes beter functioneren wanneer de baby te vroeg zou komen. Het was dus van belang dat de baby 48 uur bleef zitten.
Daar lag ik dan, aan mijn rechterarm een infuus, met magnesium om epileptische aanvallen te voorkomen en bloeddrukverlagers om mijn lichaam rustig te houden. Aan mijn andere arm een bloeddrukmeter die elke 10 minuten oppompte en een saturatiemeter om mijn dikke vinger, vol met vocht. Om mijn buik zaten banden voor de CTG om de baby in de gaten te houden via de monitor naast mijn bed. Ook had ik een katheter aan de andere kant van het bed. Ik kon me amper bewegen door al het vocht in mijn lichaam en alle snoeren. Ik heb me nog nooit zo ellendig gevoeld.
Maandag 30 september
De gynaecoloog kwam vertellen dat ik ernstig ziek was en dat de situatie van zwangerschapsvergiftiging een grillig beeld had. Bij 0,3 gram eiwitten in je urine spreekt men van een zwangerschapsvergiftiging. In mijn urine werd 18 gram aan eiwitten gevonden. Ze spreken dan van ernstige zwangerschapsvergiftiging en ik begon te beseffen dat de artsen en verpleegkundigen zich enorm veel zorgen om mij maakten, waar ik angstig van werd. Alle disciplines die wat kwamen vertellen en tegenover mijn bed zaten op een klapstoeltje kon ik horen, maar ik kreeg de helft maar mee. Ik had moeite met het zien van mensen, het luisteren en het verwerken van de vele informatie. De magnesium zorgde ervoor dat ik het enorm warm had en ik niet helemaal bij bewustzijn kon blijven. Daarbij speelde de pijn, de oververmoeidheid, de angst, de stress en de onzekerheid ook een rol. De kinderarts kwam langs, hij gaf mij informatieboekjes over de neonatologie en over prematuriteit. Ik zag plaatjes van kleine kindjes wat amper een baby leek met allemaal slangetjes eraan. Daarbij vertelde hij dat het ook mogelijk kon zijn dat ik hier nog 11 weken lag. Het was maar net wanneer mijn lichaam het opgaf en ze de baby moesten halen. Dat kon over een uur zijn, maar dat kon ook nog langer duren. Ik moest het zo zien, dat al mijn organen een beetje faalden doordat de pre-eclampsie mijn lichaam vergiftigde. Daarbij lekten mijn vaten vocht en was het wachten tot het vocht in mijn longen ging zitten waardoor ik erg benauwd zou worden. Dit gesprek vergeet ik nooit weer. Er ging enorm veel door me heen. Ik wist dat ik het niet nog weken op deze manier ging volhouden, maar zo’n prematuurkindje leek me ook vreselijk. Er schoten allerlei gedachten door m’n hoofd: “Edwin gaat straks weer aan het werk. Dan lig ik in mijn eentje misschien nog 11 weken zo?! Hoe hou ik dat vol?! Hoe gaat het met de baby? Straks leeft hij niet meer of straks leef ik niet meer. Het is allemaal zo onzeker.”
Dinsdag 1 okoktober
Ik voelde me wat beter. Ik voelde me wél vies, daarom wilde ik zo graag even douchen. Ik vroeg de verpleegkundige of dit mocht. Met magnesium mag je niet lopen, dus het was niet mogelijk, maar ze ging overleggen met de arts. Heel even mocht de magnesium stoppen voor het douchen. Heerlijk was het. Hierna werd de magnesium weer aangesloten en gingen we de nacht in. Vreselijk, elke tien minuten kwam er iemand omdat er een piepje ging. De spuitpomp was leeg, het infuus liep vast, de CTG was niet toonbaar, de band zat scheef of ze zagen de controles niet op hun scherm.
Woensdag 2 oktober
De gynaecoloog wilde graag een echo maken om te kijken hoe het met de baby ging, en we mochten een rondleiding op de neonatologie. ‘s Middags kregen we een echo. De baby deed het goed. Er waren geen zorgelijke dingen ontdekt. Na even geslapen te hebben ging het mis. Mijn hoofdpijn was niet te doen, mijn bloeddruk steeg en elke 5 minuten kwam er een dokter of verpleegkundige binnenrennen. Er stonden veel disciplines om mijn bed. Ik kreeg hier niet veel van mee. Ik dacht: “Haal de baby maar, want anders ga ik dood. Ik trek dit niet”. Maar ik zei niets en had vertrouwen in de artsen. Na veel overleggen kwamen de artsen terug en zeiden: “Je bloeddruk is zo hoog. We weten nog niet hoe of wat, maar we gaan proberen binnen drie uur tijd je bloeddruk stabiel te maken en we moeten je zoontje halen, dus reken maar dat jij vandaag moeder wordt”. Ik voelde mij zo ellendig op dat moment. Ik dacht: ”Laat het maar over gaan. Maak me maar weg. Ik heb zoveel pijn. Ik ga hier dood. Doe maar wat, maar zorg dat dit gevoel weg gaat. Ik ben op. Ik kan niet meer.”. Ik werd na een paar uur met spoed naar de OK gereden. Mama en Edwin mochten achter een raam staan totdat de ruggenprik was gelukt, daarna mochten ze bij de sectio zijn. Ik werd van mijn bed overgeheveld op een gammel tafeltje waar mijn benen naar beneden bungelden en ik met mijn armen over twee operatieassistenten hing. ‘’Hou je rug bol, net als een boze kat’’, werd er geschreeuwd. De arts heeft acht keer in mijn rug geprikt, elke prik ging door merg en been. “Waar voel je het nu? “, riep iemand. “Linkerbeen, steken door mijn linkerkant”, antwoordde ik. “Waar voel je het nu?”, zei de ander weer. “Rechterbeen, steken aan de rechterkant”, fluisterde ik. Ik heb nog nooit zoveel pijn gevoeld. Ik heb me nog nooit zo ellendig gevoeld. Achter mij hoorde ik iemand zeggen: “Mevrouw haar bloeddruk zakt zo snel, we moeten haar nu intuberen”. Ik zei: Ja, alsjeblieft, haal me weg!”. Ik werd onder narcose gebracht en ons zoontje Liam werd gehaald met een spoedsectio. Liam is om 21:18u geboren met 37 centimeter en een gewicht van 1050 gram. Ik werd wakker op een uitslaapkamer en werd daarna naar mijn kamer gebracht. Er kwam een verpleegkundige aan die mijn borsten masseerde. Een paar drupjes moedermelk. Supertrots was ze op mij. Elke 3 uur kwamen ze ‘s nachts om te zorgen dat er melk kwam. “De volgende keer mag je wel kolven”, zei de verpleegkundige. Ik had geen idee wat dat was.
3 oktober
Ik werd in mijn bed naar de neonatologie gebracht samen met Edwin. Edwin had het hele proces mogen volgen met Liam, van de bevalling naar de NICU (Neonatologie, intensive care unit). Ik had Liam nog niet gezien. Daar lag hij dan. Een soort aapje leek het wel. In een couveuse op een hele warme afdeling met allemaal piepjes en belletjes. Bedolven onder de slangetjes en apparaten. Ik vond het vreselijk. Ik voelde me totaal geen moeder. Ik wilde graag zo snel mogelijk terug naar mijn kamer, maar durfde dit niet te zeggen. Ik moest Liam een uur op mijn borst houden om de ‘’band’’ te krijgen. Vreselijk, elke minuut zag ik voorbij gaan. Je bent immers zelf erg ziek en totaal onvoorbereid met 28 weken om moeder te worden.
Terug op mijn kamer kwamen ze elke keer met een kolfapparaat aan. Ik snapte hier niks van. Borstvoeding wilde ik graag geven, maar zo had ik dit niet bedacht: elke 3 uur aan een apparaat, terwijl je amper op de rand van je bed kan zitten. Er kwam wel melk. Alle verpleegkundigen waren trots. Na vijf dagen werd het magnesium afgebouwd en mocht ik van het infuus af. Bloeddrukverlagers kon ik ook oraal innemen. Dagelijks gingen we naar de neonatologie en elke 3 uur moest ik kolven, hier kwam op den duur vanzelf handigheid in, en ik zag in dat dit nodig was voor Liam. Hij kreeg dit via het slangetje in zijn maag. Nadat mijn infuus gestopt was, werd ik overgebracht naar een kraamkamer. Ik zag er erg tegenop: huilende baby’s, personeel gericht op moeder en kind, en ik ging daarheen zonder kind. Op het moment dat we naar de kamers gingen, werd het wiegje net uit mijn kamer gereden. Dit deed pijn. Ik heb veel gehuild op deze afdeling, een lege buik, Liam op de intensive care en zelf lag ik tussen allemaal vrouwen met hun kindje bij zich, die ik ‘s nachts hoorde huilen. Ik was boos op mijzelf dat ik niet kon voelen dat ik moeder was geworden, en dat ik het liefst naar huis zou gaan en niet meer terug zou komen. Ik was boos, dat ik nog niet van mijn kindje kon houden, terwijl ik echt moeder was. Ik was boos, dat ik hem niet miste en dat ik er tegenop zag om weer naar de neonatologie te moeten.
Na een week op de kraamkamer, hebben we besloten dat ik naar huis ging. Edwin zou me helpen en we konden samen dagelijks naar Liam op de NICU. Elke dag gingen we minimaal een uur buidelen. Edwin de ene dag, ik de andere dag. Ik ben zo blij dat we dit gedaan hebben. Na 1,5 week voelde ik me echt moeder en maakte ik me oprecht zorgen om Liam. Het ene kindje na het andere kindje werd opgenomen en was opeens weg. Je wist dan: “Oh die heeft het niet gehaald” of “De operatie is niet gelukt”. Dit maakte ons angstig en bezorgd. Elke ochtend als we wakker werden belden we naar de NICU en kregen wij gelukkig het nieuws dat Liam het fantastisch deed en dat het echt een vechtertje was.
Na drie weken intensive care mocht Liam van de CPAP (hulp bij ademen) af en was hij klaar om naar de high care te mogen gaan in het Martini ziekenhuis. Zondag 20 Oktober werden we gebeld dat we mochten komen, want er was plek en Liam werd vandaag nog overgeplaatst. Voor ons ging het erg snel, we vonden het personeel en de afdeling fijn en waren net gewend. Maar in het Martini ziekenhuis op de high care waren de prikkels minder, de piepjes en belletjes minder, de kindjes waren minder ziek en je privacy als ouders bij je kindje is iets meer door meer ruimte naast de couveuse en gordijnen die dicht konden. Ook heel fijn personeel en een hele fijne afdeling waar goed aan je gedacht werd. Edwin begon weer met werken, hij was dan een week weg en een week thuis voor zijn werk. Een week lang samen en een week lang alleen. Dagelijks hetzelfde riedeltje. Elke 3 uur kolven, melk bewaren, stickers plakken met naam, datum en tijd van de gekolfde melk, meenemen in een vriestasje en hydrofiele luiers wassen, strijken, steriel maken en meenemen zodat Liam iets van zichzelf in de couveuse heeft. Twee keer per dag ging ik naar het ziekenhuis. Na vier weken alleen maar goed nieuws in het Martini ziekenhuis op de high care ging het mis. Liam kreeg een infectie, onbekend wat het was. Liam werd bleek, had hoge koorts en we maakten ons zorgen. Antibiotica werd gestart. Liam had de meningokokkenbacterie werd verteld. We mochten niet opzoeken wat het was, we moesten vertrouwen hebben in ons sterke kindje. We zijn blij dat we dat hebben gedaan, want ook daar heeft Liam zich weer door gevochten.
Na zes weken high care mocht Liam naar de neosuites. Een kamer voor zichzelf. Ik mocht hierbij slapen, maar omdat Liam nog te zwak en te klein was om het zuigen, slikken en ademen tegelijk te doen, lukte uit de borst drinken nog niet. Ik heb er dan ook voor gekozen om thuis te blijven slapen, het was tenslotte al erg intensief, en daar slapen kreeg ik zeker geen rust van. Liam mocht van de zuurstof (high flow) af en had enkel nog sondevoeding. Op 5 december heb ik besloten toch een nachtje bij hem te slapen, om te kijken hoe het ging. Borstvoeding ging best goed en af en toe gaven we mijn melk via de fles, wat Liam ook ineens goed oppakte.
Donderdag 5 december
De dokters kwamen in de ochtend vertellen dat –als ik het zag zitten- Liam wel mee naar huis mocht. Ik was erg enthousiast, maar vond het ook erg spannend. Liam had nog sondevoeding, nog maar één nachtje met mij geslapen en Edwin was op zijn werk tot maandag. Ik moest dit weekend dan ineens Liam mee naar huis nemen en alleen voor hem zorgen. Ik had geen recht op kraamzorg gezien de lange ziekenhuisperiode. Ik besloot het toch te doen. De sondevoeding werd eruit gehaald, de slangetjes van de monitor werden losgekoppeld en hij mocht in de maxicosi. Zo klein, maar zo sterk! Ik heb nog nooit zo rustig gereden met de auto. Wat was dit eng. “Wat nou als hij een saturatiedipje krijgt of even met ademen stopt”, flitste er door m’n hoofd. Want dat deed Liam wel eens. We hielden hem dan snel rechtop, en daar kwam dan een zuchtje. Stel je voor, dat dit me nu gebeurde. Waar moest ik dan stoppen?! Wat moest ik dan doen?! Eenmaal thuis kwam mijn moeder gelukkig bij mij slapen. We hebben Liam lekker in zijn kinderwagen naast mijn bed ingestopt met kruikjes, warme dekentjes, en hij kwam elke 3 uur standaard om te drinken. De borstvoeding ging goed, wonder boven wonder dronk hij zo uit de borst!
Omdat ik het fijn vond, heb ik kraamzorg ingekocht. Hier ben ik nog eeuwig dankbaar voor. In het ziekenhuis was alles zo vanzelfsprekend. Borstvoeding wat ik had gekolfd, moest in de fles gegeven worden, maar hoe warmde je dit op? Oh, mocht dit niet in de magnetron? Hoe maakte ik een kruikje? In het ziekenhuis was het heel warm, hier niet. Waar moest Liam overdag in liggen? Oh, de kinderwagenbak kan in de box?! Dat was handig! Drie dagen een paar uurtjes kwam de kraamzorg en ik heb hier veel van geleerd en veel aan gehad.
Liam had een liesbreuk, hieraan is hij in januari geholpen. Dit is allemaal weer goed gekomen. Op dit moment krijgen wij geen kinderthuiszorg meer, die kwam elke maand voor een injectie. Elke maand komt de TOP-fysio om te kijken hoe wij het doen en handige tips te geven. Deze blijft bij ons komen totdat Liam één jaar oud is. Liam krijgt nog medicijnen voor een laag hemoglobinegehalte in het bloed, wat kan zorgen voor bloedarmoede. Zijn ontwikkeling loopt voor een prematuur geboren kindje op schema en we genieten elke dag van hem. Hij is nu 7 maanden oud, gecorrigeerd 4 maanden en we beginnen met hapjes, wat hij erg lekker vindt! We zijn trots op alle zorg en hulp omtrent Liam en mij, maar vooral ben ik trots op Edwin en Liam. We hebben het toch maar even doorstaan, samen. Het maakt je relatie sterker dan ooit, en je ziet goed in, dat het niet allemaal vanzelfsprekend is om mama te worden.
LINDA