1 Juli 2019
Ik ben 38w2d zwanger. Al weken heb ik last van voorweeën. Zodra ik ‘s nachts lig, begint mijn rug zo’n pijn te doen van de weeën dat ik moet spugen. De afgelopen drie nachten heb ik dan ook grotendeels met een dekentje op de badkamer door gebracht.
20.00
Ik kom aan bij de verloskundigenpraktijk en ze ziet aan me dat ik op ben. Ik heb een flinke buik voor mijn postuur en net als bij de eerste zwangerschap, ligt de baby ook nu weer erg laag. De verloskundige geeft aan dat mijn buik erg gespannen is. Ze vraagt hoe het de afgelopen week is gegaan en samen besluiten we dat ze me zal toucheren. Wanneer ze dit doet, zegt ze tegen me dat de baby inmiddels zo laag ligt, dat ze me graag wil strippen omdat ze zich kan voorstellen dat lopen momenteel als onmogelijk voelt.
20.45
Ik kom thuis, zeg tegen Sezar dat ik gestript ben en het voel rommelen. Hij vraagt of hij mijn schoonouders moet bellen zodat ze Aurélie kunnen opvangen zodra het zo ver is. “Ach, zal niet nodig zijn joh. De weeën van de afgelopen weken waren veel heftiger dan dit.” Ik ga in bad en probeer hierna in bed te ontspannen. Maar het lukt niet.
23.30
“Sezar, ik ga nog een keer in bad zitten. Kun je heel hard tegen mijn rug duwen?”. “Schat, ik wil best duwen. Maar misschien is het verstandiger om je weeën eens te gaan timen en de verloskundige te bellen.” Dit doen we. Terwijl ik in bad zit merk ik dat de weeën toch frequenter zijn dan ik dacht. De verloskundige krijgt het ook mee en geeft aan dat ze ons het liefst meteen in het ziekenhuis ontmoet, zodat we zeker niet te laat zijn.
00.15 (2 juli 2017)
Gelukkig had Sezar niet naar me geluisterd toen ik thuis kwam en zijn ouders wél geinformeerd dat de bevalling was begonnen. Ze komen binnen, ik loop rustig door het huis, leg wat ontbijtspulletjes klaar voor Aurélie, geef aan waar de extra dekens zijn en dan zegt mijn schoonmoeder: “Schat, ik denk dat jullie NU moeten gaan. Wij redden ons wel.”
00.45
We komen aan in het ziekenhuis en de verloskundige checkt hoe ver ik ben. Ik heb 4.5 centimeter ontsluiting! Ik voel me opgelucht, blij, alsof ik de wereld aan kan. 4.5 Centimeter en ik loop nog tevreden rond? Dat lijkt een stuk beter te gaan dan de vorige keer. Ik kies ervoor om gebruik te maken van het bevallingsbad. In het begin zitten we met zijn drietjes nog grapjes te maken, maar op een gegeven moment begint de pijn toe te nemen en probeer ik me alleen maar te focussen op het opvangen van de weeën.
01.45
Ik zit nog steeds op 4.5 centimeter. Ik ga terug in bad en we spreken af dat we het over anderhalf uur weer zullen bekijken. Na een uur kies ik ervoor om tegen het bed aan te leunen, omdat ik merk dat het opvangen van de rugweeën steeds lastiger wordt.
03.15
Ik word weer getoucheerd en nog steeds lijkt er geen vordering in te zitten. Ik verzoek om mijn vliezen te breken om het proces zo hopelijk te versnellen. Hierna lig ik op bed. Ik merk dat de rust die ik al die uren had gehad plotseling omslaat in paniek. Ik realiseer me dat het dit keer opnieuw zo lang kan gaan duren als de eerste keer en het zweet breekt me uit.
De weeën worden heftiger. Mijn paniekaanval ook. Met geen mogelijkheid ben ik nog in staat mijn rugweeën op te vangen. Ik lig op bed en vraag een ruggenprik. Ik kijk Sezar aan en we weten allebei dat ik heel snel moet gaan kalmeren. De verloskundige blijft aangeven dat ik dit kan. Ik voel me in de steek gelaten. Sinds wanneer is het de keus van de verloskundige en niet van diegene die ligt te bevallen om wel of geen gebruik te maken van pijnstilling?
Zodra ze de kamer uit loopt merk ik dat alle emotie er uit komt en ik mijn ademhaling niet meer onder controle krijg. Sezar staat met zijn handen tegen mijn borst en hals te duwen om me te kalmeren. Mijn lichaam gaat intussen alle kanten op door de weeën die ik nog onmogelijk kan opvangen.
De verloskundige komt terug en opnieuw eis ik een ruggenprik. Ik geef aan dat dit mijn keus is en ze deze keus niet voor mij moet maken. Uiteindelijk wordt er een infuus in mijn arm toegediend om een half uur te monitoren.
04.00
Ik schreeuw het uit van de pijn en terwijl ik dit doe tijdens een wee, trek ik zo het hele infuus uit mijn arm. Mijn partner wordt lijkbleek door het bloed van mijn arm en geeft aan dat hij even naar de gang moet. Op hetzelfde moment roep ik: “Neehee, ik kan niet meer. Kom!” Het infuus was uiteindelijk dus nergens voor nodig geweest. De verloskundige roept hem terug. Dit was misschien wel mijn enige heldere moment in al die tijd, dus ik vraag om een krukje voor Sezar. “Gaat het schat?”, Vraag ik hem, terwijl hij mijn hand vasthoudt en we ons klaar maken om onze dochter ontmoeten.
04.37
Daar is ze dan, onze prachtige dochter Loïs. Precies even lang als haar grote zus bij de geboorte, precies even zwaar als haar grote zus bij de geboorte. Opnieuw, het mooiste kleinste wezentje dat ik ooit heb ontmoet.
AMBER