Het is zondagochtend, 9:00 uur. Ik ben vandaag 25+3 week zwanger. Zoals gewoonlijk bekijk ik mijn social media terwijl ik wakker word. Ik zie een post van een kennis voorbij komen over ‘wereldprematurendag’. Blijkbaar heeft hij een zoontje die te vroeg geboren is. Ik had er eigenlijk nog nooit van gehoord en sta er niet zo bij stil. We gaan naar beneden om te ontbijten, het is inmiddels rond 10:00 uur. Ik krijg wat last van mijn rug en besluit om even een warme douche te nemen. Na het douchen ga ik nog even lekker in bed liggen, de rugpijn is nog niet over… Misschien toch een te drukke dag gehad gisteren? Wie zal het zeggen.
De rugpijn wordt erger en ik krijg nu ook steken in mijn onderbuik. Liggen helpt niet en daarom loop ik wat te ijsberen door de slaapkamer. Het wordt niet beter en ik roep Mart. Hij komt direct en vraagt wat er is. De pijn wordt steeds erger. Misschien ga ik toch even de verloskundige bellen, al is het alleen om even gerustgesteld te worden. “Het is vast iets met de blaas”, denken we. Ik bel de verloskundige. Ze vraagt waar ik precies pijn voel. Ik vind het lastig uit te leggen. Ze zegt: “Ik kom wel even langs, dan kunnen we even het hartje luisteren. Het kan goed zijn dat je zo’n last hebt van je blaas”. Ze is er binnen 10 minuten. Direct luisteren we naar het hartje en dat is goed, gelukkig! Daarna wil ze wel graag even inwendig voelen. Ze haalt direct haar hand weer weg. De woorden die ze dan uitspreekt vergeet ik nooit meer: ‘Eva, ik voel een grote vochtprop… De bevalling is begonnen!’ Wat er op dat moment door mij heen gaat is pure paniek. “Hóe is dit mogelijk? Alle echo’s waren toch goed? Heb ik het niet goed aangevoeld?”, denk ik. Maar ook: “Oké, de 24 weken zijn voorbij. Vanaf dan is het levensvatbaar.” Het enige wat Mart zegt is: “Het komt goed Eef. Ik beloof het. Het komt goed!”
De ambulance is er binnen 15 minuten en we gaan met gillende sirenes richting het UMCG. Het is 13:15 uur als ik op een bed lig, in het ziekenhuis met ik weet niet hóeveel artsen, verpleegsters en gynaecologen, Mart en de verloskundige om mij heen. “Er komt zometeen een gynaecoloog en een kinderarts bij u, en dan gaan we het plan bespreken. Het is van groot belang dat de baby nog zo lang mogelijk in de buik blijft zitten”. Voor mijn gevoel duurt het een eeuwigheid voordat de arts en gynaecoloog komen en mijn weeën worden steeds heftiger. Ik heb aan beide armen een infuus zitten met weeënremmers, maar die helpen niet voldoende. De weeën worden hierdoor wel minder pijnlijk, maar ze blijven even frequent komen.
Op een gegeven moment ontstaat er een klein beetje paniek. Ik geef namelijk aan dat ik het niet meer kan tegenhouden en de gynaecoloog vertelt dat er geen tijd meer is voor een gesprek. Ze stelt de vraag aan ons: ‘Willen jullie dat we er álles aan doen om dit kindje levend op de wereld te zetten’? Mart en ik zijn verbijsterd. Hóe halen ze het in hun hoofd om deze vraag te stellen?!?! We schreeuwen allebei; ‘Ja natuurlijk!’ (Achteraf weten we waarom deze vraag gesteld werd. Er wordt geen hartmassage uitgevoerd bij baby’s beneden de 26 weken. Wij hadden geen idee. Nooit rekening gehouden met deze situatie.) Vanaf dat moment ging het zo razendsnel…
Ik kreeg een injectie in mijn linker bovenbeen, dat was voor de longrijping. Helaas heeft dat niets meer uitgehaald. De weeën werden steeds heftiger en ik kon ze maar moeilijk tegenhouden. Op een gegeven moment kon ik niet meer en braken mijn vliezen. Wát een opluchting voelde ik. De druk was er af! De gynaecoloog zei: “Nu moet je persen!” Met een hoop getrek van de gynaecoloog kwam je er uit. Om 15:07 uur; daar was je lieve Isa. Met 33 cm en 900 gram, maar je huilde niet. Je bleek in een stuit te liggen en de navelstreng zat dubbel om je nekje. Direct nadat je geboren bent, werd je in een soort plastic zakken gewikkeld en handmatig beademd. Vreselijk om te zien, vooral voor je vader. De bedoeling was dat papa je navelstreng door zou knippen, maar daarvoor was geen tijd meer. Je werd na ongeveer 5 minuten weg gehaald en papa mocht met jou mee. Daar lag ik dan, alleen, zonder man en zonder kind. Geen idee wat ons verder te wachten stond.
Nadat de placenta er uit was mocht ik even douchen. Daarna mocht ik proberen het kolven op gang te brengen. Niet dat er ook maar een druppeltje melk uit kwam. Toen kwam papa samen met jou in de couveuse. Afschuwelijk vond ik het om je zo te zien. Heel even heb ik mijn hand op je gelegd. Doodeng vond ik het. Daarna werd je naar de IC-Neonatologie gebracht, je thuis voor de komende weken.
Een paar uur later mochten we naar je toe. Daar lag je dan, aan de beademing. Met allemaal plakkertjes, slangetjes en infuusjes. Papa en ik mochten met onze handen in de couveuse, jou aanraken. We durfden allebei niet, zo klein en kwetsbaar. Ik kolfde acht keer per dag. Je kreeg 12 voedingen van 1 milliliter. Iedere druppel melk die ik produceerde werd met kleine spuitjes opgezogen en naar jou toegebracht. Juist voor jou was het zo belangrijk dat je mijn melk kreeg. En ik was zo ontzettend dankbaar dat ik dat voor jou kon doen! Bijna iedere dag werd je voeding opgehoogd. Mijn eerste moedermelk, wat was ik trots!
Op 26 november, toen je 10 dagen oud was, kreeg je een infectie waar je behoorlijk ziek van werd. Ze dachten dat het was ontstaan door het lijntje in je navel (dit werd gebruikt om bloed af te nemen, zo hoefden ze niet iedere keer een infuusje te prikken). Direct kreeg je meerdere soorten antibiotica. Je leek hier goed op te reageren en kreeg wat meer kleur. Er werd een foto gemaakt van je darmpjes en daarover waren ze niet zo tevreden, daarom werd je voeding stopgezet. Na een paar dagen kregen we uitslag van de bloed- en sputum onderzoeken en bleek dat het toch in je sputum zat. Door het beademingsbuisje produceerde je veel slijm, hier was een bacterie in gaan zitten. Gelukkig knapte je gauw op van de antibiotica, en konden we de voeding daarna weer starten. Na je infectie gaat het eigenlijk in een stijgende lijn, wat ben je dapper en sterk!
Op 29 november hebben ze geprobeerd om de tube eruit te halen en over te gaan op de CPAP. Dit ging een paar uur goed, maar helaas kostte het je toch nog te veel energie. De tube ging er weer in. Ondanks alles ben je zo’n ontspannen meisje. Je laat alles heel goed over je heen komen en geeft je volledig over. Je reageert zelfs al een beetje op ons, zo bijzonder! Door de infectie ben je behoorlijk afgevallen. Je weegt inmiddels 745 gram. Het duurt voor ons gevoel een eeuwigheid tot je 1 kilogram weegt. Op 9 december is het moment daar: je weegt 1100 gram! Op 11 december is het beademingsbuisje er definitief uit gegaan en zijn we over op de CPAP, yes! Papa en mama vonden het heel spannend, omdat we zagen dat je er hard voor moest werken. De artsen hebben je even de tijd gegeven. Je werd rustiger en ze konden de zuurstofbehoefte steeds verder afbouwen. Wat een mijlpaal!
Je hebt in totaal vier weken aan de beademing gelegen. Ze zijn begonnen met de tube, daarna ging je even over op de trilbeademing, vervolgens weer terug naar de tube. Omdat je zo lang aan de beademing lag, moesten ze iedere dag bloed afnemen om de waardes te bekijken. Dat deden ze door middel van een prikje in je hak. Daardoor ben je best veel bloed verloren. En daarom heb je in de hele ziekenhuisperiode vier keer een bloedtransfusie gehad. Gelukkig had je hier zelf geen last van, maar knapte je er altijd van op! Je vindt het heerlijk om bij ons te liggen en daar genieten wij zo van! Iedere dag is het weer een feestje om bij jou te zijn. Af en toe zijn we erbij als het mutsje en de slangetjes vervangen worden. Dan kunnen we je goed bekijken. Wat ben je prachtig!
Vlak voor de kerstdagen hebben we een gesprek met de arts. Je bent niet meer het meest zieke kindje op de afdeling! Daarom moeten we er rekening mee houden dat je binnenkort van de IC af mag. Op 28 december is het moment daar: je mag naar de High Care in het Martini ziekenhuis. We vinden het heel dubbel dat je weg gaat uit het UMCG, het is zo’n vertrouwd plekje geworden. Na zes weken hebben we hier een fijne band opgebouwd met de verpleegkundigen. Wat hebben ze fantastisch voor jou (en voor ons) gezorgd!
In het Martini ziekenhuis gaat het er behoorlijk anders aan toe. We zijn gewend aan alle regeltjes van de IC en komen erachter dat hier eigenlijk bijna geen regels zijn. Geen luiers meer wegen, niet continu je handen in de desinfectie (alleen nog bij binnenkomst), meer bezoek tegelijk ontvangen en meer zelf voor jou zorgen. Heerlijk! In de weken die volgen mogen we jou voor het eerst in bad doen, drink je voor het eerst uit de borst en krijg je voor het eerst een flesje. Voor het eerst kleertjes aan en zelfs al in een wiegje slapen! We voelen ons meer en meer ouders en vinden het zo fijn om écht voor je te zorgen! Op 6 januari ga je van de CPAP over op de High Flow! Wat een verademing. Geen strakke mutsjes meer, maar een neusbrilletje.
Op 3 februari wordt de High Flow vervangen door de Low Flow, een nóg kleiner neusbrilletje. Sinds je dit brilletje hebt, lig je ook in een neo-suite, een eigen kamer! Mama mag iedere nacht bij je slapen. Op18 februari is het dan zover; na een periode van 3 maanden en 1 dag mag je naar huis! Wat zijn we blij! Ook gek, want dit was jouw huisje voor zeven weken.
Inmiddels ben je alweer vijf maanden bij ons, je gecorrigeerde leeftijd is twee maanden. De thuiszorg komt hier nog één keer per week en je krijgt nog fysiotherapie en logopedie. Omdat je onvoorbereid veel te vroeg geboren bent, heb je Bronchopulmonale Dysplasie (BPD). Dat is ook de reden waarom je nu nog een zuurstofbrilletje hebt, met 0,1liter flow. Gelukkig mag het brilletje steeds vaker even af. Dat vind je heerlijk!
Lieve Isa je bent zo’n dapper en sterk meisje, altijd vrolijk en energiek. Je bent onze kleine kanjer!
EVA