Deze rugweeën waren hels
Mijn man en ouders wilden net weggaan uit het ziekenhuis, zodat ik rustig kon eten. Plotseling verloor ik wat vocht. Mijn ouders waren ondertussen weg en alleen mijn man was er nog. Ik vroeg hem te blijven, want ik dacht dat mijn vliezen gebroken waren. De verpleegkundige deed een testje (het leek net op een zwangerschapstest) en ja hoor, twee streepjes. Mijn bovenste vlies was gebroken (ik heb nooit geweten dat er nog een vlies bestond en die ook kon breken). Snel daarna begonnen de weeën, waardoor ik wel een beetje stress kreeg. ‘Nee, dit mag en kan nog niet. Ik ben nog geen 37 weken zwanger’. De weeën bleven sneller komen en werden steeds heftiger. Ik had zó gehoopt van tevoren, dat ik buikweeën kreeg. Mij was verteld dat deze iets makkelijker weg te puffen zijn. Vrij snel toen ik op de verloskamer lag, heeft de verloskundige mijn (onderste) vliezen ook gebroken. Toen merkte ik enorm veel verschil met begin van de avond. Ja, dit had ik wel verwacht qua hoeveelheid! Het vruchtwater zag er goed uit, dus dat was positief!
Geef alsjeblieft een ruggenprik
Secondes werden minuten, minuten werden uren. Na 8 uur alleen maar rugweeën en al zes keer weeënopwekkers te hebben gekregen, zat ik nog steeds maar op 4 cm. Toen was het voor mij wel eventjes klaar. Hoe dik gedrukt ik het ook in mijn bevallingsplan had geschreven, ‘GEEN ruggenprik. Als ik erom vraag geef deze NIET!’, zei ik toch tegen mijn man: ‘Druk maar op het knopje. Er gaat een ruggenprik in’. De verloskundige kwam en zij probeerde mij nog om te praten, omdat ik het zo beschreven had in mijn plan. Hoe lief ze het ook bedoelde zei ik tegen haar ‘Doe die ruggenprik erin, jas dat ding erin. Ik kan niet meer’. Ik lag al vanaf donderdag met enorme pijn (door stuwing van mijn linkernier) in het ziekenhuis. Zaterdag heb ik de gehele dag moeten overgeven vanwege de morfine. Ik was op! Kapot
De verloskundige ging het regelen. Ik vroeg aan mijn man: ‘Hoelang duurt het voordat ze er zijn?’ Er viel een stilte. ‘Over een half uurtje zijn ze er’, antwoordde mijn man. “Een half uur?! Are you kidding me?!’, dacht ik. Godzijdank waren ze er al binnen 10 minuten. Ik had geluk, want ze (anesthesist en assistent anesthesist) kwamen net uit een operatie. Het eerste wat de assistent ze tegen mijn man: “Hé, jij bent toch die voetballer?’. Bij ons in de regio is mijn man een bekende voetballer. Toen ik dat hoorde werd ik een beetje gek van binnen. Ik dacht: “Het gaat nu een keer om mij! Serieus, ga jij nu over voetbal beginnen?’. Ik zei er verder niets van.
De ruggenprik zat verkeerd
Ik mocht zitten, ontspannen en proberen naar voren te hangen. Dat was vrij lastig met een buik dat in de weg zat en elke 2 á 3 minuten weeën. De verpleegkundige ondersteunde mij en toen kwam de prik. Heel fijn was die niet, maar ik hield in gedachten dat de pijn zo dadelijk weg zou gaan. Ze bleven met de naald zoeken naar de juiste plek. Na ongeveer 10 á 15 minuten zei ik: ‘Als het niet lukt, dan lukt het niet hoor. Dan heb ik pech’. Maar toen vroeg ze: ‘Voel je nu een stroomschokje in je knie?’ Ik was even stil. ‘Uhm, jawel een kleintje’. ‘Oké dan zit die waarschijnlijk goed’. Opgelucht ging ik liggen, maar na één minuut kreeg ik opnieuw een wee en die was net zo heftig als alle andere. Hierdoor bleek dat ze hem niet goed geprikt had. Ze gingen overleggen wat ze nu konden doen. Ze kwamen vrij snel weer terug. “We kunnen het nog één keer proberen en anders moet je het helaas zonder ruggenprik doen’. “Ja graag”. zei ik tegen haar. Daar kon ik weer. Zitten, ontspannen en voorover hangen.
De verpleegkundige herkende mijn man van voetbal
De tweede ruggenprik zat vrij snel. Ze vroeg opnieuw: “Voel je nu een schokje in je knie?’ Op het moment dat ze het vroeg vloog mijn been uit reflex keihard tegen de verpleegkundige aan. “Oh sorry, sorry, sorry”, zei ik toen. Ze vond het niet erg want ik kon er tenslotte niets aan doen. Na ongeveer één minuut kreeg ik opnieuw een wee maar deze voelde ik niet! “O yeah, hij zit goed, het werkt!”, dacht ik. Na een lange tijd had ik geen pijn meer. Ik kon eindelijk ontspannen en weer lachen. De uren verstreken en mijn ontsluiting liet maar op zich wachten. De verloskundige dacht in eerste instantie dat ik in de nacht wel zou bevallen. Ik zat toen nog maar op 6 cm. Ondertussen was er weer een wissel van dienst geweest, dus kreeg ik mijn derde verloskundige en verpleegkundige. De ‘nieuwe’ verpleegkundige kwam uit Woudrichem en je raadt het al. Ook zij kende mijn man van voetbal. Daar begon het weer: ‘Hé, jij bent toch die voetballer?’. Nee, nee, nee, niet nog een keer. Het gaat hier nu om mij! Hou op over voetbal. Maar opnieuw heb ik er niets over gezegd.
Om 09:50u had ik volledige ontsluiting. Ze zetten de ruggenprik uit. Als ik een perswee voelde, mocht ik mee gaan persen. Daar kwam de stress weer. Ik was zó onwijs bang voor de pijn, dat ik eigenlijk de ruggenprik niet uit wilde hebben. Dat kon natuurlijk niet. Rond 10:00u perste ik mee. Ik lag met mijn ogen dicht, keerde helemaal in mezelf en elke keer als ik een perswee voelde, perste ik voorzichtig mee. Als ik het kon, mocht ik ook vier keer achter elkaar persen in plaats van drie keer. “Haha, dat moet je niet tegen mij zeggen. Of ik het nou wel of niet kon, ik moet en zal vier keer per wee gaan persen. “Hoe eerder ze eruit is, hoe beter!”, dacht ik. Na een tijdje (ik had totaal geen tijdsbesef), kwam de gynaecoloog binnen en zei: ‘Nog twee keer persen en ze is er’. Yes, hier zat ik op te wachten (achteraf bleek dat ik 1,5u heb liggen persen). De één na laatste pers was ze er al een flink deel uit. Ze is helaas, toen ze er uit kwam, gedraaid waardoor ze niet meer goed lag. Hierdoor heeft de verloskundige haar met de laatste pers, goed moeten draaien. Het persen en inknippen deed niet zo’n zeer als het draaien van mijn kindje. Daar is ze. Ze werd gelijk op mijn borst gelegd. Wat was ik opgelucht, gelukkig, emotioneel en moe. Mijn man en ik huilden samen. Van blijdschap en trots. Hier hebben we bijna negen maanden naar uitgekeken. Onze dochter. Ons gezinnetje.
TIFFANY