Lisette schrijft een reeks. Lees hieronder de eerdere delen.
Hoe een prachtig weekend omsloeg in de grootste nachtmerrie van elke ouder….
Hoe kan ik ooit hiermee verder leven?
Onze zoon Nio overleed plotseling tijdens de lockdown….
Ik heb een sterrenbaby, maar ook een regenboogbaby
De oude Lisette was weg
Een week na de begrafenis van onze zoon Nio was de rust weer wedergekeerd in ons huis. Wat voor mij allesbehalve fijn aanvoelde. De muren kwamen op mij af en de vragen “Hoe nu verder?” en “Zal ik ooit nog gelukkig worden?” wisselden elkaar af. In die tijd had ik regelmatig Ruth aan de telefoon. Zij was onze begeleidster tijdens het afscheid van Nio. Zij vertelde mij: “Ga niet op zoek naar de oude Lisette, want die is er niet meer”. Hier schrok ik in eerste instantie ontzettend van. Want het liefste wat ik wilde, was mijn oude leventje weer terug. Zij legde daarna het volgende uit: “Je kunt datgene niet veranderen wat je is overkomen. Maar hoe je ermee omgaat, heb je wel zelf in de hand. Dat de oude Lisette er (deels) niet meer is, hoeft niet meteen gelijk slecht te zijn. Dit heb je zelf in de hand”.
Ik voelde mezelf wegzakken in de allerergste paniekaanval ooit
Na een lange periode die voor mijn eigen gevoel best wel goed ging, stortte ik afgelopen winter letterlijk in elkaar. Ik was op mijn werk en belandde in de zwaarste paniekaanval die ik ooit heb gehad, zonder dat er enige aanleiding voor was. Eerst werd ik heel benauwd en vroeg ik aan mijn collega’s of zij ook hetzelfde voelden. Daarna voelde ik mijn handen tintelen. Door eerdere paniekaanvallen wist ik dat dit foute boel was. Ik besloot om naar de kantine te lopen om daar even tot rust te komen. De weg ernaar toe leek eindeloos en ik voelde de druk op mijn borst toenemen. Ik belde mijn vriend op en al haperend probeerde ik uit te leggen dat het niet goed ging. Ik voelde dat ik de kantine niet zou halen. De paniek was toegeslagen en ik voelde mijzelf wegzakken. Ik had hulp nodig en de eerste deur die ik zag, gooide ik open. Dit was de keukendeur van de kantine. Mijn collega’s waren nietsvermoedend de lunch aan het voorbereiden. Ik schreeuwde in paniek: “Jullie moeten mij helpen! Ik krijg geen adem meer!”. Op dat moment zakte ik letterlijk door mijn benen. Ik kon het niet meer tegen houden. Ik begon te hyperventileren, mijn handen en armen tintelden en mijn hele lichaam trilde. Ik voelde mijn hart als een gek pompen en ik trok bleek weg. Ik huilde net als een klein kind en ik probeerde naar lucht te happen.
Ik was de controle totaal kwijt over mijzelf
Zij hebben mij op een stoel gezet en de EHBO-alarmcode laten omroepen. Mentaal kon ik mijzelf niet meer vinden, waardoor ik alleen maar meer in paniek raakte. Ik was de controle totaal kwijt over mijzelf. Het gevoel dat je geen zuurstof meer binnenkrijgt is echt verschrikkelijk. Ik kan niet in woorden uitleggen hoe dat voelde. Er werd besloten om 112 te bellen. De ambulance was er voor mijn gevoel heel snel. De ambulancebroeders kregen snel door dat ze te maken hadden met iemand met een paniekaanval. Zij gaven instructies aan mij om anders te laten ademhalen, leidde mij af en hield mij aan de praat.
Na enige tijd kwam ik weer heel langzaam bij
Ik was kapot en doodmoe. Deze paniekaanval had alle energie uit mijn lichaam verbruikt. Mijn vriend haalde mij op, want autorijden mocht ik niet meer. Ik verliet vol schaamte mijn werk. In eerste instantie dacht ik nog dat ik de volgende dag weer zou kunnen werken. Maar mijn manager dacht daar anders over, wat achteraf gezien een goede besluit was geweest. Nog lang daarna liep ik met een onrustig gevoel in mijn lichaam rond. Ik was bang om weer in paniek te raken. “Paniekerig om in paniek te raken”. Die combinatie was en is natuurlijk funest. Ik was doodsbang, want het vertrouwen in mijn lichaam was ik totaal kwijt. Ik had het idee dat ik zo een paniekaanval kon krijgen en dat ik weer de controle over mijzelf zou verliezen op elk moment van de dag en op elke plek waar ik mij ook bevond.
Een nieuwe fase in mijn leven
Achteraf gezien heb ik deze paniekaanval nodig gehad om een nieuwe fase in mijn leven aan te gaan. Het was een zogenoemde eyeopener. Van standje “overleven” naar het leren om zelf weer de teugels van het leven in handen te krijgen en te behouden. Niet alsmaar doorgaan en die vrolijke goedlachse Lisette uithangen. Ik hield mijzelf voor dat het goed ging. Dit deed ik niet bewust, maar ik vond het een makkelijke houding. Voor mijzelf, maar ook voor de buitenwereld. Ik wilde mijzelf niet als slachtoffer zien en al helemaal niet zo behandeld worden. Mijn Twentse nuchtere mentaliteit van “schouders recht, borstjes vooruit”, werkte niet meer. Er moest wat gaan veranderen. Een ander periode brak aan en ik zag daar ontzettend tegenop. Ik wist dat ik er niet meer onderuit kon en dat er geen andere mogelijkheid was om de nieuwe fase te ondergaan.
Angst voor een paniekaanval
Ik heb de hulp die mij werd aangereikt met beide handen aangegrepen. Ik ben eigenwijs en dacht dat ik er zelf wel uitkwam, maar aan alles voelde ik dat ik de hulp ontzettend hard nodig had. Ik had hulp nodig om deze nieuwe fase, dit traject goed en grondig te doorlopen en te groeien als mens. Zo kon ik mijn (heftige) ervaringen en gedachten niet meer op zijn beloop laten gaan, maar mijzelf ermee confronteren om het om te zetten in iets moois en krachtigs. Ik startte met “psychosomatische fysiotherapie”. Ik had hier nog nooit van gehoord. De therapie zou mij helpen om mijn paniek en angstaanvallen onder controle te krijgen. Ik dacht daarom ook dat wij zouden gaan starten met “wat te doen als je een paniekaanval op voelt komen”. Maar dit bleek achteraf niet waar te zijn. Mijn therapeute legde mij uit dat wanneer je een paniekaanval voelt opkomen, je eigenlijk al te laat bent. Je emmertje is dan vol en bij een aanval loopt hij over. Ik ging met mijn therapeut aan de slag om niet mijn emmertje over te laten lopen, maar om deze leeg te houden of in elk geval niet vol te laten lopen. Door middel van ademhalingstechnieken en ontspanningsoefeningen leerde ik de connectie tussen mijn lichaam en geest beter kennen en kon ik deze controle houden. Ik ging letterlijk meer in mijn lichaam zitten. Dit gaf mij meer zelfvertrouwen en langzaamaan nam de angst voor nieuwe paniekaanvallen af.
Mijn (zelf)vertrouwen bouwde ik weer op
Ik ging ook aan de slag met zelfacceptatie en innerlijke rust. Ik leerde dat alles met een reden gebeurd. Ook al vind ik dat wij wel een hele harde leerschool hebben gehad, het was niet voor niets geweest. Ik probeer in elk geval nu al het goede eruit te halen, zodat het ook echt niet voor niets is geweest. Ik leerde om weer op mijzelf te vertrouwen en om van mijzelf te houden. Want die twee emoties waren met het overlijden van onze zoon naar de achtergrond verdwenen. Schuldgevoelens namen soms de overhand. “Ik ben zijn moeder. Waarom ben ik niet wakker geworden? Waarom heb ik het niet gevoeld?”. Vertrouwen op mijn moederinstinct voelde veel verder weg als ooit tevoren. Dat zorgde er ook voor dat als het eventjes niet helemaal goed ging, dat ik het mezelf gelijk kwalijk nam. “Zie je wel. Ik ben een slechte moeder”. Ik leerde om mijzelf meer te omarmen, wat liefdevoller voor mijzelf te zijn. Mijzelf wat meer te gunnen. Ik ben niet alleen moeder. Ik ben ook nog gewoon Lisette die het af en toe het heerlijk vindt om met haar vriendinnen leuke dingen te doen, zonder de dag erna schuldgevoelens te hebben en mijzelf weer de stempel op te drukken met “slechte moeder”.
Ik heb vriendschappen beëindigd
Ik merkte later op dat dit echt mijn eigen proces was. Ik moest dit zelf doen. Ook al had ik heel veel hulp. Ik moest zelf aanvoelen en aangeven wat wel en niet goed voor mij was. Hierdoor heb ik noodgedwongen een aantal vriendschappen beëindigd. Dat vond ik misschien nog wel een van de lastigste en verdrietigste beslissingen die ik ooit gemaakt heb. Maar het moest en dat voelde ik aan alles. Voor het eerst in mijn leven moest ik (voor mijn eigen gevoel) egoïstisch zijn, mijzelf op de eerste plaats zetten en voor mijzelf opkomen. Inmiddels heb ik het losgelaten. In mijn achterhoofd had ik: “Misschien kruizen onze wegen elkaar weer in de toekomst”.
Ik ben inmiddels met een tweede traject gestart bij een andere psycholoog
Nu niet om mijn trauma te behandelen, maar hoe je je leven weer oppakt nadat je kindje is overleden. Hier ben ik net mee begonnen en dit voelt heel fijn. Zij leert mij om anders naar mijzelf te kijken. De nieuwe titel die ik mijzelf twee jaar geleden heb gegeven: “Mama van een overleden kindje”, drukte zo zwaar op mijzelf. Ik kreeg het gevoel dat iedereen mij op die manier aankeek. Altijd met medeleven in hun ogen. Ik vond het verschrikkelijk. Ik wilde weer gewoon normaal aangekeken worden. Ik was er zo tegen aan het vechten, dat ik mijzelf hierin verloor. Dit was niet de titel waarvan ik vroeger droomde als ik moeder zou worden. Ik heb nooit de ambitie gehad om een medaille te krijgen voor super mama. Ik wilde een doodgewone huis-tuin-en-keuken-moeder zijn. Daar droomde ik van. En dat het niet helemaal gelukt is, vind ik soms nog steeds heel erg lastig.
Ik begon met afvallen
Ook wilde ik letterlijk en figuurlijk goed in mijn vel zitten. De drie zwangerschappen, in nog geen vier jaar tijd, hadden zijn sporen achtergelaten. Spiegels probeerde ik zoveel mogelijk te ontwijken en ik verstopte mijn lichaam in veel te grote kleding. Toen de weegschaal 93 kilo aangaf en ik mijzelf op het strand net een zeekoe op het droge voelde, wist ik dat ik ook dit moest gaan aanpakken. Acht maanden geleden heb ik het roer omgegooid en ben ik op de methode van “Banting” gaan eten. Dit is koolhydraat arm, eiwit- en vetrijk. En daarbij geen toevoeging van suiker op welke manier dan ook. Mijn vriend heeft in al die zwangerschappen het begrip “samen zwanger zijn” een beetje te letterlijk genomen en is netjes elke kilo dat ik aankwam ook aangekomen. Hij besloot om met mij mee te gaan doen. Ten eerste om mij te ondersteunen, maar natuurlijk ook om zelf weer goed in zijn vel te zitten. Ik had mijn hardloop schoenen weer uit de kast gehaald en begon met kleine stukjes te rennen. Steeds van lantaarnpaal tot lantaarnpaal, met als einddoel het grafje van onze zoon. Ik kon dan even tot adem komen en maakte een praatje met hem en rende vervolgens weer terug naar huis. Nu inmiddels maanden verder ren ik heerlijk een heel rondje om de plas heen bij ons. Ik voel weer de adrenaline door mijn lichaam stromen en de positieve gedachten laat ik nu meer toe: “Ik kan de hele wereld aan! Heerlijk”. Wij zijn inmiddels samen 38 kilo afgevallen en ik ben trotser dan ooit op ons. Wij staan weer vol in het leven en doen aan alle kinderactiviteiten vol enthousiasme en energie mee.
Ik ben zo dankbaar voor alle mensen die op mijn pad zijn gekomen
Zoveel steun, hulp en handvatten heb ik meegekregen. Mijn werk, vooral mijn twee managers die mij alle vrijheid hebben gegeven in mijn proces en mij nooit het gevoel gaven dat ik hun tot last was. Ik heb mij altijd zo begrepen gevoeld. Daardoor vond ik het juist (ondanks mijn paniekaanvallen) zo fijn om te mogen werken. Ik heb zoveel nieuwe inzichten gekregen bij de therapie. En geleerd om mijzelf met al mijn tekortkomingen te omarmen en mijzelf te vergeven. Ik heb geleerd om te stralen en daardoor de toekomst zeer hoopvol en vol vertrouwen tegemoet te zien. En mijn papa, mijn grootste voorbeeld. Die man kan zo mooi praten en zo goed luisteren. Een van de dingen die mij het meest is bij gebleven is dat hij tegen mij al als kind zei: “ Verander om meer jezelf te zijn”.
Ik ben inderdaad de oude Lisette niet meer
Ik besef dat ik er nog lang niet ben en er zeker nog wel downs gaan komen. Maar dat maakt niet uit. Ik ben weer een stukje verder in mijn proces, groei en ontwikkeling. Ik ben meer van mijzelf gaan houden. Nu twee jaar later snap ik wat Ruth (de begeleidster) bedoelde. Ik ben inderdaad de oude Lisette niet meer. De dood van onze zoon heeft mij veranderd. Maar absoluut niet in negatieve zin. Ik ben gegroeid en sterker geworden. In vele opzichten ben ik anders naar het leven gaan kijken. Ik ben veel dankbaarder. Ik voel mij rustig, ondanks het grote verdriet en trauma, want ik heb mijn eigen leven weer zelf in de hand.
“De dingen die ons overkomen, hebben wij niet zelf in de hand. Hoe wij hiermee omgaan wel”.
Lees HIER het vervolg.
LISETTE
zo herkenbaar jou rouw proces. Bij mij overleed alleen plotseling mijn vriend in zijn slaap.
Maar de paniek aanvallen, mensen los laten. zelfs nu 3,5 jaar later gebeurd dat nog.
En zoveel meer van mijzelf gaan houden en gaan sporten en afvallen.
Ook wat je zegt, ondanks dat ik het liever niet op deze manier had mee willen maken. heeft het mij als persoon vele positieve lessen gegeven. En sta ik mooier en positiever in het leven.
❤️