Het is alweer bijna twee jaar geleden dat ik ben bevallen van onze prachtige dochter Doortje Olivia Lefine. Ik keek ontzettend uit naar de bevalling. Hoe verder ik kwam in de zwangerschap, hoe ongeduldiger ik werd. Ik was overtuigd dat ik rond de 38 weken zou bevallen, maar niks bleek minder waar. Ik wilde het liefst thuis bevallen, maar toen ik de 41 weken passeerde begon dat toch spannend te worden. Iedere nacht ging ik vol goede moed slapen en iedere ochtend werd ik teleurgesteld wakker. Alleen maar gerommel maar geen baby! Uiteindelijk tikte ik de 41+5 aan en begon mijn bevalling toch nog spontaan.
Zondag 24/06
Ik word wakker van lichte krampen in mijn buik. Ondertussen durf ik niet meer te hopen dat dit het is. Ik probeer weer verder te slapen en word rond 10 uur weer wakker met precies het zelfde gevoel. Ik denk aan de woorden van mijn moeder: ‘Het komt op, het heeft een piek en het zwakt weer af’. Dit moet het zijn! Ik maak Nick wakker en bel mijn moeder om te vertellen dat het gaat beginnen. Het is 12 uur. De bel gaat. Mijn moeder staat voor de deur. Ik ben inmiddels gedoucht en heb nog even snel mijn benen geschoren. Ik heb lichte krampen die komen en gaan om de 5 minuten en ik bel de verloskundige. De verloskundige belooft rond een uur of 3 even langs te komen om te kijken hoe ver ik ben. Ik eet nog wat beschuit en klets wat met m’n moeder en Nick om de tijd te doden. Ik zit vol spanning en voel me zo ontzettend klaar voor het echte werk. Ik zit onder een warme douche als de bel gaat. De verloskundige en de stagiaire zijn er! Het is inmiddels 4 uur en ze komen naar boven. De weeën zijn nog steeds erg zacht en ze stelt voor om meteen even te toucheren. Ik ga liggen op bed en wacht vol spanning af. De stagiaire begint met het onderzoek en vertelt me dat ik net 1 centimeter ontsluiting heb. Let’s get this party started! Ik weet op dat moment dat ik nog 9 centimeter moet en dat het dus pas net begonnen is. Mijn verloskundige zegt dat ik er vanuit moet gaan dat er één centimeter ontsluiting per 1 á 2 uur bij komt. We spreken af dat ze later vanavond weer even komen kijken.
Rond een uur of 6 zijn de weeën een stuk heftiger. Ze komen om de 2 minuten en duren ruim een minuut. Ik vraag Nick om het bad vol te laten lopen zodat ik mijn weeën kan gaan opvangen in een warm bad. Ik voel me nog steeds erg relaxed, maar merk wel dat dit pittig begint te worden. Terwijl ik in het warme bad zit, kriebelt Nick mijn rug en helpt met mijn ademhaling. Ik krijg opeens heel sterk het gevoel dat ik al moet persen en de weeën zijn niet meer goed op te vangen. Ik probeer rustig te blijven en niet te persen. Het voelt gek, ik ga tegen mijn gevoel in door niet te mogen persen. Ik blijf mezelf vertellen dat ik twee uur geleden pas 1 centimeter ontsluiting had en dat dit dus nog niet kan! Ik vraag Nick om de verloskundige te bellen en of ze nu hierheen wilt komen.
Het is 7 uur en de verloskundige staat inmiddels naast het bad. Ik weet niet meer waar ik het zoeken moet. Ik moet op dat moment uit bad komen, zodat ze me op bed opnieuw kan toucheren. Ik loop druipend naar het bed en hoop op minimaal 3 centimeter ontsluiting. Ze kijkt me aan en zegt lachend: ‘Ik snap wel dat jij de weeën zo heftig vindt de laatste twee uur’. Ik vind het ondertussen iets minder grappig en kijk haar vragend aan. Ze vertelt me dat ik al ruim 6 centimeter ontsluiting heb! Say what?! 6 Centimeter in drie uurtjes tijd! Ik stroom weer vol nieuwe energie en heb het gevoel dat ik alles onder controle heb, behalve die persdrang. De persdrang maakt me bang, omdat ik nog helemaal niet mag persen. We besluiten dat ik toch liever het laatste stukje in het ziekenhuis wil doen en stappen in de auto.
Samen met mijn moeder en Nick kom ik om 8 uur aan in het WKZ. De verloskundige en stagiaire staan al te wachten bij de ingang. Ik heb in de auto behoorlijk wat weeën moeten opvangen en ben blij als ik in de rolstoel zit en de deuren van de afdeling open gaan. Ik ga liggen op een bed en praat met de verloskundige over mijn opties. Ik smeek om iets wat de persdrang tegen kan gaan of dit gevoel zwakker kan maken. Ze vertelt mij over het lachgas en ik besluit dit te proberen. Twee lieve artsassistenten komen mijn kamer binnen met mijn ‘drugs’. Ik krijg een zuurstofslang onder mijn kin en een masker waar de lachgas door komt. Ze vertellen mij dat ik op het moment dat ik de persdrang voel mag inademen door het masker. Zo gezegd, zo gedaan. Ik word licht in mijn hoofd en het onderdrukt het gevoel van de persdrang inderdaad. Helaas voel je de pijn er scherp doorheen, maar nog steeds vind ik dit prima te doen. Ik omarm de pijn en probeer een beetje tot rust te komen.
Rond 9 uur, na een klein uurtje aan het lachgas doe ik mijn masker af en vertel de inmiddels zeven toeschouwers dat ik voel dat ik nu echt moet gaan persen en dat ik wil weten hoe lang ik dit nog moet weg moet puffen. We wachten tot de wee voorbij is om te toucheren en na vlug gevoeld te hebben vertelt ze me dat mijn gevoel klopt en ik volledige ontsluiting heb. Ik mag gaan persen! Mijn vliezen zijn op dit punt nog niet uit zichzelf gebroken, dus dit moet wel nog even gedaan worden. Ze prikken mijn vliezen kapot en ik zie dat het vruchtwater troebel is. De baby heeft in het vruchtwater gepoept. Er komt een gynaecoloog de kamer in, maar zij zegt gelukkig al snel dat ze zich geen zorgen maakt en ik mag rustig mee gaan persen met de weeën. Ik ben sinds 10 uur vanochtend niet meer naar de wc geweest om te plassen. Mijn blaas zit ontzettend vol. De gynaecoloog legt uit dat de baby er zo niet langs kan. Ze moeten me katheteriseren. De stagiaire mag dit doen en legt alles klaar zodat ze dit tussen de persweeën in kan gaan doen. Ze probeert het, maar het lukt niet. Ik vind het nu best pijnlijk worden en ik vraag de gynaecoloog het te proberen zodat ik verder kan met persen. Ik probeer in iedere perswee drie keer te persen. Ik begin op m’n rug, maar ik merk al snel dat dit voor mij heel onnatuurlijk voelt. Ik vraag of ik op mijn hurken mag gaan zitten of op mijn knieën leunend tegen het bed dat omhoog staat.
Rond half 11 ben ik ruim een uur aan het persen en ik voel zo’n kracht. Ik ben blij dat ik eindelijk met die persdrang mee kan persen en omarm iedere wee om hier zoveel mogelijk kracht in te stoppen. Ik hoor Nick en mijn moeder zeggen dat ze het hoofdje af en toe zien en ik vraag de verloskundige hoe lang ik nog moet persen. Ze vertelt mij dat mijn bekkenbodemspieren erg sterk zijn en dat ik daarom wat langer zal moeten persen. Ik probeer me te focussen op het punt waar ik naartoe moet persen en ik vraag af en toe of ze een warme doek tegen de onderkant kunnen drukken.
Ik begin langzaam te twijfelen aan mijn kracht en dat merkt de verloskundige. Ze zegt dat ik het juist super goed doe en echt niet harder hoef te persen. Ook vertelt ze me dat ze een mooie bos met haar ziet en de gynaecoloog komt bij me staan. De hartslag van de baby daalt en ze moet nu wel echt geboren worden. Ik moet weer op mijn rug gaan liggen en de gynaecoloog neemt het over van de verloskundige. Ik herinner me de woorden nog die toen gezegd werden. ‘Binnen twee persweeën moet ze er zijn Saar, anders moet ik je gaan helpen’. Wat ze met helpen bedoelt? Een knip, de vacuümpomp en dit soort horrorscenario’s. Uhhh.. No thanks! Ik verzamel al mijn kracht en na de volgende perswee staat haar hoofdje (Een immens naar gevoel, verklap ik even ). Op dat moment moet ik stoppen met persen en alleen maar puffen, puffen, puffen. Ik doe braaf wat mij gezegd wordt en puf een eind weg. De volgende perswee laat 6 minuten op zich wachten, maar dan mag ik met mijn laatste beetje kracht nog één keer persen! Om 23:26 wordt ze op mijn borst gelegd. Daar is ze dan! Doortje Olivia Lefine de Wilde.
SAAR