Anouk: “De kans was groot dat ik aan de beademing moest”

| ,

Anouk schrijft een reeks. Hieronder staat het eerste deel.

Na wat tintelingen kon Anouk plotseling niet meer staan

Onderweg in de auto waren we muisstil en stond de radio op de achtergrond. Ik zong zachtjes mee met het nummer ‘Sweet goodbyes’ van Krezip. De tranen stonden in mijn ogen. “Wat gebeurt er met mij?”, dacht ik wanhopig. Naast mij reed Justin en ik voelde zijn angst. Ik pakte zijn hand beet en zei: “ Lief, wat het ook is. Dit kunnen wij!”.

Eenmaal aangekomen bij de spoedeisende hulp moesten we eerst wachten in een wachtruimte

Dit was een lange wacht, want lang rechtop zitten hield ik niet vol. Na zo’n kleine 20 minuten werden we opgehaald en naar de zaal gebracht. Het gordijn werd dicht gedaan en ik mocht op bed komen liggen. Mijn bloeddruk en hartslag werden gemeten en er werden wat testjes bij me gedaan. De verpleegkundige verliet ons weer. We moesten wachten op de artsen. Om het half uur stonden er andere verpleegkundigen en artsen aan mijn bed. Ze testten mijn reflexen, de pijn in mijn voeten, maar ook mijn kracht in armen en benen. Ze stelden vragen als:  “Hoe snel ging het berg afwaarts?” en “Hoeveel pijn voel je op een schaal van 0 tot 10?”

Mijn broer was in de tussentijd mijn stiefbroertje tegemoet gelopen

Het was druk en het wachten duurde daarom lang. Rond 15.30 uur kreeg ik te horen dat ik iets licht verteerbaars mocht eten. Justin liep naar het restaurant en bracht een bolletje kaas en een smoothie mee. Het slikken ging nog moeizamer als ervoor en ik kreeg het met moeite weg. Een uurtje later werden we opgehaald en werd ik in een rolstoel naar de neurologie afdeling gebracht.  Eenmaal op de kamer aangekomen raakten we in gesprek met een man die tegenover mij lag. Hij had een nuttige tip voor me. Als ik hulp nodig had (en ik was nogal hulpbehoevend) moest ik vroegtijdig op de bel drukken. De hulp kon namelijk lang op zich laten wachten.

Na opnieuw lang wachten, kwam de neuroloog naar ons toe

Zij excuseerde zich, omdat we zo lang hadden gewacht. Volkomen logisch vond ik, ik was tenslotte niet de enige die geholpen moest worden. Toen dezelfde testjes werden uitgevoerd, wilde ze controleren of het gevoel in mijn voeten nog aanwezig was. Hier gilde ik het uit van de pijn. Het voelde alsof ze mijn voet aan het openhalen was met een botte mes. Ze had haar vermoedens over wat het kon zijn en dat gaf ons een klein lichtpuntje. Door middel van een lumbaalpunctie (een ruggenprik) konden ze hersenvocht uit mijn lichaam halen en opsturen naar het lab. Ik was bekend met dit soort prikken van de bevalling van Abigail. Zolang ik de naald niet zag, was het goed. Na de prik mocht ik een uur lang niet bewegen. Daarna zouden we al de uitslag krijgen.

Ik moest overnachten in het ziekenhuis

Justin reed snel op en neer naar huis om wat spullen voor mij te halen. Toen hij weg was, werd ik erg onrustig. Een berg emoties kwam los. Ik voelde angst, verdriet, machteloosheid en pijn. Bovendien zat ik met zoveel vragen. Een verpleegkundige kwam bij me kijken hoe het met me ging. Mijn gezicht sprak boekdelen en hij nam plaats naast mij. Ook al hoorde dit bij zijn werk, dit voelde niet aan als een moetje. Hij wist me gerust te stellen met zijn optimisme. Hij sprak over luchtige dingen. Ons gesprek ging uiteindelijk over mijn gezin. Een onderwerp waar ik graag over praatte. Er werd gelachen en ondertussen hielp hij mij met drinken (thee uit een rietje). Hij kon natuurlijk niet blijven zitten en moest weer naar de volgende patiënt. “Hou je sterk meisje. Ik kom zo nog even bij je langs“. Dit voelde vertrouwd. Ik was hier in goede handen, wat de uitslag ook mocht zijn.

Een uur later kwam de neuroloog aan mijn bed samen met een arts van de intensive care

Justin was nog niet terug. Ik was bang dat ze me al dingen zouden vertellen zonder dat hij er bij zou zijn. Haar eerste woorden waren: “De uitslag is bekend. Ik had al zo mijn vermoedens”. Stokstijf lag ik in bed. Het enige wat ik kon denken was: “Zou ik ooit nog kunnen lopen?”. “Je hebt Guillain Barre Syndroom en dat is goed te behandelen. Bij GBS is er sprake van spierzwakte of verlamming en vaak ook van gevoelsstoornissen, zoals gevoelloosheid of tintelingen. De ziekte varieert van lichte verschijnselen tot een tijdelijke volledige verlamming. Ook je ademhalingspieren en gezichtsspieren kunnen verlamd raken”, zei de neuroloog. Ik hoorde het maar half. Mijn gedachtes dwaalden af. Ik hoopte dat Justin zo snel mogelijk binnen zou komen lopen.

Op het moment dat mijn man binnen stapte met een grote sporttas vol spullen, hoorden we beiden de woorden van de neuroloog

“Je wordt direct naar de intensive care gebracht”. Justin liet de tas uit zijn handen vallen. Zijn gezicht trok wit weg. We keken elkaar aan en het enige wat we konden was huilen. De neuroloog praatte Justin bij. Ze vertelde dat de kans groot was dat ik aan de beademing zou moeten. Ik was het veiligst op de IC. Ik pakte Justin beet en vroeg waar Abi was. “Maak je geen zorgen schat, Abigail slaapt bij Marjolein vanavond”, zei hij. “Fuckzooi, als ik dit had geweten, had ik intenser gedag gezegd voor ze weg ging”, fluisterde ik.

Mijn bed werd van de rem gehaald en ik werd weggereden naar een andere afdeling

Het voordeel was dat ik met niemand de kamer hoefde te delen. Het ging zo snel vanaf dat moment. Het infuus werd ingebracht, de hartslagmeter ging om mijn vinger en er zaten allerlei plakkertjes op mijn borst voor mijn ademhalingscontrole. Toen alles geïnstalleerd was en ik goed lag, drong het nog steeds niet tot me door. De kans dat ik nog erger achteruit ging, die was er. Ik werd geleefd door de situatie. Niet alleen ik, maar wij allemaal. Justin mocht die nacht niet bij me blijven. Hij reed met pijn in z’n hart naar huis. Het verdriet dat er op dat moment was, voelde ik intens. De angst dat ik misschien aan de beademing zou moeten, was ongekend groot. Na het afscheid van mijn man, werd het muisstil om me heen. De piepjes van alle metingen hoorde ik op de achtergrond. Daar lag ik dan, op de IC…

Lees HIER het vervolg

ANOUK

Plaats een reactie