Dagenlang rommelt het wat, mijn depressie (die ontstaan is rond week negen in mijn zwangerschap) speelt op. Ik begin de controle wederom kwijt te raken. Mijn lichaam staat de gehele zwangerschap in een stress stand, en deze stress zorgt er nu voor dat mijn lichaam de bevalling tegen houdt.
De ontsluiting vordert goed
Op 15 maar werd ik wakker wetende dat ik mijn zoon die dag in mijn armen zou sluiten. Om 10:00 uur zit ik op de bank. Ik wacht tot de verloskundige aanbelt. Ik word ingeleid. De verloskundige komt thuis mijn vliezen breken met de gedachten dat de weeën in mijn eigen omgeving eerder op gang zullen komen. Rond 10:15 uur zijn de vliezen gebroken. De verloskundige kijkt mij twijfelachtig aan en zegt dat mijn vruchtwater niet schoon is, er zit meconium in. Om die reden moesten wij direct onze spullen pakken en naar het ziekenhuis. Ik stap uit bed en voel eigenlijk vrijwel direct dat de weeën op gang komen. Eenmaal in het ziekenhuis en aan de CTG, komen mijn weeën al heel sterk om die vier minuten en heb ik vier cm ontsluiting. Jarno legt alle spullen neer. Ik zoek een fijne manier om mijn weeën op te vangen. Het is goed te doen, ik praat en grap wat met Jarno terwijl ik op een bal aan mijn bedrand hang. De weeën komen snel en nog sterker, maar ik kan geconcentreerd blijven.
Ik wil pijnstilling
Al snel komen de weeën zo snel dat er eigenlijk geen tijd meer tussen zit. Net zoals bij de bevalling van Lynn zit ik in een weeënstorm. Na een half uur wordt het zwaar en lukt het niet meer goed om de weeën op te vangen. Ik besluit te vragen naar pijnstilling. Het wordt een ruggenprik. Ik mag gelijk naar de OK, waar de ruggenprik gezet zal worden.
Persdrang
Onderweg naar boven gebeurt er iets, ik heb geen idee wat, maar die weeën zijn gruwelijk. Ze zijn niet meer op te vangen. Wat een helse rit is dit. Eenmaal boven op de OK staat alles en iedereen klaar en binnen tien minuten zit de ruggenprik. De anesthesist zegt nog: ‘Je blijft ter controle nog vijftien minuten hier liggen om te kijken of de ruggenprik juist geplaatst is’, maar terwijl hij dit zegt gilt mijn lichaam dat het moet persen. Ik kan niet meer spreken van de pijn, maar ik luister naar mijn lichaam en pers mee. Op dit moment besef ik eigenlijk niet wat er gebeurt, want tien minuten geleden had ik nog maar vier cm ontsluiting. Persdrang (wat je over het algemeen krijgt als je volledige ontsluiting hebt) leek niet logisch. Terwijl ik pers, vraagt een verpleegkundige of ik aan het persen ben, waarop ik ja knikte. Ze kijkt naar me en roept haar collega’s. “Zij moet nu weg of ze gaat nu hier bevallen, want het hoofdje tekent al helemaal”.
Een heftige geboorte
Snel wordt de keuze gemaakt om toch nog naar beneden te gaan waar Jarno op mij zit te wachten. Beneden in de kraamsuite word ik meteen begeleid bij het persen. Het gaat goed. Al snel blijkt dat hij, net als Lynn, vastzit met zijn schouders. Het is spannend. Ik probeer te ontspannen om hem de ruimte te geven. Snel krijgen ze mijn zoon er uit. Maar ondanks we probeerden het voor hem zo’n goed mogelijk te laten verlopen, brak hij net als zijn zus zijn sleutelbeen. Om 14:06 uur wordt ons zoontje Jay Hakvoort op mijn borst gelegd. Gezond, maar duidelijk te zien dat hij het zwaar heeft gehad. Hij ziet enorm blauw en huilt extreem. Ik kijk terug op een heftige, snelle maar fijne bevalling in het ziekenhuis.
TESSA