Mandy schrijft een reeks op Kids en Kurken. Lees eerst deel 1:
Ik was 26 weken zwanger en had door trombose geen polsslag meer in mijn linkerarm
Ik had opnieuw verontrustende klachten
In eerste instantie leek de schade aan mijn hand mee te vallen. Maar helaas na een paar weken kreeg ik witte vlekken op een aantal vingertoppen. De vaatchirurg toonde zich bezorgd en ging (wederom) overleggen met collega’s in academische ziekenhuizen in het hele land. Er werd besloten mij naar Utrecht te laten gaan waar een arts zat die meer gespecialiseerd was.
De toestand van mijn hand bleek zeer zorgelijk
Nog diezelfde week zat ik samen met Edwin in het UMC in Utrecht. Eerst werd er een nieuw duplex-onderzoek gedaan en aansluitend konden we naar de arts. Zij vond de situatie zeer zorgelijk. Haar voorstel was om via de lies te dotteren. Wederom zou ik plaatselijk verdoofd worden. Het succes van deze operatie was 50/50 omdat de schade aan de vaten en hand al groot was. Edwin en ik mochten hier een avond over nadenken, de volgende ochtend zou de arts al vroeg bellen om te horen wat onze beslissing zou zijn. Allebei hadden we het gevoel voor deze operatie te willen en moeten gaan. En zo werd de ingreep gepland voor de dag daarop.
De pijn was niet meer te doen
Vanwege mijn zwangerschap werd ik opgenomen in het WKZ waar meteen ook een bed klaarstond voor Edwin. Zo ontzettend fijn en belangrijk dat hieraan gedacht werd. Er werden allerlei controles uitgevoerd, zowel bij mij als bij ons kindje en ik werd aangesloten aan een morfinepomp. De pijn was zelfs met deze pomp niet te doen en ik heb die nacht geen oog dicht gedaan. Al vroeg was ik de volgende dag aan de beurt. Ik werd klaargemaakt en door de tunnel naar het UMC gereden. Ik vond het allemaal heel onwerkelijk en liet het wat gelaten over me heen komen. In de sluis voor de OK kwamen de tranen toen ik afscheid moest nemen van Edwin. Daar ging ik dan…
Ik kreeg te horen dat een amputatie nodig was
De operatie zou zo’n anderhalf uur duren, maar duurde uiteindelijk bijna vijf uur. Dit met de keiharde conclusie was dat het niet gelukt was de slagader open te krijgen. Er moest geamputeerd moest worden omdat het gevaar van bloedvergiftiging op de loer lag. Ik heb geschreeuwd toen dit verteld werd. Dit kon niet waar zijn! Binnen no time stonden een plastisch chirurg en revalidatiearts aan mijn bed te bespreken vanaf welke plek er geamputeerd zou moeten worden. Ik dacht alleen maar: “Dit is een vreselijke nachtmerrie, wordt wakker”. Ik zie ons zo ontzettend gewenste kindje straks niet opgroeien! De eerste longrijpingsprik werd voor de zekerheid gezet. De morfinepomp weer aangesloten en er kwamen diverse artsen langs voor onderzoeken en controles.
Ik moest direct ingeleid worden
Wonder boven wonder leek mijn hand de volgende ochtend er wat beter uit te zien. Hij had weer wat kleur en voelde warmer aan. De vaatchirurg was heel voorzichtig positief. Het leek alsof de operatie van de dag ervoor toch verbetering had gebracht. Euforie bij iedereen en er werd besloten om alles uit de kast te trekken om amputatie te voorkomen. Dit betekende echter wel dat de geboorte van ons kindje ingeleid zou gaan worden, want de behandelingen voor mijn hand zouden fataal uitpakken voor haar.
Het voelde als falen naar mijn dochter
Ik vond dit heel dubbel. Natuurlijk wilde ik er alles aan doen om mijn hand en arm te redden, maar het voelde alsof ik tekort schoot als moeder. Ik koos voor mezelf en niet voor haar, welke moeder doet dat nou? Ik voelde me heel schuldig. Diverse artsen grepen in; er was geen keuze. Ik was nog steeds in gevaar, want de situatie was nog steeds erg zorgelijk. Ik was precies 33 weken zwanger, net voorbij weer een belangrijk punt in de zwangerschap. Dit was de enige optie, ons meisje zou geboren gaan worden. Er werden diverse voorbereidingen getroffen in de medicatie om de bevalling zo veilig mogelijk te laten verlopen.
We konden nauwelijks stil staan bij haar geboorte
Op zondagmiddag 14 oktober was de situatie zoveel mogelijk onder controle en werd er een ballonkatheter geplaatst. We hadden een fijn gesprek met de gynaecoloog waarin precies verteld werd wat we konden verwachten, zowel voor mij als voor ons kindje. Als alles goed zou gaan, dan zou ze even bij mij mogen liggen om vervolgens naar de kinderarts en naar de voor haar geschikte afdeling te gaan. We spraken af dat Edwin dan met haar mee zou gaan en foto’s zou maken, zodat ik deze later terug zou kunnen kijken. Door alle stress en pijn hadden we voor ons gevoel nauwelijks stil kunnen staan bij de naderende geboorte. Dat vonden we allebei heel pijnlijk. Alsof we geen aandacht voor ons meisje hadden, haar tekort deden en haar geboorte iets was dat “even” tussendoor gebeuren moest. Ik werd er heel erg verdrietig om. Het was dus heel fijn om even normaal als aankomende ouders over de geboorte te praten en de arts nam meer dan uitgebreid de tijd voor ons.
Vandaag zouden we ons meisje gaan zien
Dinsdagochtend 16 oktober werd ik naar de verloskamer gereden. De vliezen werden gebroken en het vruchtwater was mooi helder. Het voelde zo onwerkelijk; vandaag zou ik mama worden! Vandaag zouden we ons meisje voor het eerst zien. Ik was zo benieuwd naar haar. Om 12:00 uur werd de laatste antistolling stopgezet en de pijnmedicatie werd omgezet naar een andere om te voorkomen dat ons meisje onder invloed ter wereld zou komen. Om 13:00 uur werden de weeënopwekkers aangezet. Om 14:50 uur gaf ik aan dat het veel te hard ging, echt een weeënstorm. Het was niet meer op te vangen. De gynaecoloog constateerde volledige ontsluiting, dus ik mocht gaan persen en om 15:10 uur was ze daar; onze Mila!
MIla moest de couveuse in
Ze was het mooiste en kleinste kindje dat ik ooit gezien had. Met haar 1800 gram was ze precies wat er vooraf ingeschat was. Ik kon alleen maar tegen Edwin zeggen: “Ze is er, ze is er al!”. Ik was helemaal overvallen. Mila’s eerste APGAR-score was 9 en dus mocht ze even bij mij liggen terwijl Edwin de navelstreng doorknipte. Een heel bijzonder moment en zo fijn dat het kon. Ze huilde flink, voor ons het mooiste geluid ter wereld. Na vijf minuten moest ze toch echt de couveuse in en daar ging ze. De verpleegkundige vroeg of ik het zag zitten om te douchen en dat leek me wel lekker. Voordat ik het in de gaten had zat ik onder de douche en dat voelde zo ontzettend onwerkelijk. Binnen een paar uur tijd had ik een kindje op de wereld gezet, was ze meegenomen en zat ik alweer onder de douche. Bijna alsof er niets was gebeurd.
We waren ondanks mijn pijn in de wolken met ons meisje
Een half uur later werd ik de Medium Care opgereden. Doordat Mila het gezien de omstandigheden zo goed deed, mocht ik meteen even met haar buidelen. Ik lig hier gewoon met mijn baby. “MIJN baby”, dacht ik. Ondanks de pijn aan mijn hand waren alle zorgen even heel ver weg. Het enige dat telde was dat Mila er was. Hoe mooi ze was en hoe goed ze het deed, op de gebruikelijke prematuur-problemen na. We waren in de wolken met ons kleine meisje!
De daaropvolgende anderhalve week stond in het teken van de pogingen om mijn hand en arm zoveel mogelijk te redden. Lees HIER hoe dit verliep.
Lees HIER het vervolg.
MANDY