Nouri (13) is ons wondertje en geboren als Noëlle (hier kan je het geboorteverhaal lezen). Op dit moment gaat Noëlle als Nouri door het leven, omdat hij daar zichtbaar gelukkiger van wordt. Hij voelt zich écht een jongen. Daarom gaat zij in transitie naar een hij. Hier lees je hier het allemaal begon.
De vorige keer heb je kunnen lezen over de aanloop naar dé grote dag. De dag dat we eindelijk de toestemming zullen krijgen om Nouri te voorzien van de puberteitsremmers.
Er zijn nog twee afspraken nodig in het Amsterdam VUmc voordat we de injectie kunnen halen. De afspraak met de hormonendokter én de afspraak met mevrouw S., Nouri’s psycholoog, waarin we dan eindelijk een handtekening onder de benodigde toestemmingsformulieren kunnen zetten! En dankzij mevrouw S. zijn deze twee afspraken op dezelfde dag gepland. Wel zullen we de hele dag zoet zijn daar in het VU, want de afspraak met de hormonen dokter is al om 11.00 uur en die met mevrouw S. staat pas om 16.00 uur op de planning. Ruim een halve dag overbruggen dus. Trouwens, voor de injectie zelf moeten we ook nog een keer terugkomen. Want dat lukt helaas niet meer op dezelfde dag. De allereerste injectie met hormoonremmers willen ze persé in het VU doen, dat is nu eenmaal de procedure. De injecties daarna mogen gewoon bij de eigen huisarts gedaan worden.
Onderweg
De telefoon gaat. Aan het netnummer zie ik dat het Amsterdam is. “Fuck!”, denk ik, bang dat iets roet in het eten gaat gooien, zoals bij ons wel vaker het geval is. Het is mevrouw S. aan de andere kant van de lijn. S: “Weten jullie dat jullie afspraak met mij verschoven is?” Ik: “Eh… Nee?” S: “Hebben jullie dan geen brief gehad?” Ik: “Eh…. Nee?” S: “Oh, da’s lekker handig. Maar goed dat ik dan nu even bel!” Ik: “Ja inderdaad. Maar de afspraak gaat nog wel door hoop ik?” S: “Natuurlijk! Maar ik heb hem verschoven naar 12:00 uur, anders moeten jullie zo lang wachten. En om 14:00 uur kunnen jullie dan naar de poli?” Ik: “Eh… Poli? Waarom? Waarvoor? Weet ik niets van?” S: “Hebben jullie daar óók geen brief van gehad dan?” Ik: “Eh… Nee!” S: “Jeetje wat slecht. Maar waarschijnlijk komt dat, omdat ik op het laatste moment nog alles omgegooid heb. Ik wilde jullie niet apart laten terugkomen voor alleen de injectie, dus om twee uur kun je gelijk naar de poli voor de spuit. Scheelt weer een ritje vanuit Friesland.” Wat een vrouw! Wat ik zelf niet voor elkaar krijg, daar knokt zij voor. Zelfs zonder dat ik dat hoef te vragen of af te dwingen. Nog enigszins perplex zit ik naar mijn telefoon te staren, wanneer ik me ineens realiseer dat deze nieuwe ontwikkeling ook een enorme schaduwzijde heeft. Nouri is door zijn ziekenhuisverleden namelijk benauwd geworden voor naalden. Prikangst noemen ze dat met een simpel woord. En prikangst moet je niet onderschatten, vooral bij kinderen met autisme of een beperkt denkvermogen zoals onze Nouri. Deze doelgroep heeft namelijk de neiging om de angst in hun hoofd zó groot te maken, dat de hersenen dit niet kunnen verwerken. En wat er dan gebeurt, tja… Dat is per persoon verschillend. Maar ik weet dat Nouri álles zal doen om te voorkomen dat die naald erin gaat. En ja, dat kan heel fysiek worden. Als kleintje van vijf jaar hebben we al eens zes man nodig gehad om hem in bedwang te houden voor een tetanus spuit. Dit hebben we overigens ruim van te voren al aan zien komen en in het verleden al besproken met mevrouw S. Zij adviseerde toen om Nouri op te geven voor zogeheten prikangsttherapie. Ja echt, het bestaat! En het schijnt heel goed te werken. Maar helaas was er een wachtlijst, en Nouri’s eerste afspraak met de prikangst therapeut staat pas voor volgende week gepland. Te laat voor vandaag dus. Lekker handig weer. Nouri heeft al zijn hoop gevestigd op die therapie en hij is er van overtuigd dat dat het enige is wat hem kan helpen zijn angst te overwinnen. Maar nu zitten we in de auto en moet ik hem voor het voldongen feit stellen dat die prik straks gaat gebeuren, therapie of niet. De veronderstelde exposie kwam niet. Nou ja, niet op een manier die ik verwachtte. Het sloeg naar binnen in plaats van naar buiten en dat uit zich nu in een puber die stilletjes op de achterbank zit te huilen. Eenmaal in Amsterdam wordt hij steeds opstandiger. Om hem het gevoel te geven dat hij zelf de touwtjes in handen heeft, laten we hem kiezen: óf je doet het nu en dan ben je er vanaf, óf je doet het niet, gaat eerst naar de therapie en komt dan later terug naar Amsterdam voor de prik. Het feit dat hij mag kiezen helpt enorm. Hoe moeilijk ook, hij besluit ervoor te gaan vandaag. Mijn held! Met een mokkende puber in mijn kielzog, gaan we vervolgens van afspraak naar afspraak. Eerst naar de hormonendokter, waar alles is zoals het moet zijn en we groen licht krijgen voor de puberteitsremmers. Daarna naar mevrouw S., waar we nog even na praten en ons voorbereiden op het bezoek aan de poli. Om dan eindelijk, na één jaar en acht maanden wachtlijst, onze handtekeningen zetten onder de hele rits aan documenten en toestemmingsformulieren.
De injectie
We gaan naar de prikpoli. Wederom blijkt mevrouw S. onze rots in de branding, want zij heeft speciaal een afspraak ingepland bij een hele bijzondere verpleegster. Deze verpleegster heeft enorm veel prikervaring, maar is ook gespecialiseerd in het prikken van kinderen met prikangst. Nouri is sceptisch en beseft dat hij er nu niet meer onderuit kan. Zijn gezicht is zo wit als een doktersjas en sputterend schuifelt hij achter de verpleegster aan. Maar om deze vrouw te zien werken, is in één woord fantastisch! Ze is duidelijk, recht door zee, streng, maar met de nodige humor die op dit moment erg van pas komt. Ze vertelt precies hoe ze het gaat doen, dat ze eerst gaat aftellen en dan snel die naald in zijn been zal zetten. Bij het aanzicht van de (toch wel imposant formaat) naald, begeeft Nouri het zowat van angst en ik heb enorm met hem te doen. De eerste de beste die nu nog eens durft te zeggen dat transgender zijn een “hype” is (ja, dat wordt écht gezegd!) die krijgt een high five. Met een vuist. In het gezicht! Want jezus jongens, dit doe je toch niet voor je plezier, of wel dan? Arme jongen… De verpleegster ziet Nouri worstelen en zegt op zijn plat Amsterdams: “Wel blijven ademen he? Want ik vind blauw een hele mooie kleur, maar niet op je gezicht!“ Nouri lacht (en ontspant even) en precies dan telt ze snel af en jenst zo die naald in zijn bovenbeen. Totale shock en afschuw op Nouri’s gezicht, maar dat is slechts een milliseconde. Want dan beseft hij dat gewoon nog leeft. Het was toch niet het einde van de wereld en ook deed het helemaal niet zoveel pijn als hij verwachtte. De afschuw op zijn gezicht maakt plaats voor verontwaardiging: “Nah, was dat écht alles?” En daarna opluchting: “Het deed gewoon serieus helemaal geen pijn mama!” Hulde aan deze verpleegster! Glunderend loopt Nouri het VuMC uit. Dit was een persoonlijke overwinning van kolossaal formaat!
DAPHNE