Mijn pasgeboren dochter had een rare bult op haar rug…

| ,

Het was 17:00 uur en ik was eindelijk klaar met werken. Onderweg naar huis werd ik wat misselijk van het rijden. Ik had hier normaal gesproken nooit last van, dus ik vond dit wel vreemd. Thuis zocht ik in mijn app naar mijn cyclus. Deze was nooit heel regelmatig. Of ik echt over tijd was kon ik er niet uit halen. Ik zou naar mijn vriend gaan. We hadden afgesproken om uit eten te gaan en wat wijntjes te drinken. Het leek mij daarom handig als ik voor de zekerheid toch een zwangerschapstest zou doen. Ik vond onderin de kast een oude test waarvan de houdbaarheidsdatum diezelfde maand zou verlopen. “Dat komt mooi uit”, dacht ik, “meteen opgeruimd”.

Wat een shock

Ik deed de test en ging eigenlijk verder met mijn spullen inpakken. Na ongeveer vijf minuten wierp ik even een blik op de test. Ik zag twee streepjes: “Nee dit kan niet waar zijn…”, dacht ik. Ik keek nog een keer en was een beetje in shock. Mijn vriend en ik waren nog maar kort samen. We wilden allebei graag een kindje, dat wisten we, alleen was dit veel sneller dan verwacht. Ik appte mijn vriend dat hij even moest wachten met wijn halen. Eenmaal aangekomen haalde ik zonder iets te zeggen de test uit mijn jaszak. Hij schrok uiteraard en was net als ik even in shock. Toch maakte de schrik vrij snel plaats voor blijdschap. We zouden een kindje krijgen.

Ik was bang dat er iets mis was

Mijn zwangerschap verliep vrijwel perfect. Buiten veel maagzuur en weinig slaap, voelde ik mij best goed. De eerste paar maanden was ik heel erg bang dat er iets mis zou gaan. Ik denk dat dat erbij hoort. Toch is er de hele zwangerschap wel een bepaalde spanning gebleven, die ik nooit uit kon leggen. Met twaalf weken deden we dan ook een NIPT. De uitslag was goed. Wat een opluchting. 

De 20-wekenecho

Met 16 weken deden we een pretecho om het geslacht te kunnen zien. De verloskundige deed ook meteen een “mini” 20-wekenecho en ging het kleine mensje helemaal af. “Alles ziet er prima uit”, was haar conclusie. Thuis deden we een genderreveal met familie. We kregen een meisje. De echte 20-wekenecho vond ik spannend. Eigenlijk elke echo wel. De verloskundige verzekerde ons dat alles er perfect uitzag. “Dit is een gezond “model” kindje”, zei ze. De volgende echo zou pas rond 36 weken zwangerschap zijn om de ligging te bepalen.

Krampen

Met 39 weken begon ik overdag wat krampen te krijgen. “Zal dit het zijn? Gaat het nu starten?”, vroeg ik me af. Ik had geen idee. Ik hou ervan om precies te weten wat me te wachten staat. Maar ondanks mijn zwangerschapscursus als voorbereiding, kon ik natuurlijk nooit weten hoe het allemaal zou voelen. ‘s Avonds begonnen de krampen wat heftiger te worden en kwamen ze om de tien minuten. De krampen waren op zich goed te doen, maar slapen kon ik niet.

Pas drie centimeter

‘s Ochtends belden we de verloskundige. Ik wilde nu wel graag weten hoe het ervoor stond en of slapen er nog in zou zitten. Ze kwam langs en voelde drie centimeter ontsluiting. Wat een teleurstelling… Ze zei dat ik maar moest proberen te gaan slapen en ze zou ‘s middags weer langs komen. Slapen lukte natuurlijk niet. De krampen werden heftiger en ik gaf uiteindelijk over van de pijn. Toch zette de ontsluiting maar langzaam door. ‘s Middags zat ik pas op vier centimeter. 

“Morgen naar huis met baby”

Rond 21.00 uur kwam de verloskundige nog een keer langs. Ik liet haar weten er helemaal klaar mee te zijn. Nog een nacht zonder slaap zou ik niet trekken. Ze gaf twee opties: Slapen in het ziekenhuis met medicatie of vliezen de breken in het ziekenhuis en de bevalling doorzetten. Ik koos voor het tweede. Rond 21:30 uur vertrokken we naar het ziekenhuis in Alkmaar. Ik weet nog dat de verloskundige zei: “Morgen gaan jullie naar huis met een baby in die maxi cosi”. In het ziekenhuis werden mijn vliezen gebroken. Het vruchtwater was niet helder, oftewel ons kindje had in het vruchtwater gepoept. Ik werd daarom medisch en de verloskundige ging naar huis.

De geboorte van Zoë

Na een heftige lange nacht met weeënopwekkers en veel pijn, begon eindelijk het einde in zicht te komen. De kleertjes werden uit de koffer gehaald en opgewarmd. Rond 05:45 uur mocht ik eindelijk persen. Na 15 minuten persen werd onze Zoë geboren. Ik kreeg haar maar een paar seconden op mijn borst. Ze moest even nagekeken worden. “Prima”, dacht ik. Ik was kapot en zo blij dat het eindelijk voorbij was. 

Een bult op haar rug

De verpleegkundige kwam terug met Zoë en vertelde ons dat ze een bultje op haar rug had, waar een arts even naar moest kijken. Ze hield haar in de lucht voor ons, zodat we het “bultje” konden zien. Het was alles behalve een “bultje”. Het leek wel een soort tumor precies op haar stuitje. Toch bleef ik vrij rustig en dacht ik alleen maar: “Ok, dit moeten ze even weg halen. En dan is alles weer goed.”

Was ik wel echt blij?

Zoë mocht even bij ons liggen. Half schuin, niet leunend op haar rug. Ondertussen probeerden ze mijn placenta eruit te krijgen. Die zat daar blijkbaar nog. Ik heb er weinig van mee gekregen. Alles ging in een soort van soort roes. Ze maakten wat van die Oh-wat-zijn-we-blij-foto’s. Maar was ik wel blij? Ik was zeker blij dat de bevalling voorbij was. En daar was denk ik alles mee gezegd. Dat intense gevoel van liefde, wat iedereen altijd beschrijft, dat had ik niet. Ik was in shock denk ik.

Een open ruggetje

De arts kwam eindelijk met wat informatie. Ze zei dat Zoë waarschijnlijk een “open ruggetje” had. “Huh, hoe kan het dat ze dit niet eerder hebben gezien”, dacht ik meteen. Ze wisten het allemaal niet zeker, omdat ze het in dit ziekenhuis nooit hadden meegemaakt. Ze overlegden met het AMC en daar moest Zoë waarschijnlijk ook naartoe overgeplaatst worden. Voor nu ging ze in de couveuse op de NICU. Papa ging met haar mee. Ik lag nog steeds met inmiddels vier man om mij heen. Ze zochten naar die placenta. Eén verpleegkundige probeerde een infuus aan te leggen voor de OK. Dit lukte alleen niet, omdat een stagiaire al meerdere keren mis had geprikt. Er was geen normaal vat meer over. Een andere arts vroeg steeds of ik er nog was. Ik dacht alleen maar: “Ja, helaas lig ik hier nog steeds in deze nachtmerrie”.

Hoe ernstig zou het zijn?

Ik zag de paniek en de chaos. Een baby met iets waar ze hier blijkbaar niets vanaf wisten. Een moeder die nog lag te bloeden. Uiteindelijk kwam er iemand die toch nog een laatste poging deed en aan de placenta trok. Dit had effect. Eindelijk was ik van die placenta verlost. “Nu moet jij zo snel mogelijk naar Zoë”, zeiden ze. Maar ik moest ook eten. Ik koos een broodje kaas. Er was eindelijk rust. En toen lag ik daar alleen, met mijn broodje kaas. In alle rust heb ik die toch opgegeten, energie zou ik namelijk nog hard nodig hebben. Ondertussen Googelde ik “open rug”. Ik kwam de meest heftige verhalen tegen. Ook las ik dat er verschillende vormen waren. Van heel mild tot zeer ernstig. Ik hoopte op de milde vorm. Natuurlijk. “Wat zou ons de komende tijd allemaal te wachten staan?”, dacht ik angstig.

WORDT VERVOLGD

NATASJA

Plaats een reactie