“Eet die boterham nou op?”. Ik stond al met mijn schoenen en jas aan in de gang. Mijn jongste zoon was verzonken in een televisieprogramma en maakte geen aanstalten om te eten. Ik keek op mijn telefoon. Shit, die trein kon ik wel vergeten. “Kom, we nemen het wel mee in de auto.”
Slechte moeder
Haastend door het drukke verkeer keek ik in mijn achteruitkijkspiegel of mijn zoon al een poging deed om een hapje te nemen. Eenmaal op het kinderdagverblijf aangekomen, zat zijn brood nog onaangetast in het zakje. Ik nam het mee naar binnen. “Oh, maar dat kunnen wij helaas niet geven. Ons beleid is dat kinderen hun ontbijt thuis opeten.”, werd mij verteld door de pedagogisch medewerker. Zij volgde de regels en ik voelde me een slechte moeder.
Efficiënte moeder
Die ochtend kwam ik weer te laat op mijn werk. In het toilet verruilde ik mijn sportschoenen voor hoge hakken en liep de afdeling op. In de trein had ik zoals iedere ochtend mijn make-up opgedaan. Dat was pas efficiency! Iedere minuut benutte ik optimaal. Naar het landschap staren dat ik dagelijks doorkruiste om op mijn werk te komen, deed ik allang niet meer. Het ging allemaal aan mij voorbij. Met mijn hoofd zat ik al bij de volgende afspraak of mijn uitpuilende inbox.
Op de terugweg naar huis kocht ik nog even snel luiers op het station. Zo handig die to-go-winkels! Oh, ik moest nog cadeautjes regelen voor de verjaardagen dat weekend, schoot me dan ineens te binnen. Geen probleem! Terwijl de trein aan zijn terugreis begon, pakte ik mijn mobiel en kon via de bekende webshops scrollen totdat ik bij mijn eindstation was en het perfecte aardigheidje had gevonden.
Vermoeide moeder
In de avond als ik de kinderen op bed legde, begon het tweede deel van mijn dag. Het huishouden. Ik voelde geen moeheid, ook al kwam ik chronisch slaaptekort sinds de komst van onze tweede zoon. Op de dagen dat ik werkte, knalde ik gemakkelijk door. In de avond ruimde ik op, betaalde ik onze rekeningen. Het was geen uitzondering als ik om 23.30 uur – nog net voor het slapen gaan – de laatste sokken aan het wasrek hing.
In de ochtend voelde ik mijn ogen scherp branden. Mijn zoon was 3 keer wakker geworden. We hebben halverwege de nacht een uur beneden gezeten. Het lukte mij tegenwoordig zelfs om zittend voor de televisie in een semi-slaap te vallen.
Onzekere moeder
Hoe doen al die andere moeders dat? Was wat ik mij maar al te vaak afvroeg als ik rondkeek op de afdeling. Ook zij hadden gebroken nachten. Ook zij reisden van huis, naar kinderdagverblijf, naar school en werk. Ook zij logden ’s avonds regelmatig in. Maar niemand klaagde. Sterker nog, er waren zelfs moeders die fulltime werkten.
En dat is waar ik mijn fout heb gemaakt, toen ik dacht dat ik aan dat beeld moest voldoen. Ook ik ging voor die functie waarbij ik een dag extra moest werken. Als al die andere moeders het deden, dan moest het mij ook lukken. Ik trok me op aan mijn omgeving en liet me inspireren door vrouwen die 24/7 klaarstonden voor hun werk. Geen idee hoe ze het thuis regelden, maar het werd mijn doel om bij die club te horen. Dan telde ik mee. En zo ging ik van een 3 naar een 4 daagse werkweek. Met als gevolg dat de druk op ons gezinsleven groter werd. Ik kwam in de squeeze.
We willen álles!
Wij moeders willen het allemaal. Die baan, het huis, die partner, een sociaal leven, de juiste looks en tussen neus en lippen door ook nog even de kinderen opvoeden.
Volgens psycholoog Nienke Wijnants worden we sterker dan ooit gebombardeerd met vergelijkingsmateriaal. In haar boek ‘Het dertigers dilemma’ schrijft ze dat we krampachtig proberen te voldoen aan een nieuwe norm. De norm van het perfecte leven waar ‘alles’ in zit. En dat zorgt voor de nodige levensvragen.
Was ik nou echt die carrièremoeder? Of wilde ik iets zijn wat ik niet was? En welke moeder wilde ik nu precies zijn? Nu pretendeer ik absoluut niet dat mijn burn-out door de inhoud van mijn werk is ontstaan. Integendeel. Het kwam door de chronische stress in mijn privéleven. Hoge eisen die ik aan mijzelf stelde. Het schema waarin ik mijn kinderen probeerde te wringen. De keuzes die ikzelf maakte in een omgeving die mij niet meer paste. Van een talentvolle medewerker was ik van de een op andere dag de collega met een burn-out. Dit resulteerde in dat ik absoluut niet de moeder was die ik wilde zijn. Een uitgebluste moeder.
Liefs,
JOLIEN