We hebben lange tijd geen tweede kind gewild, mijn man en ik. Niet alleen vanwege de dramatische bevalling van de eerste en alles wat daarna kwam (mocht je dat verhaal gemist hebben, klik dan hier, maar vooral omdat we het gevoel hadden dat we al compleet waren. Het was goed zo.
Geen kinderen
Ik heb overigens nooit een voorkeur gehad voor een bepaalde hoeveelheid kinderen. Sterker nog: ik had eerder een voorkeur voor géén kinderen. Ik ben geen moedertje-moedertje. Nooit geweest. Ik ben eerlijk gezegd altijd meer de ‘man’ in een relatie, haha. Zo is mijn echtgenoot een veel betere huisvrouw dan ik. Georganiseerd, schoon, opgeruimd. Terwijl mijn huishoudelijke skills in al hun aspecten het beste omschreven kunnen worden in één woord: chaotisch. Ook is mijn man een stuk huiselijker dan ik. Hij is de thuiszitter die helemaal happy is op de bank met de afstandsbediening onder zijn beheer en ik de avonturier die behoefte heeft aan uitdagingen en (nieuwe) contacten. Aard van ’t beestje zeg maar. Anyway, mijn man was op een gegeven moment wél aan kinderen toe. Toen we tijdens onze vakantie in Tunesië heerlijk aan het strand op een terrasje zaten te chillen, zei hij out of the bleu: “Hey schat, zou je de pil niet eens laten staan?” Ik smoorde zowat in de slok koud bier die ik net van mijn heerlijke halve liter genomen had. Kids? Damn! Daar was ik nog zó niet klaar voor! Maar gek genoeg vond ik het idee ook niet weerzinwekkend. Oh, dat is niet zo bot bedoeld als het klinkt hoor. Ik weet heus dat genoeg mensen enorm graag kinderen willen en misschien niet kunnen krijgen. Maar omdat ik nog niet toe was aan kinderen, voelde dat voor mij gewoon zo, daar kan ik ook niets aan doen. Ik had namelijk een prima leven (en een fantastisch lijf!). Ik wist ik precies wie ik was, stond stevig in mijn schoenen, had een eindeloos leuke baan als buschauffeur, een verrukkelijke kerel thuis, mijn financiën waren op orde en ik leefde er goddelijk op los. Lang leve het leven! Waarom zou je daar verandering in willen brengen?
Miskraam
Afijn, na er een tijdje over nagedacht te hebben en de pros en cons zorgvuldig te hebben afgewogen, kwam ik tot de conclusie dat ik aan een dergelijk lijstje geen ene reet had. De beslissing om een kind te willen kun je niet afstrepen op een briefje. Of überhaupt verstandelijk decideren. Het is een gevóel. En dat van mij zat een beetje verstopt, onder al dat stoer en avontuurlijk, maar het zat er wel degelijk! Ik hield (hou nog steeds) zielsveel van mijn lieve, leuke en knappe man en wat is er nu mooier dan die liefde te vermenigvuldigen? Hoe meer ik daar over nadacht, hoe liever ik een kindje van hem wilde. Dus liet ik de pil voor wat die was en raakte al snel zwanger. Helaas verloor ik ons eerste kindje in het eerste trimester. Het klinkt misschien kil, maar ik had daar geen verdriet van. Ik was er van overtuigd dat er iets mis was met het vruchtje. De natuur doet zijn werk wel. Beter vroeg in de zwangerschap, dan later. Tja, nuchtere Fries zal ik maar zeggen. Maar in mijn verdediging; ik wist niet dat ik zwanger was, dus het is niet dat ik de blijdschap van een zwangerschap al had gevoeld. Dat scheelt natuurlijk wel. Echter, de ervaring van de miskraam zelf, daar heb ik behoorlijk last van gehad. Het is geen fraai verhaal. Ik liep op een late avond de laatste ronde met onze hond, toen ik abrupt dubbel klapte van hevige buikkrampen. Tranen stroomden over mijn wangen van de helse pijn en ik heb denk ik wel een kwartier midden op de weg gezeten, omdat ik simpelweg niet op kon staan. Onze hond rook het eerder dan dat ik het voelde: bloed. Zo verschrikkelijk veel bloed. Het stroomde bij mijn benen neer toen ik terug naar huis strompelde. Eenmaal thuis kroop ik snel onder de douche, ineen gedoken op de vloer, liet ik de warme waterstralen over me heen komen en zo ook de heftige buikkrampen. Tot een vruchtje werd ‘geboren’. Klein, maar een duidelijk embryootje. En dat was dat. Geen tranen (behalve van pijn), geen verdriet, afscheid of begrafenis, maar gewoon door de toilet gespoeld en daarna weer verder met het leven van alledag. Alsof er nooit iets gebeurd was. Tot op de dag van vandaag weten alleen mijn echtgenoot en ik van deze gebeurtenis.
Hormonen
Hoewel mijn geest niet te kraken was, gierden mijn hormonen des te harder door mijn lijf en begonnen mij parten te spelen. Ik ging van sterke, zelfverzekerde knows-what- she-wants-vrouw naar labiele, demente emo-doos. Ik huilde al om een boterham met pindakaas, wist ineens niet meer wat ik wilde, vond mezelf nergens goed genoeg voor, vergat ik nog mijn eigen kont te krabben en twijfelde over alles wat ik tot dan toe in het leven had bereikt. Ondertussen raakte ik weer zwanger en hormonale onrust beheerste mijn hele wezen (Al wist ik toen niet dat het door de hormonen kwam…). Ik ging impulsieve dingen doen, zoals die leuke vaste baan opgeven. Daarna liet ik me omscholen naar een totaal andere arbeidsmarkt. Waarom? Geen idee! Welk mens met zijn gezonde verstand geeft nou een vaste baan op in ruil voor onzekerheid, juist op het moment dat stabiliteit gewenst zou zijn? Nou, ik dus! En toen werd ik mama.
Slechte tijden
Maar daarmee was ik er nog niet, want het moederschap bracht niet die blijdschap die het behoorde te brengen. De nare start van Nouri, met alle turbulentie die volgde, maakte dat mijn onbekommerde leventje bruut van de wereld geveegd werd. En daarmee mijn oude vertrouwde ik. Want ik was zó aan het knokken voor het leven van mijn kind, dat ik mezelf daarbij volledig wegcijferde. Tel daarbij de door mijn lijf razende hormonen op en dan is de som: een onzekere, werkeloze, ruim twintig kilo zwaardere mama, compleet overwelmd door het moederschap. Als klap op de vuurpijl overleed mijn vader zeer plotseling aan een acute hartstilstand. Dat sloeg in als een bom. Niet alleen bij mij, ook bij mijn man, die met mijn vader twee-handen-op-één-buik was. Inmiddels is dat meer dan tien jaar geleden, maar de leegte is nog altijd prominent voelbaar. Daarna overleed mijn oma. Gevolgd door mijn man zijn oma, mijn oom en een goede vriendin. Alle drie aan die godvergeten rot ziekte met een K. Daarnaast raakten we door mijn werkeloosheid in de financiële problemen. De roze wolk die je min of meer beloofd wordt wanneer je kinderen krijgt? Nou, die was bij ons gitzwart!
Wankelend huwelijk
Toen Nouri een jaar of vier was, bereikte ons huwelijk ook nog eens een dieptepunt. In al die ellende waren we onszelf kwijt geraakt en opgehouden met elkaar te communiceren. En dan bedoel ik écht communiceren, niet: “Wat eten we vanavond?” En oooww, die communicatie is zó enorm belangrijk. Weten wat er in je partners koppie omgaat. Praten met elkaar. Ik raakte verbitterd omdat ik geen steun kreeg van mijn man. Hij luisterde niet (meer) naar mijn verhalen. Interesseerde zich niet (meer) voor mijn leefwereld en troostte me nooit (meer) wanneer ik verdrietig was. Überhaupt toonde hij weinig affectie, behalve als hij seks wilde. Maar ik had hém nodig, niet alleen zijn piemel. Dat liet hij echter afweten en dat nam ik hem heel erg kwalijk. Toch heb ik vaak genoeg gezegd dat ik vond dat het niet goed ging, dat hij niet alleen maar lief moest doen als hij seks wilde. Maar kennelijk kwam dat bij hem niet binnen. En toen was de deceptie compleet. Ik was al enorm teleurgesteld in het leven, nu kreeg ik de kater van een liefdeloze relatie daar nog eens overheen. En dus begon ik ‘uit te checken’. Niet uit het leven, maar uit ons huwelijk. Als gevolg daarvan kreeg ik contact met een andere man waar ik goed mee kon praten. Die mij wél begreep. Die het wél zag wanneer ik verdriet had. Die mij wél de psychische steun gaf waar ik zo enorm behoefte aan had. Logischerwijs begon ik gevoelens voor hem te ontwikkelen. Vlinders in mijn buik en dergelijke. Foute boel, I know! En ondertussen gleed mijn huwelijk steeds verder de afgrond in. Bijna. Bijna ben ik ook echt vreemdgegaan. Het kantelpunt kwam toen ik op een avond achter de pc zat, locaties te zoeken waar zowel hij als ik geen bekenden tegen het lijf konden lopen. De waterdichte smoes om een nacht weg te kunnen blijven zonder argwaan op te wekken, lag al klaar. Dat was het moment dat ik dacht: “Wat ben ik in godsnaam aan het doen?” Ik was doelbewust een plek aan het zoeken waar ik seks kon hebben met iemand anders, dát was ik aan het doen! Dat besef hakte er behoorlijk in. Wil ik dit wel? Ben ik bereid om alles op het spel te zetten voor… Tja, voor wat eigenlijk? Seks? Genegenheid? Aandacht? Verneukeratief hoor, want als ik heel diep in mijn hart keek, wilde ik al die dingen wel, maar het liefst van mijn man, niet van iemand anders. Ondertussen had mijn man ook een beetje een onderbuik gevoel. Lang geleden is hij bedonderd door zijn ex, (die al maanden een affaire bleek te hebben) en nu voelde hij diezelfde afstandelijkheid bij mij. Dat klopte ergens wel, want hoewel ik niet fysiek was vreemdgegaan, in gedachte al wel honderd keer! En als er niet snel iets veranderde, dan bleef het niet alleen bij die gedachte. Gelukkig veranderde er wel degelijk iets: mijn man en ik begonnen weer te praten. Zoals ik al zei, voelde hij aan dat er iets niet goed was en eindelijk kwam zijn ware gevoel naar buiten; hij was bang me te verliezen. Het feit dat hij eindelijk zijn ware gevoelens uitsprak, zette de deur, die al maandenlang potdicht zat, op een kier. Hele gesprekken volgden, dagenlang. Wekenlang. Bijna zoals het was toen we elkaar net hadden leren kennen en we uren aan de telefoon hingen en konden praten over van alles en nog wat. En door te praten kwamen we heel langzaam naar elkaar toe. We begonnen elkaar weer te begrijpen. We leerden hoe onze handelingen overkwamen op de ander. Zo leerde ik dat het gebrek aan steun en troost voortkwam uit het feit dat hij mij zag als een enorm sterke vrouw die zijn hulp niet nodig had. En uit onmacht. Omdat hij verdriet had voor mij, maar niet wist hoe hij het dragelijker voor me kon maken. Op zijn beurt leerde hij dat ook de sterkste vrouw wel eens wat ondersteuning kan gebruiken en graag een arm om haar heen heeft. Geborgenheid noemen ze dat met een mooi woord.
Verliefd
Gek, hoe je alleen door te praten, ineens weer een heel ander gevoel bij iemand kan krijgen. Ik begon weer helemaal opnieuw verliefd te worden op mijn eigen man. En hij op mij. De liefde die we ooit voor elkaar voelden, zat er nog steeds. Ondergesneeuwd door ‘het leven’, maar nu weer uitgegraven. En het was stronger then ever! En dat was het moment. Het moment dat je beseft dat je zó veel van iemand houdt, dat het soms gewoon pijn doet. Maar dat is oké. We beloofden elkaar dat we het nooit meer zo ver zouden laten komen. En dat we zouden blijven praten met elkaar, want communiceren is écht het sleutelwoord in een goede relatie of huwelijk. En omdat onze liefde zo sterk voelde, besloten we die te bezegelen met… Inderdaad: nog een kindje. Ik raakte zwanger van onze jongste. We maakten het voor de familie bekend door Nouri (toen nog Noëlle) een speciaal T-shirt aan te trekken tijdens een familie dag. Op dat shirt stond de tekst: “Geef me een kus, want ik wordt grote zus!” De familie was extatisch. Maar vooral ook verrast, want ze hadden geen tweede kindje van ons meer verwacht. Dit kindje dat onverwacht heel gewenst was! Daarom luidde onze aankondiging op sociale media als volgt:
Voor velen een verrassing,
Voor ons een grote beslissing,
Maar zeker geen vergissing!
Wat daarna kwam? Daarover volgende keer meer!
DAPHNE (klik hier voor haar Instagram)