Misschien heb je mijn eerdere blogs ook gelezen? Zo niet, klik dan hier voor DEEL I van mijn bizarre bevalling van mijn premature Mats en hier voor DEEL II.
Sinds maart 2018 is ons leven nogal drastisch veranderd. We zijn de ouders geworden van een fantastisch mannetje genaamd Mats. Maar dit ging niet zonder slag of stoot. Niet omdat de zwangerschap of geboorte nogal heftig was (nouja…. Met 29 weken in Tenerife bevallen met allemaal kauwgom kauwende chica’s om me heen, stond nou niet bepaald op mijn bucketlist), maar meer door de nasleep ervan. Mats was niet alleen ruim 10 weken te vroeg geboren in het buitenland, maar er bleek ook veel aan de hand te zijn in zijn lijfje en daarnaast is de prematuriteit hem ook totaal niet meegevallen. Ik heb al eens eerder verteld dat details er niet toe doen, maar we kunnen wel stellen dat Mats een strijder is, een bikkel eerste klas. En het meest bizarre vind ik nog dat hij altijd, maar dan ook echt altijd, vrolijk is. Wat hem ook overkomt, hij ondergaat het, huilt even, vecht terug, maar uiteindelijk lacht hij altijd! Ben je dan een topper of niet? We zijn inmiddels bijna anderhalf jaar verder (17 maanden) en van al die maanden heeft Mats 10 maanden in het ziekenhuis gelegen. Niet allemaal aaneensluitend, maar een opname van zes maanden, een opname van bijna vier maanden en nog wat kleine opnames tussendoor. De eerste twee maanden in Tenerife en daarna na een bijzondere vlucht nog vier maanden in het Sophia kinderziekenhuis. Hier lag hij het grootste gedeelte op de ICK. Een periode volgde waarin wij na elke drie stapjes vooruit weer een dikke stap achteruit moesten doen. Een periode met eindeloze gesprekken met artsen over de plannen die volgden en uiteindelijk altijd weer anders liepen. En in dat half jaar zaten we elke dag naast Mats, we wilden hem verzorgen, we wilden hem troosten, we wilden hem leren kennen en ik hoopte (zeker in het allereerste begin) dat hij zou weten dat we er waren. Want wanneer je kindje zo vroeg wordt geboren, maar net aan één kilo is en niet alles op eigen krachten nog kan doen, dan kan je er alleen maar zijn. Naar hem staren, voor hem zingen, aaien en hopen dat hij een connectie met je voelt. Want hoe sterk je moedergevoelens ook zijn, bereik je hem wel door de couveuse raampjes heen? De allereerste weken konden mijn vriend en ik deze gedachten nog samen delen. We konden elkaar steunen en aan het einde van de dag stelden we elkaar gerust dat het goed zou komen. En hoopten we elke ochtend dat we goed nieuws zouden krijgen van zijn behandelend artsen. Want elke nacht was weer spannend. Oké heel eerlijk, hij stelde mij gerust. Keer op keer. Maar toch er was een gevoel van samen. Maar toen kwam dat moment dat we terug naar Nederland gingen met Mats. Ik in een Air Ambulance, met Mats, twee verzorgenden, twee piloten en heel veel medische apparatuur. En vriendlief met onze koffers gewoon met een lijnvlucht. Eenmaal in het Sophia konden we samen acclimatiseren en op adem komen. En daar was onze familie ook bij. Want we hoefden het niet alleen te doen. Maar er brak ook een moment aan dat vriendlief gewoon weer moest gaan werken. Het leven ging gewoon door. Hij aan het werk, ik bij Mats. Geen probleem, het gaat oké, doen we gewoon! Maar dan ga je een periode in waarin ze Mats nog eens gaan doorlichten en je alle verhalen in het Nederlands nog eens goed uitgelegd krijgt. Een tijd waarin Mats elke dag wel onderzoeken had en er elke dag wel weer een andere arts voor mijn neus stond. En dat niet alleen, er kwamen gesprekken met uitslagen, soms positief maar het was eigenlijk vooral veel slecht nieuws. Weer een onverwachts extra onderzoek, weer Mats weg brengen en wachten in spanning wat daar nou weer uit komt. En na het zoveelste onverwachtste bezoek trok ik het even niet meer. Ik zat er helemaal doorheen en dus besloot mijn moeder een aantal dagen per week met mij mee te gaan naar Rotterdam en mijn schoonmoeder was er ook iedere donderdag bij. Dit gaf mij zoveel rust, slecht nieuws gesprekken kon ik zo veel beter incasseren en zelfs met ingrepen stond ik sterker in mijn schoenen. Mats zijn vader kwam elke dag direct na werk naar Mats toe, alles van de dag werd dan besproken en de weekenden waren we ook fijn met zijn drieën bij elkaar. We waren een echt team deze periode met zijn allen.
Weken gingen voorbij en Mats werd groter, hij werd sterker en ging zich steeds meer ontwikkelen. Omdat het met hem steeds een beetje beter ging, ga je automatisch meer rondkijken. En dan komt er een moment dat je wordt geconfronteerd met alles om je heen. Operaties, heel veel herrie op zaal, hele zieke kindjes die toch ineens opknappen en van de IC af mogen, kindjes die alleen even een nachtje ter observatie blijven en zo gaan er weken voorbij en wij liggen nog altijd op datzelfde plekje in de hoek op de IC. Mats in bed, wij op een bureau-, tuin-, of klapstoel ernaast. Het moment was aangebroken dat Mats een operatie zou krijgen, een relatief grote ingreep onder narcose en aan de beademing. Mijn vriend en ik waren samen en de opa’s en oma’s zouden ook komen. Super gespannen was ik. Ik zou Mats weg brengen, maar eerst moest ik Mats omkleden in een OK-jurkje. Eenmaal in de wachtruimte van de OK was Mats zo onder de indruk van alles dat het allerliefste mannetje volledig in paniek raakte. En neem het hem eens kwalijk, ineens acht man in een vreemd donkergroen pak om je heen. Je moeder die met een blauw smurfenpak naast je stond inclusief gekleurd haarnetje op en dan lag je ook nog eens in je blote kont. Gelukkig mocht ik hem daar nog oppakken en hem troosten, maar ook dit was niet ideaal. Hij gleed constant uit mijn armen door dat blauwe pak en die gladde jurk van Mats, terwijl één van de anesthesisten een doek om ons heen probeerde te houden zodat het voor Mats niet te koud was. Echt super lief, maar zo ongemakkelijk. En dan de OK in… Felle lichten, een mega tafel en weer heel veel anesthesisten en artsen in donkergroene en witte pakken. Ik was mega onder de indruk, laat staan zo’n hummeltje van ondertussen bijna vijf kilo. Ik mocht bij hem blijven tot hij is slaap viel, voor hem zingen en ondertussen kreeg hij al een kapje voor. Iemand anders was aan zijn voetjes aan het sjorren voor een infuus en nog altijd stroomden de tranen bij Mats over zijn wang. Juist door het grote verdriet was Mats ook zo weg, in slaap. En toen moest ik ook weg, nog een dikke kus, een peptalk voor Mats. Ik vertelde dat het echt goed zou komen en dat hij sterk moest blijven (misschien meer voor mezelf als voor Mats) en als laatste vertelde ik hem dat we oneindig van hem hielden, tot de maan en terug, net als de konijntjes uit zijn favoriete voorleesboek en dat als hij wakker werd, we er meteen weer zouden zijn. En toen moest ik de kamer uit. Deur dicht en dan…. Shaken, huilen, totaal niet meer voor mezelf in staan. Gelukkig was mijn vriend dichtbij en die ving me op. Uithuilen en op adem komen. Mats was in goede handen. We besloten even een luchtje te scheppen en even wat te gaan drinken om de hoek. Even de gedachten verzetten.
Gelukkig werden we na een paar uur gebeld dat alles goed was gegaan en dat Mats nog even lag bij te komen, dat ze hem nog even wat extra’s hadden gegeven, maar dat we zo weer bij hem konden. Duidelijk onder invloed van één of ander middeltje kregen we een wappie Mats terug. We waren super opgelucht en konden weer normaal ademhalen. Mats herstelde goed en zo gingen er weer wat weekjes voorbij. En toen kwam de volgende operatie in beeld. Ik kreeg het meteen benauwd. Ik stond strak van de spanning en merkte dat ik steeds minder durfde. Ik zat mezelf in de weg en hoe dichterbij de ingreep kwam, hoe meer gespannen, bijna paniekerig ik werd van binnen. Voor deze ingreep moest er eerst nog een kijkoperatie gedaan worden, relatief klein en heel goed te doen. Mats kreeg alleen wat om rustig te blijven, maar verder was het onderzoek zo gepiept. En toen stond ik voor de deur en durfde ik niet door te lopen. Mats zijn verpleegster had dit door, stelde me gerust en nam het zonder er nog woorden aan vuil te maken van me over. Ik ben haar daar zo dankbaar voor, want het laatste wat je wilde was in paniek raken, dit over brengen op je kind, terwijl je juist er voor hem moest zijn in zo’n geval. Dit moment was voor mij de trigger om in gesprek te gaan met iemand. Alleen met wie? Hoe pakte ik dit aan… Ik praatte erover met de pedagogisch medewerker van Mats en zij wist precies wat ik nodig had en bij wie ik moest zijn. Ze regelde een gesprek en zo kwamen we uit bij EMDR. Eye Movement Desensitization and Reprocessing. Sorry? Wat? Juist EMDR, een vorm van therapie welke ze ook wel traumatherapie noemen. Het is een effectief bewezen behandelmethode om nare ervaringen te verwerken.* Het is een relatief snelle vorm van therapie waarbij je een trauma kan verkleinen zodat deze ervaring zijn kracht, angst en emoties verliest of in ieder geval milder worden en je dus beter om kunt gaan met bepaalde situaties in de toekomst.
Nog geen week later stond de eerste sessie gepland. Er werd me al verteld dat het beter was om diezelfde dag niet veel anders in te plannen, geen belangrijke gesprekken te voeren, geen auto te rijden en niet alleen te zijn, want het zou best intens en vermoeiend voor de geest zijn. Mijn moeder was gelukkig bij ons en bleef bij Mats. Ik ging blanco het gesprek in, want ik had geen idee wat me te wachten stond. Google schakelden we allang niet meer in, want hoe nuttig het soms ook kan zijn, er zweven zoveel spookverhalen rond dat ik geen invloeden van buitenaf wilde hebben. Ik wilde echt openminded het gesprek in gaan. Sowieso een tip van flip als je een zorgintensief kindje hebt, vraag altijd informatie op via het ziekenhuis of een erkende website en Google niet te veel, zeker niet op afbeeldingen. Je wordt er echt niet altijd wijzer van en in ons geval bleken sommige dingen ook veel minder heftig te zijn als dat het op internet werd geschetst. Dus laat je goed informeren via erkende sites en kanalen. Maar terug op het EMDR-gesprek. Ik werd direct op mijn gemak gesteld en het principe EMDR werd me nog eens goed uitgelegd. Het gaat erom dat je zelf terug keert in het moment waar je op vast loopt. Door dit moment weer levendig voor de geest te halen, voel je ook de beladenheid weer in je opkomen en in mijn geval ook paniek en angst. Door vervolgens tijdens dit moment de vingers van de therapeut zo snel mogelijk te volgen zet je ook direct je werkgeheugen aan. Dit is iets wat in je hersenen niet goed samen gaat en dus gaat je werkgeheugen de concurrentie aan met je geheugencapaciteit, waardoor jouw angst en paniek dus naar de achtergrond schuiven en daardoor ook beladenheid en emotie verliezen. Ik hoor je nu denken? Ja… natuurlijk… Ging het maar zo makkelijk. Dat was ook mijn idee in eerste instantie, maar zoals ik al zei: “We gaan openminded het gesprek in”. We gingen direct aan de slag. Ik moest mijn moment opzoeken waarbij mijn grens was bereikt. Voor mij was dat het beeld van de OK. Mijn lieve kleine Mats, de verlichting, de mensen en artsen om ons heen, de apparatuur en instrumenten die al klaarlagen en dan je kindje achter laten voor een x aantal uur. Ik barstte direct in huilen uit. Vervolgens moest ik aan het werk. Ik volgde de vingers van mijn therapeut en na een paar seconden hadden we het weer over dat moment. Ik moest mijn angst een cijfer geven van 0 tot 10. Hoeveel beladenheid zat er in dat moment. Een 10, nog eens de vingers volgen. Een 7…. Nog eens… uhm een 4. Prima om de eerste sessie mee af te sluiten. Een sessie duurt gemiddeld een uurtje, dus het gaat natuurlijk niet zo snel als hier geschetst. Maar dit is wel het principe. Voor de geest halen wat je angst geeft, vertellen wat het beladen maakt, aan het werk gezet worden door het volgen van de vingers en vertellen wat je daarna op dat moment voelt. En dit keer op keer. Verschillende snelheden en verschillende benaderingen, maar keer op keer in dit ene beangstigende moment.
Een weekje later mocht ik weer. En maar goed ook dat er een week tussen zat. Ik moest er echt van bijkomen. Ik had best veel hoofdpijn die dag en de dag erna. Ik was heel moe en best emotioneel. En daarnaast had ik ook een beetje het gevoel: “Neem ik mezelf nou een potje in de maling of hoe zit dat?” Want zoveel spanning en angst in één moment en weggaan na ongeveer één uur sessie met het gevoel dat het oké is en dat ik het goed doe. Was het dan allemaal wel zo spannend of zit ik me hier gewoon ontzettend aan te stellen? Maar nee, het leek wel of mijn gevoelens waren gereset en je het hele moment ineens vanuit een andere hoek kan bekijken. Meer vanaf de zijlijn zonder je echte gevoelens uit te schakelen. Zoals gezegd gingen we verder met het emotielevel 4. Weer die vingers, steeds iets sneller. Ik probeerde haar nog iets te slim af te zijn door m’n hoofd maar gewoon stil te houden, want die vingers kwamen toch wel weer terug en ik werd er best een beetje duizelig van. Maar zo werkte dat natuurlijk niet. Op een gegeven moment lukte het me om tot een 2 te komen. Mijn therapeut vroeg me hoe ik me voelde en hoe ik het moment nu beleefde. En echt waar, ja ECHT WAAR, ik kon echt vanaf de zijlijn alles beleven. Het relativeren en het hele verhaal nog eens vertellen zonder tranen lukte mij gewoon. Wel natte oogjes, maar geen stromende waterval. En dat was voor mij oké. Want weet je wat het is, het hoeft geen 0 te worden. Je kind weg brengen naar de OK wordt geen plezierig iets. Er zit altijd spanning, angst en beladenheid bij. Want hé, eerlijk is eerlijk, naar de OK gaat niemand voor de lol. Zelfs een kleine ingreep, een routine ingreep is rot. Het is je kind die je weg brengt. Dat is nou eenmaal nogal wat. En dus was de 2 meer dan oké. We sloten ons gesprek af en ik vroeg ook aan haar in alle eerlijkheid: “Neem ik mezelf nou in de zeik?” Maar nee, dit is hoe EMDR werkt. Het kan een supersnelle vorm van therapie zijn. En ik? Ik werd er een veel fijner mens van. Niet dat ik ineens helemaal veranderde door deze twee sessies. Maar relativeren en situaties inschatten gingen en gaan me nog altijd iets beter af. En daarnaast kon ik Mats bij een volgend onderzoek wel zelf over de drempel tillen. En als laatste kreeg ik het gevoel dat het allemaal oké was. Dat hulp vragen voor mezelf meer dan oké was. Ondanks dat iedereen in mijn omgeving me aanmoedigde, je moet er wel eerst zelf voor open staan. En daar wil ik eigenlijk ook mee afsluiten. Want cijfer alsjeblieft jezelf niet weg als je in een situatie zit waarvan je denkt: “Het draait niet om mij”. Het gevoel dat je door moet gaan, omdat er iemand op je rekent. Als je niet volledig jezelf kan zijn of het gevoel hebt dat je wordt belemmerd, trek aan die bel. Het heeft mijn heel erg positief beïnvloed, want ik kon er – doordat ikzelf weer meer lucht en ruimte had – in mijn hoofd veel beter zijn voor Mats. Maar ook voor de mensen om mijn heen, want de gesprekken waren niet meer zo vol met emoties. En even voor de duidelijkheid, emoties en tranen en boosheid en angst mogen er zeker zijn. Graag zelfs, want ook dat lucht op, maar ze mogen jezelf niet in de weg zitten. Merk of voel je een beperking of een letterlijke last op je schouder en druk op de borst, geef dit aan! Laat mensen je helpen, want je hoeft het niet altijd alleen te doen. Ik gelukkig zeker niet. Ik heb zoveel lieve mensen om me heen, elke dag weer. Ik kan heel goed praten met mijn lief, heb een hele mooie bijzondere band met mijn moeder, woorden zijn soms niet eens nodig. Ikan altijd rekenen op mijn schoonmoeder. Met dit “team” zijn we ook geschoold om Mats te verzorgen en daar ben ik ontzettend dankbaar voor. En dan daarnaast nog alle steun en hulp van familie en onze vrienden. Zonder hen was deze anderhalf jaar sowieso nooit zo mooi geweest. Want het laatste anderhalf jaar waren zwaar. De tijden die nog gaan komen zullen dat ook weer zijn, maar genieten doen we volop, elke dag weer, en mede daardoor hebben wij een intens lief, mooi en gelukkig mannetje wat bijna altijd vrolijk is!
Moet je ons nou toch zien shinen…. Ik en mijn bundeltje van geluk.
KELLY (klik hier voor haar Instagram)