Voor de vierde keer ben ik in verwachting van opnieuw een zoon. Wat zijn we enorm dankbaar voor dit wonder. Deze zwangerschap voelt alles anders dan bij de vorige zwangerschappen. ‘Zou het dan toch een meisje zijn?’, ging nog even door ons hoofd.Ā Met 17 weken besloot de gynaecoloog mij op te nemen wegens een te hoge bloeddruk, nierfalen, vocht vasthouden en aanhoudende misselijkheid. De zwangerschap maakt mijn lijf ziek. Mogelijk is er iets mis met de placenta. De 20-wekenecho wordt naar voren gehaald om goed te gaan bekijken hoe het nu met ons kindje gaat. Een spannende tijd breekt aan. Tijdens de 20-wekenecho blijkt ons kindje niet goed te groeien, het is veel te klein en er zijn veel zorgen over de doorgang van de zwangerschap ook gezien mijn gezondheidsklachten. We worden doorverwezen naar het WKZ.
Wachten op de uitslag
In het WKZ worden verschillende onderzoeken gedaan ook op genetisch vlak. Het is wachten op alle uitslagen die voor week 24 binnen moeten zijn zodat de zwangerschap indien nodig afgebroken moet gaan worden. Er is geen enkele sprake meer van een roze (blauwe) wolk. Intens verdrietig zijn wij, na het verliezen van onze oudste zoon Abel op het einde van de zwangerschap zijn wij erg bang opnieuw een kindje te verliezen. Groot is de opluchting wanneer alle uitslagen goed zijn. Het kleine mannetje lijkt gezond. De grote vraag is waarom zijn groei zo achter blijft en mijn gezondheid niet goed is en blijft. Wekelijks gaan we naar het WKZ voor uitgebreide controles. Op deze rit vanuit Apeldoorn rijden we langs het Ronald McDonald Huis het parkeerterrein van het WKZ op. ‘Wat mooi en handig zo’n familiehuis zo dicht bij het ziekenhuis’, zeggen we nog tegen elkaar.
Het beeld verandert
De zwangerschap vervolgt. Ons kleine mannetje groeit langzaam verder op zijn eigen lijn. Ik blijf ziek, maar tegelijkertijd zo dankbaar. We tellen de dagen en de weken. Wanneer we bij week 30 zijn aangekomen, zou de bevalling in onze woonplaats Apeldoorn plaats mogen vinden. De zorg vanuit het WKZ wordt overgedragen aan ons eigen ziekenhuis en we nemen afscheid. We hopen hier niet meer terug te komen. Week 33 is aangebroken. Het zo stabiele (niet goede) beeld van mijn zwangerschap is aan het veranderen. Onze vaste gynaecoloog pakt kordaat door en laat mij opnemen. Enorm spannend. De allerlaatste fase is aangebroken van deze bijna ondraaglijke zwangerschap. Eigenlijk wordt al op de eerste dag van deze opname duidelijk dat ons kindje gehaald moet worden. De omstandigheden gaan voor ons beiden achteruit. Doordat er geen plaats is op de couveuse afdeling in het ziekenhuis in Apeldoorn, moet ik overgeplaatst worden naar Deventer.
Toch terug naar het WKZ
De volgende ochtend wordt onze zoon DaniĆ«l geboren. Een wonder. Een heel klein dapper mannetje die het boven verwachting goed doet. We mogen hem vasthouden en van hem genieten. Wanneer zijn eerste ontlasting uitblijft, slaat de stemming om en zijn er ineens weer zorgen. Na overleg met de artsen van het WKZ wordt besloten dat de situatie dusdanig zorgelijk is dat wij overgeplaatst moeten worden naar het WKZ. Door Corona mogen wij niet samen reizen en vertrekken we in twee ambulances naar Utrecht ’terug’ naar het WKZ. DaniĆ«l wordt opgevangen op de intensive care afdeling en voor mij is er een plekje op de kraamafdeling. Er worden veel onderzoeken bij DaniĆ«l gedaan. Hij ligt aan allerlei apparatuur. We maken ons enorm veel zorgen. Een vernauwing in de darmen wordt geconstateerd en DaniĆ«l moet op de intensive care blijven. De verpleegkundigen zijn lief. Een heel specialistisch team geeft ons langzaam een beetje vertrouwen dat het goed gaat komen met ons kleine dappere mannetje.
Inchecken bij het Huis
Wanneer ik ontslagen ga worden uit het ziekenhuis, raadt men ons aan om bij het Ronald McDonald Huis in te checken. Gelukkig is er voor ons gezin een plekje in het prachtige Huis aan de overkant van het ziekenhuis, zo dichtbij onze DaniĆ«l. Na een paar dagen kunnen wij uiteindelijk ook weer herenigd worden met onze andere twee zoontjes. Ruben en Benjamin hadden het erg fijn bij opa en oma, maar wat hebben we elkaar gemist. Op onze familiekamer kunnen we samen zijn. We zijn van alle gemakken voorzien: extra kinderbedjes en een fijn bed voor ons. Beneden is er een gezamenlijke keuken, woonkamer met veel speelgoed en buiten een heerlijke tuin. In deze tuin staat ook weer veel speelgoed, auto’s en fietsjes. Onze oudste zoon Ruben geeft aan dat hij het erg leuk vindt om hier op vakantie te zijn. Wat is dit een fijne plek voor ons gezin. Verschillende vrijwilligers staan voor ons klaar met altijd een vriendelijk gezicht.
We zijn zo dankbaar
Na ruim een week gaat het steeds beter met onze DaniĆ«l. Na de intensieve care, mag hij naar high care en uiteindelijk medium care. Deze medium care kan ook geboden worden in Apeldoorn, dus we gaan weer naar huis. Naar ons eigen vertrouwde ziekenhuis en bovenal naar ons eigen huis. DaniĆ«l heeft nog weken nodig om verder aan te sterken en zich te redden zonder allerlei ondersteuning. Maar dit lukt hem. Wat zijn we dankbaar en trots wanneer hij met ons mee naar huis mag en we eindelijk met elkaar als gezin thuis zijn. Inmiddels is DaniĆ«l ruim vier maanden en heeft hij geen last meer van zijn darmpjes. Hij blijft klein, maar groeit goed door. Inmiddels is hij zo groot als een gemiddelde pasgeboren baby. Ieder kind is een wonder, onze DaniĆ«l in het bijzonder. We zijn enorm dankbaar voor alle lieve en goede zorgen die wij in deze heel intensieve periode gehad hebben. Dichtbij van onze familie en vrienden, ver weg in het WKZ en het Ronald McDonald Huis. Ruben vraagt nog wel eens wanneer we weer op vakantie gaan naar het huis met de grote auto’s, daar bij de ambulance en helikopters. Toch hopen we daar nooit meer ‘op vakantie’ naar toe te gaan.
MARCIA