Ik ben toch altijd een beetje bang dat ik gezien word als hard, bekrompen of egoïstisch wanneer ik het heb over dit onderwerp. Terwijl ik in mijn ogen toch echt een oer-moeder ben. Zo’n eentje die thuis wacht met thee en koekjes. Laat ik dus vooropstellen dat het gras nooit meer groener bij de buren is geweest sinds de komst van Pippa. Hoe vaak ze het gazon ook maaien, water geven of voeden. De buren hebben Pippa niet en dus zou ik nooit met hen willen ruilen. Sinds zij er is heb ik pas echt geluk gevonden. De vraag van veel mensen is dan ook: “Wanneer ga je dat geluk verdubbelen”? Nouja, dan verpak ik het mooi. Ze zeggen eigenlijk: “Wanneer komt er een tweede?” Het is in onze samenleving eerder de norm dan uitzondering om binnen drie jaar een broertje of zusje te baren. Wanneer ik de vraag beantwoord met: “Ik weet niet of wij wel een tweede kindje willen”, word ik toch altijd vreemd aangekeken. Men reageert over het algemeen identiek op mijn antwoord: “Maar dat is toch zielig voor Pippa?”
Ik ben inmiddels heel blij met mijn drie jaar oudere broer, maar vroeger sloegen we elkaar eerder de hersens in dan dat we heel veel aan elkaar hadden. Dat argument veeg ik dan ook altijd gauw van tafel. Daarbij zijn er voor mij nog meer redenen om (nog) niet te moeten denken aan een tweede. Ik noem allereerst de zwangerschap maar even. Probeer je even een vrouw voor te stellen die zonder al te veel kwaaltjes, met een mooi klein rond buikje, zonder extra vet en vocht in haar armen, benen, billen en gezicht, een droombevalling heeft bij 40 weken zwangerschap. Zie je haar voor je? Mooi! Dat was ik dus niet! Ik ben 16 weken kotsmisselijk geweest, kwam 35 kilogram aan waarvan 25 kilogram op mijn hele lichaam en 10 kilogram op mijn buik. ik had voeten van een walrus en een kind dat bleef zitten tot over de 42 weken om vervolgens beloond te worden met een mega zware bevalling van 52 uur en een spoedopname op de OK vanwege het niet loslaten van een placenta en het verliezen van liters bloed. Het kostte me maanden om weer een beetje mijzelf te worden, zowel op energieniveau als lichaam. Nou wil dat natuurlijk helemaal niet betekenen dat dit bij een tweede ook gebeurt. Maar je begrijpt vast dat mijn angst groot is dit nog eens mee te moeten maken. Ik zou weer minimaal 1,5 jaar van mijn eigen ‘ik’ moeten opgeven. Iets wat ik best wel heftig vind.
Nog zoiets is slaap. Iets wat zo vanzelfsprekend is wanneer je nog geen kindjes hebt maar zo essentieel gemist wordt wanneer je ze wel hebt. Ook hierin zijn er uitzonderingen. Zo heeft mijn beste vriendin een dochter van één jaar oud die elke dag slaapt tot half 10. Hallelujah! Die heb ik dus niet thuis. Het flesje ‘s nachts is er sinds kort af, maar eigenlijk slaap ik nog steeds zelden een nacht door. Soms een paar dagen wel maar ik moet er over het algemeen wel minimaal één keertje uit in de nacht voor een slokje water, een eng droompje of een draai van 180 graden in haar bedje. Ik doe dit overigens met liefde. Ik vind het fijn om een moeder te zijn die haar op elk vlak de tijd geeft. Ze ketste vanzelf de ochtend- en nachtfles af, ging vanzelf staan en lopen en zal op een dag vanzelf doorslapen. Maar je zult begrijpen dat ik uitkijk naar de tijd waarin de nachten voorspelbaar worden. Waarin ze vrijwel elke nacht doorslaapt tot een uur of zeven. En mijn vermoeidheid plaatsmaakt voor iets meer energie. Want meer energie betekent ook meer ruimte voor mijzelf én voor mijn vriend. Hoe minder moe, hoe vaker ik zin heb in spontane etentjes, uitjes of bios bezoekjes. En in ons geval is het nog zo leuk en belangrijk dit te doen. Ik werd zwanger terwijl wij eigenlijk net verliefd waren. Er brak net een tijd aan van het leren kennen en ontdekken van elkaar. Van etentjes, flessen wijn en weekendjes weg. Dat hebben wij grotendeels moeten overslaan en hebben we ingeruild voor poepluiers, krampjes en gebroken nachten. Ik vind het heerlijk dat er nu een tijd aanbreekt waarin we dat weer vaker kunnen oppakken. Want naast wij drietjes als gezin zijn wij er ook als geliefden. Iets wat net zo goed belangrijk is.
De vraag of er een tweede komt is voor mij dus veel te vroeg. Ik krijg de kriebels van de gedachte aan twee kinderen onder de vier. Slaapt de één dan is de ander wel wakker en heeft de één een slechte dag dan de ander waarschijnlijk ook. Nee, mij niet gezien. Ik heb ook mijn eigen ruimte nodig. Als individu. Daar word ik een leukere moeder van. De enige vriendinnen bij wie ik het allemaal redelijk relaxed zie gaan zijn de vriendinnen die voor een tweede zijn gegaan toen de oudste eenmaal naar school ging. Wanneer ze weer genoeg slaap hadden ingehaald, genoeg date-nights achter de rug hadden en genoeg liters warme in plaats van koude koffie hebben kunnen drinken. Ik verwacht dan ook dat wanneer Pippa vier jaar oud is en naar school gaat ik daadwerkelijk zal voelen waar ik naar verlang. Is dat ruimte voor mijzelf (zowel op zakelijk vlak als privé)? Of merk ik tegen die tijd dat ik toch het allergelukkigste word van het nog één keer zorgen voor een nieuw lief kindje. Mijn gevoel zegt het tweede, mijn verstand het eerste.
Conclusie? De komende drie tot vier jaar hoef je mij de bewuste vraag in ieder geval niet meer te stellen. En eigenlijk daarna ook niet. Wanneer het zover is dat zowel manlief als ik blij worden van de gedachte aan een tweede en het ons gegund is, dan zullen we het je vanzelf wel laten weten. En kiezen we er voor het hier definitief bij te houden, dan hoop ik dat de buitenwereld daar net zoveel vrede mee heeft als dat wij hebben. We voelen ons al compleet als gezin. Gewoon zoals het nu is.
MAIKE (klik hier voor haar Instagram)