Kinderen krijgen, het was voor mij altijd een vast gegeven dat ik ooit moeder zou worden. Natuurlijk hoorde ik wel eens dat iemand er wat langer over gedaan had, dat er soms wat problemen waren of dat mensen adopteerden. Toch viel dat in mijn directe omgeving eigenlijk niet op. Waardoor ik als klein, maar ook als groot meisje altijd zeker wist dat ik moeder zou gaan worden.
Onze kinderwens ontstond
De eerste jaren dat mijn man en ik samen woonden kozen we er bewust voor om niet zwanger te worden. Dit gesprek veranderde toen we gingen verhuizen en ons door de wet aan elkaar lieten verbinden. We kochten een huis met meer dan genoeg ruimte voor een kind, of misschien zelfs wel twee. Met kerst in 2015 spraken we naar elkaar uit dat we er klaar voor waren en zo begon onze reis naar een kindje.
Ik raakte maar niet zwanger…
De eerste maanden gingen voorbij en ik maakte me nog niet ongerust. Natuurlijk was het niet in één keer raak en misschien ook niet in twee of drie. Maar na vijf maanden vond ik het wel heel lang duren. Ik was al jaren zonder anticonceptie met een regelmatige cyclus, dus ik besloot om mijn eisprong bij te houden. Weer verstreken er twee maanden waarin alles leek te kloppen. Dan maar op vakantie, dat helpt toch, dat zeggen mensen altijd. Toen we terug kwamen van vakantie belde ik de huisarts. Ik wilde meer weten. In eerste instantie was er niks geks: mijn cyclus was goed, er was een eisprong, gezonde levensstijl, maar geen baby. Omdat alles op papier klopte, besloot zij om ons toch door te verwijzen naar de gynaecoloog. “Baadt het niet, dan schaadt het niet”, dachten we.
We mochten daar bloedprikken, beantwoordden ontelbare vragen en er werd een echo gemaakt. Nog steeds werd er niets gevonden. De arts grapte nog dat we vast gauw zwanger zouden zijn nu we gerust gesteld waren. We moesten alleen nog even het bloed- en zaadonderzoek afwachten en dan kwam alles vast goed.
Deze optie had ik nooit bedacht
Enkele dagen later belde de gynaecoloog en aan haar stem hoorde ik al dat er slecht nieuws kwam. “Er zijn bij het zaadonderzoek geen zaadcellen gevonden”. We werden doorverwezen naar het UMCG om te kijken of zij nog wat voor ons konden doen. Nooit in mijn leven had ik dit als optie bedacht. Je hoort altijd dat het probleem bij de vrouw ligt of dat er geen reden gevonden is waarom het lastiger gaat. Dat ook kerngezonde mannen, zonder medische historie zomaar uit het niets geen zaadcellen hebben, heb ik nooit gehoord.
We moeten serieus gaan nadenken over adoptie of en zaaddonor
Een spannende en vooral onzekere tijd breekt aan. We praten veel, googlen ons suf en bedenken wat voor scenario’s er kunnen komen. Gelukkig is de wachttijd niet heel lang en een kleine drie maanden later kunnen we terecht in het ziekenhuis. We treffen een hele aardige specialist die alle tijd voor ons neemt. Ze schrijft veel voor ons uit en bespreekt alle opties. De grote vraag is of dit een eenmalig slechte uitslag is geweest of dat er helemaal geen zaadcellen zijn. Normaliter spreek je van miljoenen cellen. Bij minder dan 20 miljoen spreek je van verminderde aantallen. Nul is dus echt niks. We maken een plan; nog een zaadonderzoek met hopelijk een iets beter resultaat. Als dat zo is en het ziekenhuis ziet voldoende mogelijkheid, dan zullen we het ICSI-traject in moeten gaan. Als dit volledig doorlopen kan worden hebben we 20% kans op een kindje. Daarnaast moeten we serieus gaan nadenken over adoptie, pleegzorg of een zaaddonor, gezien er ook een grote kans is dat het resultaat weer nul is.
We hadden 5 zaadcellen
Drie maanden verder en heel veel zware gesprekken later, melden we ons weer in het ziekenhuis. Inmiddels hebben we ontelbare buisjes bloed ingeleverd, zijn we genetisch helemaal doorgelicht en stiknerveus. Dezelfde arts haalt ons op met een grote glimlach op haar gezicht. Er zijn zaadcellen gevonden! Niet veel, maar er zijn cellen. De volgende stap is een proefbewerking doen, hierin behandelen ze het zaad alsof er een ICSI gaat plaats vinden, overleven ze dat, dan is er een kans om toch een biologisch kindje te krijgen. Enorm opgelucht mogen we hieraan beginnen, weer zaad inleveren, nog meer bloedprikken en heel hard duimen. Al gauw komt het verlossende telefoontje: het is gelukt. Vijf cellen hebben de proef overleeft, er is dus een kans.
De start van het MNC-traject
We besluiten te gaan voor het MNC-traject. Dit houdt in dat de eigen cyclus van de vrouw behouden blijft en er alleen rond de eisprong hormonen gespoten moeten worden. Dit is dus minder belastend voor je lichaam. Het nadeel is wel dat er dus maar één eitje groeit. Per keer heb je dus maar één kans. Lukt het niet, dan moet je wachten op de volgende. Vanuit de gemiddelde verzekering worden drie volledige ICSI-pogingen vergoedt. Doe je het MNC dan wordt dit zes keer vergoed en daarna nog twee keer de reguliere ICSI. Het voelt voor ons als kansen spreiden. Maar ook omdat er maar zo weinig zaadcellen zijn spreekt het ons aan: één eitje betekent één zaadje. Als er gestimuleerd wordt en er zijn meerdere eitjes is de kans groot dat daar niet voldoende zaad voor is.
Na weer een paar maanden wachten is het in november 2017 dan eindelijk zo ver. Ik mag komen voor een echo om mijn cylus te monitoren. Dit is eigenlijk ook een soort proef, we gaan namelijk nog niks doen met dit eitje en ik hoef nog niets te prikken. Na een paar weken zijn we zo’n zes echo’s, meerdere buisjes bloed en een hoop kilometers verder, maar we mogen eindelijk beginnen.
Hoe dit verloopt lees je gauw!
FOCKELIEN