Haar mandje gaat al snel dicht
Thomas en ik besluiten dat we Esmee haar mandje de nacht van de bevalling nog gaan sluiten. We hadden gehoord dat de huid van te vroeg geboren baby’tjes erg fragiel is en snel kan verkleuren en inzakken. Wij willen dat het laatste beeld van ons meisje, het beeld blijft van dat tere, zachte en mooie meisje dat we die avond mochten ontmoeten. Samen leggen we haar in een wikkeldoekje (de kleertjes zijn nog veel te groot) en leggen we Esmee, een aantal spulletjes van familie, een foto van de bollebuikenshoot en meneer konijn in haar mandje. We zeggen wat lieve woordjes en geven haar een laatste kus. Dan is het moment daar om haar mandje te sluiten. Ik denk dat ik wel een kwartier bezig ben geweest om het mandje perfect in te richten en dicht te maken, dit terwijl hij morgen door de patholoog anatoom weer geopend zal worden om de laatste onderzoeken te verrichten. Gekkigheid eigenlijk, maar op dat moment voelde het alsof ik dat moest doen.
De verpleegkundige Esmee komt haar ophalen om haar naar de koelcel te brengen
Ze vertelt ons dat we haar ook op onze kamer kunnen houden met een koelplaat onder haar, ook stelt ze nog voor dat het wel eens voorkomt dat ouders hun kindje in het koelkastje op de kamer te koelen willen leggen. Thomas en ik schrikken er wel van en moeten een beetje ongemakkelijk grinniken. Het is voor ons een bizarre gedachte dat we niet anders kunnen dan hier een beetje om lachen. Mijn man flapt er uit ongemak uit: “Schat, pak jij Esmee even. Ze staat achter de brie”. Humor is in lastige situaties zeg maar best ons ding en we lachen samen om de reactie van mijn man. Ik vraag me af welke gedachte er op dat moment door het hoofd van de verpleegkundige is gegaan.
De verpleegkundige neemt Esmee mee
De verpleegkundige vertelt ons nog dat ze in de koelcel een aparte koelcel hebben voor kindjes, in deze koelcel wordt het kindje te midden van allemaal knuffels te ruste gelegd. We vinden dit een prachtig gebaar. We kijken in stilte, elkaar vasthoudend toe hoe de verpleegkundige met haar in haar armen door de deur gaat. We besluiten dat we zelf niet mee willen naar beneden om haar daar heen te brengen.
Ze is weg en wij blijven met zijn tweeën achter. We praten nogmaals de dag door en kijken naar de dagen die voor ons liggen, het onderzoek van de patholoog, het wegbrengen naar het rouwcentrum en de afscheidsdienst en crematie. We proberen wat te slapen.
Ik slaap deze nacht redelijk goed, maar Thomas is lange tijd wakker en schrijft al huilend een persoonlijke brief aan zijn dochter.
Lieve Esmee,
Veel te kort. De zwangerschap was veel te kort. Je had alles erop en d’r aan, maar moest nog 16 weken groeien. Groter worden, dikker worden en verder voorbereid worden op een mooi leven hier op onze aarde. Die 16 weken hebben wij jou ontnomen, omdat we te horen hadden gekregen dat het niet zo goed ging met je kleine hersentjes. Die waren, hoe toepasselijk, te klein. We hebben allemaal onderzoeken gedaan, maar iedere keer kwam er hetzelfde uit. Ze waren te klein. Veel te kort was de tijd waarin wij, jouw papa en mama, de moeilijkste beslissing uit ons leven moesten maken. We hadden maar 2 weken. Terwijl we eigenlijk meer wilden weten. We hadden een week later een gesprek met een kinderneuroloog die ons kon vertellen wat de te kleine hersenen voor jou konden betekenen. “Van mild tot erg”, zei ze. Maar de voorbeelden die ze gaf waren hartverscheurend. Papa en mama hebben vaak gezegd of gedacht: “Wat moeten we nou? ” en “Hoe kun je nou als ouders zo’n beslissing nemen?”
We houden namelijk zo veel van je. Natuurlijk willen we jou in ons gezin. Maar we willen natuurlijk ook dat jij een mooi leven hebt en we jou niet altijd met pijn hoeven te zien of je zien lijden of strijden. Het is zo dubbel. Papa en mama hebben veel nagedacht ook over Julia, ons hele gezin, maar eigenlijk alleen over jou. Wat moeten we nou doen? Te kort was de tijd waarin we de beslissing moesten maken, maar te lang duurde de tijd waarin we moesten wachten. We hebben de beslissing genomen, zover je dat kan, om jou, Julia en ons gezin niet naar het onbekende te sturen, wellicht in de toekomst te laten lijden en achteraf spijt te hebben. Want jij bent o zo meer waard. Jij verdient het niet dat jouw ouders achteraf zeggen: “Hadden we het maar anders gedaan”, en om altijd maar geconfronteerd te worden met een beperking of erger. Je verdient het om een onbezorgd leven te leiden en wij hadden het gevoel dat we jou dat niet met zekerheid konden geven. We hebben de beslissing genomen met ons verstand, niet met ons gevoel. Ons gevoel wilde jou bij ons hebben, vergeet dat alsjeblieft niet. Te lang duurde de dag waarop jij geboren bent, maar te kort duurde jouw leventje. Je kwam ter wereld en werd snel bij jouw mama op de borst gelegd. Warm, vertrouwd en veilig, maar ook niet wetende wat er ging gebeuren. Je zat nog zo fijn bij mama in de buik. Kusjes, knuffeltjes en warmte hebben we je kunnen geven. Maar niks is genoeg. Papa en mama wisten al wat er ging gebeuren en dat het jou niet ging redden. Maar we wilden dat het enige dat jij hebt leren kennen liefde was. Liefde van je ouders, van je familie. Dat vonden wij belangrijk. Te kort duurde je leventje, maar in dat leventje hoop ik met heel mijn hart dat je dat ook gevoeld hebt, de warmte en liefde. Maar toen papa en mama je zagen kwam de twijfel weer: “Hebben we hier goed aan gedaan? Had je niet een gewoon leven kunnen hebben?” Je zag er zo mooi, zo perfect uit en je leek zo op je grote zus. Aan de buitenkant was niet te zien dat jij ergens last van zou hebben. Te lang, waarschijnlijk voor altijd, zullen papa en mama met die twijfel rondlopen. “Hebben we de juiste beslissing genomen? Hebben we er goed aan gedaan?” We zullen het nooit weten en kunnen het ook niet meer terugdraaien. Het enige wat we kunnen, is hopen met heel ons hart dat jij onze keuze kan begrijpen, ons vergeeft, maar nog belangrijker, dat je de liefde hebt gevoeld die wij altijd voor jou zullen hebben.
Lieve Esmee, papa en mama zullen voor altijd aan jou denken en jou in ons hart hebben. Slaap zacht lieve meid.
CISKA