Ik had een vreemd gevoel over mijn kleintje in mijn buik
Ik was ruim 17 weken zwanger, toen ik ’s ochtends wat oud bloed verloren had en kramp in mijn buik kreeg. Geen reden tot zorgen, volgens de assistente, en toch was ik niet gerust gesteld. Het onbestemde gevoel bleef. Het schoot door me heen dat mijn eerstvolgende controle pas de 20-weken echo zou zijn, en dat ik daar niet wilde horen dat het flink mis was. Gisteravond had ik nog opgemerkt dat ik al een paar dagen niets gevoeld had in mijn buik, terwijl ik ons meisje daarvoor wel al gevoeld had. Op aandringen van mijn man besloot ik toch nog eens te bellen en mocht ik langskomen om even naar het hartje te luisteren. Tijdens deze afspraak bleken mijn zorgen niet voor niets te zijn geweest…
Ik zag een echobeeld dat ik nooit meer zal vergeten
De verloskundige zette de doptone op mijn buik en we hoorden alleen maar een hoop gerommel van mijn darmen. “Het zullen die onrustige darmen wel zijn die alles overstemmen”, de verloskundige ging over op een echo. Doordat de apparatuur op deze kamer wat ouder was, kreeg ze de baby niet goed in beeld. Ze besloot mij te verhuizen naar een andere kamer met betere apparatuur en haalde een andere verloskundige erbij. Daar zag ik het beeld dat ik nooit zal vergeten: ons kleine meisje, levenloos op de bodem van mijn baarmoeder, als een garnaaltje in elkaar gekrompen. Haar hartje klopte niet meer.
Tranen stroomden over mijn wangen
De verloskundige pakte mijn hand vast en zei: “Jullie kindje leeft niet meer.” Tranen stroomden over mijn wangen en vol ongeloof vroeg ik of ze het wel zeker wist. Natuurlijk wist ze het zeker. Nadat ik enigszins tot bedaren was gekomen, moest ik mijn man nog bellen. Hij zat op zijn werk en was er niet bij, omdat het een onschuldige controle leek te zijn. Toen hij opnam wist ik nog net uit te brengen “ze is dood” en verder dan dat kwam ik niet. Hij is direct in de auto gesprongen en in volle vaart naar de praktijk gereden. De rit duurt normaal 30 minuten, maar in 20 minuten stond hij al binnen.
Na zijn aankomst zijn we naar het ziekenhuis gegaan om het overlijden officieel vast te stellen. We kregen een informatiebrochure mee naar huis en werden de dag erna, op vrijdag, bij de gynaecoloog verwacht om de verdere procedure door te spreken. Die nacht deden we beiden geen oog dicht. Het was moeilijk te bevatten hoe alles ineens zo anders kon zijn. Spontane huilbuien afgewisseld met een uurtje slaap volgden elkaar op. De gedachte dat ik een dood baby’tje in mijn buik had, was ontzettend akelig. Enerzijds had ik het gevoel ‘de baby moet eruit’, maar anderzijds betekende dat ook afscheid nemen van de zwangerschap en eraan toegeven dat dit geen slechte droom was.
Ik nam de pil in die mijn baarmoedermond weker zou maken
De volgende ochtend vertrokken we weer naar het ziekenhuis. Ik kreeg nog een echo, om te bekijken of er een aanleiding kon worden gevonden. Om op infecties te testen werd bloed afgenomen. De grootte van het kindje en de hoeveelheid vocht in het buikje deden vermoeden dat het kindje al 1-2 weken dood was. Waarschijnlijk had ik haar dus nooit voelen bewegen en waren het mijn darmen geweest. Ik voelde me voor de gek gehouden door mijn eigen lichaam. Ik kreeg een pil om mijn baarmoedermond vast week te maken en op zondag zou ik ingeleid worden.
Er waren zo ontzettend veel keuzes
In die paar dagen hadden we ontzettend veel keuzes te maken, waar je van tevoren nooit over nadenkt: wil je haar zien? Wil je haar vasthouden? Wil je een afdruk van een handje en voetje? Geef je haar een naam? Laat je haar cremeren door het ziekenhuis of neem je haar mee naar huis? Wil je (professioneel) foto’s laten maken? Waar we van tevoren wat sceptisch waren over het verlies van een kindje dat nog niet levensvatbaar was, werden we nu geconfronteerd met veel pijn en verdriet. Waar we van tevoren nooit hadden gedacht deze keuzes te maken, kozen we er nu (op advies van het ziekenhuis) voor om alles wél te doen en om in deze korte tijd zoveel mogelijk vast te leggen en te beleven.
De dag voor de bevalling hebben we heel veel steun gekregen vanuit onze omgeving. Het was fijn om zoveel erkenning te krijgen: het huis stond vol met bloemen en de deurmat lag vol met kaartjes. Iedereen kwam langs, liet ons vertellen, en tussen al het verdriet door was er ook ruimte voor een grapje en leuke gesprekken. Het was mooi om te zien hoe emoties elkaar zo snel kunnen opvolgen.
Mijn meisje glibberde naar buiten
Die zondag werd ik opgenomen in het ziekenhuis. Iedere vier uur werd er een pil bij mij ingebracht, een ‘gift’ noemen ze dat. Na twee giften, kreeg ik lichte weeën en op het moment dat ik rechtop in bed ging zitten om mijn lenzen uit te doen, gebeurde het: er kwam een stroom aan vruchtwater en ze glibberde naar buiten. Ik durfde geen vin te verroeren. Tot de verloskundige er was durfde ik niet te kijken. Daar was ze dan, ons kleine meisje.
Waar ik altijd heel nuchter in mijn eerste zwangerschap heb gestaan, me niet snel zorgen heb gemaakt en me altijd graag groot wil houden, is dit voor mij een wake-up call geweest. Daarom wil ik jullie als lezers ook meegeven: voelt iets niet goed, trek gewoon aan de bel. ‘Aanstellen’ bestaat niet in het woordenboek van zwangere vrouwen.
TESSA