Mijn postpartum depressie: Ik was boos op mijn baby

| ,

Deze Jane Doe schrijft met haar minireeks over haar postpartum depressie. Hieronder staat de vorige delen.

Deel 1: Er was bij mij sprake van een missed abortion

Deel 2: Wat was de goede keuze voor mijn ongeboren baby?!

Deel 3: Na de geboorte van mijn baby kreeg ik vréselijke gedachten

Deel 4: Ik vond het moeilijk om liefde te voelen voor mijn tweede baby

De weken daarna kreeg ik bezoek van de GGZ, daarna regelmatig van iemand van het Intensive Home Treatment team van de GGZ en werd ik aangemeld voor een speciale moeder-kind groep van de GGZ. Er brak een periode aan waar ik niet alles meer van van weet. Ik stopte definitief met de borstvoeding, omdat ik zag dat het mijn zoontje geen goed deed. Na de zoveelste voeding waarna hij moest huilen en spugen besloot ik dat mijn melk “vergif” voor hem was. Stoppen met borstvoeding zorgt ook weer voor een verandering in de hormoonhuishouding waardoor ik nog wankeler werd.

Slaaptekort brak me helemaal op

Eerst deed ik de meeste nachten alleen, omdat ik natuurlijk borstvoeding gaf. Soms deed mijn vriend dan de nacht, maar dan werd ik wakker met stuwing omdat ons zoontje niet gedronken had. In de periode hierna sliep mijn vriend standaard op het kamertje van de kleine, op een matras op de grond. Ik kon niet meer en kon de nachten waarin we amper slaap kregen niet meer aan. Na elke voeding moesten we hem minstens een half uur rechtop houden, zodat de voeding minder snel terugliep. We waren per voeding zeker een uur tot anderhalf uur met hem bezig. Het was slopend. We sliepen vaak maar 3 uur per nacht, en dan niet aaneengesloten. Hij was zo mega onrustig door de reflux. Hij werd meestal elk uur wakker en niets hielp om hem weer in slaap te krijgen, behalve samen met hem slapen, maar ook dan duurde het soms uren voor hij weer sliep. Ik kon dat na al die weken niet meer opbrengen. Slaaptekort in zo’n hevige vorm als deze breekt je echt op. Vooral omdat het elke nacht was, er was geen ruimte om bij te tanken.

Op een gegeven was ik ook boos op ons zoontje

Daarnaast liep ik inmiddels hele dagen met hem in de draagdoek of draagzak, in de hoop dat hij wat langer zou slapen. Iedereen liep op eieren thuis, omdat ik als de dood was dat er teveel geluid zou zijn. Ik begon me steeds slechter te voelen en voelde boosheid naar de situatie en soms ook naar ons zoontje. Ik voelde me een slechte moeder. Ik kon hem aan het begin van mijn depressie moeilijk tegen me aan houden. En daar voelde ik me dan later in mijn depressie slecht en schuldig over, dat ik daar weer extra somber van werd. Ik voelde me verschrikkelijk en had regelmatig gedachtes dat ik uit deze situatie wilde, hoe dan ook. Ook als dat betekende dat ik er misschien beter niet meer kon zijn.

Ik kon me inleven in ouders die hun kind schudden

Ook merkte ik dat ik soms een beetje de realiteitszin verloor. Als onze dochter een “gewone peuterpuber” aan het uithangen was, voelde het alsof ze het expres deed. Ik werd soms zelfs bang van hoe ze naar me keek. Alsof er een soort duiveltje in haar zat. Ik heb onze kinderen nog nooit pijn gedaan, maar alleen de gedachte die je hier over kan hebben is angstaanjagend. Je hoort wel eens verhalen van ouders die hun kindje door elkaar schudden, omdat ze gek worden van het gehuil. Ik hoopte dat ik dat nooit zou doen, maar bij beide kindjes kon ik me ineens zo inleven in die ouders. Het constante gehuil, het troosten dat niet helpt, het bizarre slaaptekort, het maakt je wanhopig en je leeft totaal in een roes.

Ook onze dochter had inmiddels een soort overgevoeligheid opgebouwd voor het huilen van onze baby: zodra hij een kik gaf, begon zij oorverdovend hard te gillen en huilen. Dan ging ons zoontje weer harder huilen en onze dochter weer harder gillen. Tot op de dag vandaag speelt dit nog en -nadat we alles hebben geprobeerd- hebben we opgegeven om dit om te buigen. Het is er en zal hopelijk slijten.

Het gaat nog niet goed met me, maar ik ben herstellende

Ik ben nu op weg naar herstel. Soms denk ik een week: “Ik begin weer mezelf te worden”. Om dan toch weer keihard terug te vallen in de realiteit dat het monster depressie er nog steeds zit. Er zijn nu vaker dagen die wel oké zijn, soms dagen dat ik zelfs vrolijk ben, maar ook nog regelmatig dagen dat ik hier liever niet meer zou zijn. Die dagen heb ik de neiging om me terug te trekken en afspraken af te zeggen. Er werden verschillende soorten medicatie voorgesteld in de afgelopen maanden. Enkele hiervan heb geprobeerd, waaronder Temazepam om af en toe te kunnen slapen. Maar tot op de dag van vandaag heb ik een enorme weerstand gevoeld tegen het nemen van een antidepressiva. Door de verhalen om mij heen, maar ook omdat ik altijd de overtuiging heb gehad dat ik me beter zou gaan voelen als ik meer slaap zou krijgen en we in iets rustiger vaarwater zouden komen.

Ik ga aan de antidepressiva

Tot op heden redde ik me met 5HTP, een soort natuurlijk antidepressiva, maar hier kan je op een gegeven moment een tolerantie voor opbouwen waardoor het niet meer werkt. Momenteel twijfel ik of dit nu ook bij mij het geval is. Het gaat al een paar maanden best goed met mijn zoontje en dit leek in eerste instantie ook invloed op mijn gemoedstoestand te hebben. Maar steeds val ik weer terug in die somberheid. Recent gebeurde dit weer, waardoor ik nu ga starten met het slikken van een SSRI (antidepressiva), wat ik ontzettend spannend vind, omdat ik zo bang ben dat ik door een nóg dieper dal moet eerst. Helaas werkt een antidepressiva niet meteen en kan het wel weken tot maanden duren voordat je het juiste middel en de juiste dosering hebt gevonden. Ook kan je veel bijwerkingen hebben en kan de somberheid in het begin juist erg toenemen. Terwijl ik dit schrijf, weet ik dat ik overmorgen mijn eerste pil zal innemen.

Mijn allerdiepste dal met mijn zoontje

Waar ik nu nog steeds vaak verdriet om kan hebben, is hoe de eerste 9 a 10 maanden van mijn zoons leven zijn gelopen en dat brengt me ook weer terug in de depressie die ik rondom mijn dochters haar geboorte had. Die eerste 9-10 maanden waren de maanden dat ik in het allerdiepste dal van mijn depressie zat. Als ik daar aan terug denk, haat ik mezelf, om wie ik ben of was. En ik voel me zo alleen.

Mensen bagatelliseren het probleem en dat doet pijn

Mensen weten niet wat ze moeten zeggen tegen iemand die een depressie heeft, het zit nog steeds in de taboesfeer. Net als wanneer je vertelt dat je het ouderschap zwaar vindt en vaak helemaal niet leuk. “Je hebt er toch zelf voor gekozen. Je hoort blij te zijn”, zie je mensen denken. En ja.. “Baby’s huilen nou eenmaal, en die van mij spuugt ook”, staat er soms in de ogen van mensen. Je hebt een verschil tussen spugen dat zorgt voor een wasprobleem en spugen waarbij je kind veel pijn ervaart en amper slaapt. Dat bagatelliseren doet ook pijn, vaak omdat het gebeurt door mensen die je heel nabij staan. Alsof je niet serieus wordt genomen. Ik ben niet voor de lol met mijn zoontje naar een kinderarts gegaan of hem een medicijn gegeven waar ik een rotgevoel over had.

Dat zijn allemaal dingen die je doet vanuit moederliefde en als anderen -die overigens geen arts of specialist zijn- zeggen dat het onnodige interventies zijn omdat huilen, spugen en niet slapen normale dingen zijn bij baby’s, dan doet dat veel pijn en voedt het een depressie. Omdat het nog meer het gevoel geeft dat je dingen verkeerd doet en geen goede moeder bent.

Ik voel jaloezie naar andere gezinnen

Ook vond ik het vaak moeilijk om mensen met hun baby op het terras te zien. Deze baby’tjes leken altijd de rust zelve. Ik kon me niet voorstelen dat ik ooit met mijn baby zo zou zitten. Ik kon -en kan nog steeds- erg veel jaloezie voelen naar gezinnen toe waarbij het in de babytijd “normaal” loopt. Dit is geen charmante eigenschap, dus ik probeer dat ook te onderdrukken, maar ik kan er niks aan doen dat deze gevoelens er zijn. Ook de gedachte dat ik moest genieten van de babytijd en lekker moest snuffelen aan mijn baby met zijn lekkere babygeurtje maakte me verdrietig. Ik kon op geen enkele manier genieten en dat snuffelen aan mijn baby zorgde er eigenlijk alleen maar voor dat ik braaksel rook, nooit een lekker babygeurtje.

Wat ook elke dag een enorm grote rol in mijn leven speelt, is een immens schuldgevoel over alles: dat ik emotioneel onvoldoende beschikbaar ben geweest, dat ik de kids niet dat onbezorgde eerste jaar heb kunnen bieden, dat ik niet de moeder ben geweest die zij verdienden. Ik maak me, nu nog steeds, vaak zorgen over het effect van mijn depressie op hun (cognitieve) ontwikkeling.

Ik voelde me eenzaam en alleen

Wat ook niet hielp in deze hele periode is het onvermogen van mijzelf om hulp te vragen. Ik heb zoveel alleen moeten doen. Wat wij achteraf anders hadden moeten doen, is veel meer hulp vragen aan onze omgeving. Ze zeggen niet voor niets “it takes a village to raise a child”. Wellicht hebben wij ook te weinig écht verteld over thuis. Het is iets wat je niet makkelijk bespreekt. En daarbij hielpen alle omstandigheden rondom Corona ook niet. Ik zou iedereen die iemand in de omgeving heeft die het zwaar heeft met haar of zijn baby op wat voor manier dan ook, willen adviseren om eens ongevraagd hulp te bieden. Al is het een pan eten langs brengen, een keer de baby (of het oudere kindje) een paar uurtjes meenemen, een stofzuiger door het huis halen, een luisterend oor bieden, wat dan ook. Alle kleine beetjes helpen.

Ik houd wèl van mijn kinderen!

Gelukkig kan ik, ondanks dat ik nog niet helemaal hersteld ben, zeggen dat ik zielsveel houd van mijn beide kinderen en blij ben dat ik hun moeder mag zijn. Zij zijn het allerliefste, dierbaarste en belangrijkste in mijn leven. Hoe ik me voelde staat totaal los van de onvoorwaardelijke liefde die ik voor mijn kindjes voel. Ik weet ik dat een postpartum depressie altijd over gaat. En dat wil ik andere mama’s die dit doormaken nog eens extra op het hart drukken. Je bent een sterke vrouw en gaat deze strijd winnen! Je bent niet alleen en je gevoelens zijn niets om je voor te schamen. Maar je hebt wel hulp nodig, vraag deze hulp en praat over jouw gevoelens en gedachten.

Een depressieve moeder is niet – zoals velen wel zullen denken – de moeder die niet van haar kind houdt of niet voor haar kind kan zorgen. Sterker nog: vaak is er juist extreme overbezorgdheid en cijfert zij zichzelf compleet weg om wél die zorg te kunnen geven. De vrouwen die hun baby echt iets aan doen zijn zeldzaam. Dat maakt echter voor de depressieve, pas bevallen moeder de gedachten die zij hierover heeft niet minder angstaanjagend. In tegendeel: ze heeft gedachten die niet van haar zijn en daarom maakt dit juist extra bang. Het laatste wat zij wil, is haar kindje wat aan doen.

Ik zal mijn kinderen later vertellen dat ik door het schrijven van dit stuk heb geprobeerd andere mama’s te helpen om te zorgen dat er niet meer zo ongemakkelijk wordt gedaan over psychisch lijden en dat ik heb geprobeerd een bijdrage te leveren aan het doorbreken van het taboe.

JANE DOE

2 gedachten over “Mijn postpartum depressie: Ik was boos op mijn baby”

  1. Wauw, ik herken dit zo erg! Mijn zoontje is nu 6 maanden en een “huil baby” of hoe je het ook wilt noemen. Reden onbekend. Ik heb daardoor ook een (postnatale) depressie. Ik vind het zo fijn om herkenning te lezen want ik voel me, net als jij, zo alleen hierin. Bedankt voor je blog! Ik hoop dat je je snel beter voelt. Liefs , Audrey.

    Beantwoorden

Plaats een reactie