Deze Jane Doe schrijft met haar minireeks over haar postpartum depressie. Hieronder staat het eerste deel.
Deel 1: Er was bij mij sprake van een missed abortion
Mijn vader zou snel overlijden
Kort na de missed abortion kregen wij verschrikkelijk nieuws. Mijn (stief)vader bleek uitgezaaide longkanker stadium 4 te hebben. Het was onbehandelbaar. Behandelingen zouden gericht zijn op tijd winnen en niet op herstel. Een rare tijd brak aan. Soms kreeg ik de indruk dat hij toch nog behandelbaar was, omdat hij daar zelf soms zo over sprak. Eind september hadden wij een reis gepland staan naar Australië voor 3.5 week. We hebben getwijfeld of we moesten gaan en dat ook met mijn stiefvader besproken. Uiteindelijk kozen we om te gaan en nauw contact te houden met het thuisfront.
Ik kon het verdriet van mijn moeder niet aanzien
Een maand na onze terugkomst overleed mijn stiefvader. Ik was daar samen met mijn moeder, zusje en vriend bij. Hij stierf uiteindelijk aan een complicatie: een geperforeerde darm. Hij heeft zo afgrijselijk veel pijn gehad, dat hij gesedeerd was en in zijn slaap overleed. Ik had nog nooit iemand waarvan ik hield voor mijn ogen zien sterven. Het was onrealistisch. Wij hadden zoveel verdriet, maar mijn eigen verdriet was niet hetgeen mij het meeste raakte. Het verdriet van mijn moeder was ondraaglijk. Verschrikkelijk om je moeder zo te zien. We leefden een maand lang in een soort bubbel: ik sliep veel bij mijn moeder thuis.
We hadden hulp nodig bij het maken van een kindje
Na een poosje moest het gewone leven weer verder gaan en ging ik weer thuis slapen en aan het werk. Wij waren in de tussentijd ook bezig met onze zwangerschapswens. Een jaar na de missed abortion was ik niet opnieuw zwanger en belandden wij in een medisch traject. Wij bleken een klein beetje hulp nodig te hebben voor een zwangerschap. We zijn toen gestart met IUI (kunstmatige inseminatie, met de zaadjes van mijn eigen vriend). Ik begon met het spuiten van hormonen om grotere en mooiere eitjes te hebben en sloot elke “ronde” af met een ander hormoon om de eisprong op te wekken. Zo wist de gynaecoloog precies op welk moment de zaadjes van mijn vriend in mijn baarmoeder gebracht moesten worden. Dat spuiten van hormonen heb ik onderschat. Op zich went het injecteren van jezelf vrij snel, maar die hormonen… Dat was een ander verhaal. Ik werd er moe en labiel van. Ik heb altijd al last gehad van hormoonschommelingen rondom mijn menstruatie en zeker met verschillende anticonceptie middelen, maar dit was echt heftiger.
De vierde poging was raak!
Na drie mislukte pogingen kreeg ik de optie om een foto van mijn baarmoeder te laten maken met behulp van een contrastvloeistof. Hiermee beoordelen ze onder andere de toegankelijkheid van je eierstokken. Dit doet de arts met een vloeistof, wat als neven effect heeft dat een mogelijk bevrucht eitje makkelijker zou kunnen innestelen. Ik keek daar enorm naar uit en had al mijn pijlen daar op gericht. Het kwam slecht uit in de agenda van het ziekenhuis en hierdoor zouden we een cyclus missen. Dat voelde voor mij als een verloren kans. En geloof me: als je eenmaal in zo’n traject zit draait alles daar om. Dus we vroegen of we voor die tijd nog één IUI konden doen. Dat was mogelijk. En die IUI4 was raak!
Ik sliep slecht en mijn angst werd groter en groter
Ik was zwanger. Ik was ontzettend blij. En gelijktijdig ontstond er een hele grote angst. “Wat als het weer mis gaat?”, dacht ik. De angst voedde zich steeds meer. Ik kon het niet los laten. Ik sliep slecht, door al het piekeren. Naarmate de zwangerschap vorderde hadden de vele nachtelijke toiletbezoeken ook effect op mijn slaap. Daarnaast had ik een nieuwe functie op mijn werk en waren we thuis bezig met een verbouwing om ons huis geschikt te maken voor de komst van ons baby’tje. In de weekenden stond ik uren te schilderen. Ik sliep op een gegeven moment niet langer dan 1 uur aaneengesloten en vaak maar 4 of 5 uur per nacht. Ik werd steeds labieler en somberder. De angst kreeg nóg meer ruimte om te groeien. Met 34 weken zwangerschap mocht ik eindelijk met verlof.
Gebroken vliezen met 35 weken
Een kleine week later zat ik ’s avonds met mijn vriend op de bank. Ik voelde op een gegeven moment dat mijn broek helemaal nat en warm werd. Ik wist zeker dat ik niet aan het plassen was. Ik stond op om naar de wc te lopen en zei tegen mijn vriend: “Het is helemaal mis en ik verlies enorm veel bloed of ik verlies vruchtwater”. Ik was toen 35 weken en 3 dagen zwanger. Een beetje te vroeg om aan een bevalling te beginnen. Op de wc zag ik dat het geen bloed was, dus het moest vruchtwater zijn. Wij belden de verloskundige en zij kwam bij ons thuis. Zij vertelde dat ik inderdaad vruchtwater verloor en dat ze mij moest overdragen aan het ziekenhuis.
Diezelfde avond zocht ik gauw wat spullen bij elkaar om naar het ziekenhuis te vetrekken. Ik was totaal niet voorbereid. Het was veel te vroeg en ik wilde thuis gaan bevallen. Eenmaal in het ziekenhuis werd er een CTG gemaakt om te kijken hoe het met de baby ging. Gelukkig ging het met haar goed (wij wisten toen nog niet dat we een dochter zouden krijgen). Ik moest wel blijven. Het was te vroeg om te bevallen. Bedrust moest voorkomen dat ik weeën zou krijgen. Na één nacht in het ziekenhuis mocht ik naar huis met als advies complete bedrust en iedere ochtend melden voor een CTG.
Wat was nou het beste voor mijn baby?!
Die volgende ochtend vertrokken wij naar het ziekenhuis voor de CTG, tevens werd een echo gemaakt. Hieruit bleek dat de baby niet meer vast in mijn bekken zat, maar omhoog was gegaan waardoor er een risico was dat de navelstreng naar buiten kon en afgekneld zou worden door het hoofdje. Dat zou een levensbedreigende situatie zijn voor de baby. Ze wilden me in het ziekenhuis houden. De dagen die daarop volgden waren eenzaam en angstig. Hoewel mijn vriend elke dag minstens één keer langs kwam (en lang bleef) en ik ook veel bezoek kreeg van familie en vrienden, waren de momenten alleen vreselijk en de nachten ook. Tijdens mijn verblijf op de afdeling heb ik vele gynaecologen en verloskundigen gezien die in het ziekenhuis werkten. En allemaal zeiden zij wat anders. Ik was al zo vreselijk onzeker en angstig en de tegenstrijdige adviezen van verschillende specialisten hielpen hierbij niet. De adviezen waren van “nu alvast inleiden want het is nu lekker rustig op de afdeling” tot aan “geheel afwachtend beleid”. Ik wilde mijn baby niet in gevaar brengen met een infectie, maar ik wilde ook niet dat zij in een couveuse zou komen. Het was een duivels dilemma. Want ondanks alle adviezen lag de keuze toch bij mij. Ik kreeg veel te veel tijd om te piekeren, omdat ik ook regelmatig alleen was. Ik was nog steeds zo angstig, zo niet angstiger door de nieuwe situatie.
De dagen die volgden bouwde de spanning en onzekerheid steeds meer bij me op. Ik durfde amper naar het toilet in de angst dat de navelstreng er uit zou komen en ik mijn kindje in gevaar zou brengen. Mijn vriend zag alles wat realistischer en nuchterder in. Hij maakte zich vooral zorgen dat de baby te vroeg geboren zou worden en daardoor in de couveuse zou komen. We maakten samen de afspraak dat we in ieder geval tot 37 weken zouden wachten. Elke dag die voorbij was, voelde als een overwinning.
WORDT VERVOLGD…
JANE DOE