Wat wil ik?
Na mijn toezegging om te starten met bloggen bij Kids en Kurken, heb ik nagedacht over de onderwerpen waar ik over wil bloggen. Wat is mijn doel? Wil ik mijn verhaal van A tot Z delen, of is dat niet mijn belangrijkste doel van het bloggen? Sluit het aan bij de missie die ik op dit moment heb? Ik heb echt de voors en tegens van het bloggen tegen elkaar afgewogen. Uiteindelijk heb ik wel beslist dat ik voorlopig anoniem wil blijven. Ik wil het onbespreekbare bespreekbaar maken. Ik wil graag taboes doorbreken en dat kan ik op dit moment alleen wanneer ik nog even veilig met één been in de taboesfeer blijf hangen.
Ik heb al heel veel over de manier waarop ik mijn kinderen verloren heb geschreven. Ik denk dat het voor mij nu niet meer het belangrijkste is waar ik over wil schrijven. Ik heb zoveel meer te zeggen dan dat. Want het verliezen van één kind is een hele ingrijpende gebeurtenis, laat staan als dat er meerdere zijn, zoals mij overkwam. Het verlies op zich is heftig, maar ik vind persoonlijk dat alles wat daar bij komt kijken nog zwaarder is. De echte ellende begint pas na de uitvaart van je kindje, wanneer je écht met een onbeschrijfelijke leegte achterblijft. Wanneer je dus eigenlijk weer opnieuw moet leren leven. Ik denk dat ik jullie mee wil nemen in dat verhaal en gaandeweg lezen jullie dan het hoe en wat rondom mijn verlies. Oh, stel gerust je vragen als je iets wil weten. Dat mag.
Eenzaamheid
Toen ik zes jaar geleden mijn ongeboren dochter na een zwangerschap van bijna 31 weken verloor – door een knoop in de navelstreng – wist ik niet wat mij overkwam. Naast de shock van hoe snel het allemaal verliep, hoe het kon gebeuren en het enorme trauma van de bevalling, had ik een leegte die ik met niets op kon vullen. Mijn buik was leeg, maar de wieg en het ledikantje bleven ook leeg. Ik kon er ook niet goed over praten. Ik had simpelweg niet echt iemand waarmee ik kon praten. Mijn ouders waren er niet voor mij en ik was alleenstaand. Ik kon er af en toe wel met mijn zusjes of vriendinnen over praten, maar ik merkte al gauw een soort van “daar komt ze weer”-gevoel. Ik stopte met praten en daardoor voelde ik mij onwijs eenzaam.
Falen en schuldgevoel
Ik huilde mezelf elke avond in slaap. Ik zat opgesloten in mijn verdriet. Ik wist niet meer wat nu normaal was en wat niet. Of ik het wel goed deed, dat rouwen. Ik verlangde terug naar mijn oude leven. Mijn leven van voordat ik zwanger raakte. Ik wilde weer dat alles normaal was, het was nu zo’n puinhoop. Ik haatte mezelf. En het liefs wilde ik niet meer wakker worden. Ik voelde mij mislukt als moeder. Mislukt als vrouwI. Ik vond dat ik schuldig was aan het verlies van mijn mooie Emma. Want als ik eerder échte vasthoudende stampei had gemaakt bij de verloskundige, had het allemaal geen vijf dagen hoeven te duren. Dan had ik niet vijf dagen met de onzekerheid en de stilte in mijn buik hoeven leven. Misschien was ze dan nog wel te redden zijn geweest. Maar nu begin ik gelukkig zo langzamerhand te beseffen dat het mijn schuld niet was. Dat ze waarschijnlijk niet meer te redden was.
Rouwen en cliché-opmerkingen
Mijn rouwproces lijkt nu pas écht aan. Dit jaar is erger dan ooit en ik kan nog altijd niet mijn vinger erop leggen waardoor het komt. Misschien komt het juist doordat zowat iedereen in mijn omgeving zwanger is, of dat mijn kindje de leeftijd zou hebben als de kinderen in m’n directe omgeving. Dat ik daardoor zie wat ik moet missen en waar ik zó naar verlang. Of misschien komt het doordat ik op een basisschool werk en de stoeltjes van míjn kindjes in de kring mis. Misschien komt het doordat ik het écht zat ben dat ik van die botte, goedbedoelde cliché opmerkingen krijg met dat ik nog jong ben, of in ieder geval wél zwanger kan raken. En de vraag hoeveel kinderen ik heb, of wanneer ze nou toch eens komen. Dat ik de volgende ben, of dat ‘drie keer scheepsrecht’ is. Of wat dacht je van die eeuwige rouwconcurrentie? Nee, het is niet te verzachten door te zeggen dat de buurvrouw van je schoonzus, haar achternicht en daar dan weer de dochter van haar beste vriendin van een tweeling verloren heeft. Het is mijn verdriet. Mijn gevoel. En dat mag er zijn. Ik ben een mens en geen machine
Mijn missie
Alles wat ik hierboven beschrijf is de basis van mijn missie. Ik wil niet alleen vertellen hoe ik mijn kinderen verloor. Ik wil mensen vertellen hoe het is. Dat het niet ‘al zes jaar geleden is dat…’, maar dat het pás zes jaar geleden is. Pas, want ik moet er mijn hele leven mee zien te dealen. Ik moet dit tot aan mijn dood zien te dragen, te overleven. De pijn. Dag in dag uit. Elke dag loop ik wel weer tegen iets aan. De, soms botte, cliché-opmerkingen komen vaak voort uit onwetendheid. Ik wil daar een eind aan maken. Ik wil dat een ieder zich bewust is dat het vervullen van een kinderwens écht niet altijd makkelijk is. Mensen weten dat ergens wel, maar zijn zich er niet zo bewust van. Ik wil delen hoe erg het is als iemand je zegt dat je geen moeder bent, puur alleen omdat je kindjes niet fysiek bij je zijn. En ik wil zeker duidelijk maken dat het helemaal niet uitmaakt in welk stadium van je zwangerschap je was toen het mis ging. Ook na 10 weken zwangerschap is het een echt kindje. Ook dan ben je moeder en hou je van je kindje. Je verliest niet alleen een kindje, maar de hele toekomst. Ik wil laten weten hoe belangrijk het is om de namen te blijven noemen. Dat het niet eng is om te praten met iemand die één of meerdere kindjes verloor. Dat je iemand die dit alles overkomen is niet buiten moet sluiten van verjaardagen of babyshowers. Laat de keuze bij degene zelf, ga niet beslissen.
Ongeregeld zooitje
Deze eerste blog is een beetje een ongeregeld zooitje. Het springt van de hak op de tak. Maar dat is het rouwen ook. Dat verloopt niet volgens een strak schema weet ik nu, dat gaat ook op en neer en één stap vooruit om er vervolgens twintig weer achteruit te gaan. Ik hoop dat ik mijn missie kan volbrengen, of in ieder geval berusting krijg. Dat ik bewustwording kan creëren. Voor wat ik heb meegemaakt, wat andere vrouwen meemaakten. Dat ik het stilzwijgen kan verbreken. De schaamte weg kan nemen bij vrouwen die er niets over durven te delen en dus dat ze – net als ik in het eerste jaar – eenzaam en alleen met hun gevoelens worstelen. Het komt zo ongelofelijk veel voor. Meer dan besproken wordt. Het is tijd om voor mijn kindjes op te komen en ze te noemen.
Ze zijn het zó waard.
LAU
Ik weet niet goed wat ik moet zeggen, behalve bedankt.
Bedankt dat je mijn ongeboren kindjes erkent. (Ik was 10 weken zwanger van een tweeling toen ik ze verloor).
Een dikke knuffel, opdat je je misschien iets minder alleen mag voelen.