Mijn baby overleed met 41 weken

| ,

Mijn eerste kindje kwam vorig jaar maart dood op de wereld na 41 weken zwangerschap. Vier maanden later was ik terug op werk en stond ik een koffie te maken in de keuken van mijn kantoor. Mijn collega Paul kwam binnen, keek naar mijn buik en zei opgewekt: ‘Hey Gee, welkom terug! Wat heb je gekregen, een jongetje of een meisje?’ Ik had dit soort interacties verwacht. Ik werk voor een groot bedrijf en niet iedereen wist wat er was gebeurd, maar ik kroop desondanks in elkaar. ‘We hebben een meisje gekregen, maar ze is jammer genoeg overleden’, zei ik voorzichtig terwijl ik mijn tranen wegslikte. De schouders van mijn collega zakten zichtbaar. ‘Oh Gee, het spijt me zo, dat wist ik niet.’‘ Het geeft niet’, zei ik, ‘het gebeurt wel vaker.’ Dat was waar. Over de afgelopen vier maanden had ik die woorden zo vaak moeten zeggen tegen mensen die me heel enthousiast feliciteerden als ze mijn (ietwat) plattere buik zagen. De eerste weken na mijn geboorte wilde ik hierdoor niet eens mijn huis verlaten, zelfs niet om even een paar boodschappen in de supermarkt te doen. Bang om in de supermarkt geconfronteerd te worden door mensen die wilden weten waar mijn baby was. Bang om de schrik, en daarna het medelijden in hun ogen te zien, telkens maar weer. Omdat ik de woorden zo vaak moest zeggen dat ik er gewend aan raakte was ik er beter in geworden, hoe naar het ook telkens was. Ik dacht dat ik er zo goed in was geworden dat ik klaar was om terug naar werk te gaan. En nu, terwijl ik tegen tranen vocht in de personeelskeuken, vroeg ik me af of ik niet te snel terug was gegaan en of ik ooit wel echt klaar zou zijn. Mijn collega staarde naar de grond. Ik probeerde allerlei manieren te bedenken om de ongemakkelijke situatie te ontvluchten en probeerde wanhopig woorden te vinden die de drukkende stilte konden doorbreken. Ineens keek hij op en zag ik dat zijn ogen vochtig waren. ‘Mijn vrouw en ik hebben ook een stilgeboren kindje gehad, 35 jaar geleden’, zei hij zachtjes. De ongemakkelijkheid viel meteen weg. ‘Oh nee Paul’, zei ik, ‘wat vreselijk! Was het een meisje of een jongen?’ ‘Een meisje’, zei hij met een glimlach ‘We noemden haar Tania. Die naam heb ik al meer dan 30 jaar niet genoemd’.

Ik wil ook mijn verhaal delen

Ik denk vaak terug aan dit gesprek met Paul. Hoe bijzonder het was dat hij zijn verhaal met mij deelde. Hoe rauw het verdriet om Tania was, zelfs na 35 jaar. Hoe goed het voelde om een lotgenoot te vinden in die situatie en onze verhalen met elkaar te delen. Er is kracht in kwetsbaarheid en troost in luisteren naar elkaar. Daarom is ons verhaal belangrijk en voel ik dat ik het moet vertellen en delen, telkens weer. Voor mijn dochter, voor ons, en voor iedereen die het nodig heeft.

Een droomzwangerschap

Mijn zwangerschap was een droom. Een ‘fairy-tale pregnancy’, noemde mijn Australische dokter het, want ik voelde me zo goed dat mijn zwangerschap wel een spookje leek. Ondanks dat ik hoogzwanger was in februari, de heetste maand van het jaar in Karratha, noordwest Australië, één van de heetste plaatsen in de wereld. Ik woon daar met mijn Australische partner D’Arcy sinds mijn emigratie vanuit Nederland in 2010. Karratha is een relatief kleine plaats en het lokale ziekenhuis heeft niet de voorzieningen voor risicovolle geboortes. We hadden ons goed voorbereid, een hypnobirting cursus gevolgd en heel veel gepraat over wat we graag wilden en hoe we de geboorte voorstelden. D’Arcy was een beetje onzeker. Als een echte Australiër zag hij geboorte als een medisch proces en in de eerste instantie wilde hij het liefste een geplande keizersnee (zoals hij zelf ook was geboren).

We wilden een natuurlijke ziekenhuisbevalling

Ik wilde daarentegen alles zo natuurlijk mogelijk doen. Een kalme bevalling zonder pijnbestrijding en het liefst in het water. Ik geloofde dat dat de baby en mijzelf de beste start van ons leven samen zou geven. Als het aan mij lag was ik het liefst thuisbevallen net zoals mijn moeder van mij. Maar daar is Australië (en vooral afgelegen delen van Australië zoals Karratha) niet op voorbereid en daarom kozen we voor de gulden middenweg: Een natuurlijke ziekenhuisbevalling nadat we zolang mogelijk thuis zouden blijven. Na de hypnobirthing cursus stond D’Arcy ook veel zekerder in zijn schoenen rond het idee van een natuurlijke geboorte en begreep hij waarom het zo belangrijk was om ons kindje op die manier in de wereld te brengen.

Aan de CTG waren er al problemen, maar die werden niet opgemerkt

In de 40ste week van mijn zwangerschap voelde ik me nog steeds kiplekker. We waren iedere dag in het ziekenhuis voor check up’s en, ondanks dat ik een paar dagen overtijd liep, ging alles volgens het boekje. Omdat ik ik me zo goed voelde, zagen de dokters geen reden om de bevalling op te wekken. In overleg besloten we dat de volgende week te doen, mocht de bevalling niet natuurlijk beginnen. Op dinsdag (met 40 weken en 5 dagen) gingen we naar het ziekenhuis voor een CTG (hartfilmpje) voor de baby. Dit zou volgens de zusters ongeveer een half uur duren, maar na anderhalf uur lag ik nog steeds aan de machine. Een aantal zusters hadden naar de CTG-resultaten gekeken. Iedereen deed vrij laconiek en opgewekt. Na anderhalf uur haalden ze de banden van de machine van mijn buik en stuurden ze me naar huis omdat alles goed was. Achteraf weten we nu dat het toen al te zien was dat onze baby het moeilijk had, maar door een communicatiefout met de arts die verantwoordelijk was, gingen er geen alarmbellen af. Wij wisten hier natuurlijk niets van en gingen opgewekt naar huis, met het idee dat de bevalling nu echt elk moment kon beginnen.

Ik voelde me plotseling gejaagd en huilerig

In de nacht kon ik niet goed slapen. Ik voelde me gejaagd en huilerig. ‘Dat is normaal’, zei iedereen, ‘het betekent dat de geboorte dichtbij is.’ Die morgen besloot ik even in het zwembad te gaan en toen ik me daarna stond te drogen, voelde ik ineens vocht langs mijn benen druipen. Ik keek naar beneden en stond in een grote plas helder water. Zou dit betekenen dat mijn vliezen waren gebroken of had ik geplast? Ik was zo enorm zwanger dat ik het niet meer wist. Ondanks dat ik nog geen weeën voelde, belde ik het ziekenhuis en vertelde hen wat er was gebeurd. ‘Maak maar een foto en kom hier naar toe’, werd me aangeraden. Dus ik maakte opgewekt D’Arcy wakker en vertelde hem wat er was gebeurd. ‘Schat, ik heb net in mijn broek geplast of mijn vliezen zijn gebroken, laten we maar even naar het ziekenhuis gaan om te checken.’ Ik heb hem nog nooit zo snel zien opstaan. Voordat we naar het ziekenhuis reden maakten we snel een foto van de plas. Ik, met mijn enorme buik, ‘thumbs up’ over de plas.

Ik vertelde de zusters dat ik de baby niet veel meer voelde

In het ziekenhuis keek de zuster naar die foto en baseerde daarop dat mijn vliezen waren gebroken. Ze luisterde naar de baby’s hartslag en stuurde ons weer naar huis. De bevallig zou nu snel moeten beginnen. De volgende 12 uur waren erg spannend, maar ondanks dat we alles probeerden om de weeën op te wekken (wandelen, rooibos thee, sex en dansen), gebeurde er niets. Die nacht moesten we terug naar het ziekenhuis voor antibiotica, omdat mijn vliezen waren gebroken. Weer een gebroken nacht, maar we bleven positief. ‘Kom morgenochtend terug en dan maken we een plan’, werd ons door het ziekenhuis verteld. Die ochtend kwamen we terug voor nog een dosis antibiotica. Ik vertelde de zusters dat ik de baby niet veel meer voelde. ‘Dat is normaal’ stelden de zusters me gerust, ‘er is gewoon te weinig ruimte om te bewegen.’ Ze lieten ons de baby’s hartslag horen met de doppler. ‘Zie je wel, helemaal normaal’, verzekerden zo ons.

Mijn vliezen waren toch niet gebroken

Na de tweede lading antibiotica kwam de dokter langs. Hij vroeg me of er een test was gedaan om te bepalen dat mijn vliezen echt waren gebroken. Ik wist niet van zo’n test af en vertelde hem dat we de zuster alleen de foto van de plas hadden laten zien. Hij besloot die test toch te doen, omdat hij niet overtuigd was dat mijn vliezen waren gebroken. Ik liet het allemaal maar gelaten over me heen komen. De vermoeidheid van de afgelopen dagen begon me op te breken. De vruchtwatertest kwam negatief terug. Mijn vliezen bleken toch niet gebroken. ‘Sorry voor al de antibiotica’, werd ons verteld, ‘dat was achteraf niet nodig geweest.’ Het was ondertussen donderdag en de inleiding stond gepland voor de aankomende maandag. De dokter vroeg of ik nog steeds wilde doorgaan met het plan en dat wilde ik, hopend dat de bevalling natuurlijk zou beginnen dat weekend. We hadden een echo gepland voor de volgende dag, wat routine was voor een zwangerschap van een week overtijd. De dokter stuurde ons naar huis en zei dat we hem morgen weer zouden zien.

Ik voelde de baby nog steeds niet…

Die avond ging ik vroeg naar bed na 2 gebroken nachten. Ik probeerde genoeg slaap te krijgen om energie te hebben voor de aankomende geboorte. Voordat ik in slaap viel zei ik nog tegen D’Arcy dat ik de baby helemaal niet voelde. Hij stelde me gerust dat we die middag nog naar het hartje hadden geluisterd en de dokters zeiden dat alles goed was. Morgen zouden we de ‘kleine kurk’ (zoals we de baby nu liefkozend noemden) zien op de echo en hopelijk dit weekend in het echt ontmoeten. Ik viel gerust in slaap. D’Arcy had gelijk. Alles zou goedkomen.

Maar het kwam niet goed…

WORDT VERVOLGD…

GEJA

8 gedachten over “Mijn baby overleed met 41 weken”

  1. Lieve G,

    Wat ben ik ook verrekte groos op je. Dat je ondanks je intense verdriet de kracht vindt om jullie verhaal te schrijven zodat het ook weer tot troost/ hulp mag zijn van zoveel andere ouders die deze weg door moeten gaan.

    Love you,

    Mir

    Beantwoorden
  2. Gecondoleerd….
    Met geen pen te beschrijven….
    Tranen lopen over mijn wangen….
    Als ouders is dit zeer zwaar….

    Heel veel sterkte Xoxo

    Beantwoorden
  3. Dit verhaal raakt mij in mijn ziel
    De mama is namelijk onze enige dochter en zij was zwanger van ons eerste kleinkind
    Ik heb het verhaal al meerder malen gelezen, en krijg nog steeds een brok in mijn keel en tranen over mijn wangen
    Ondanks dat het niet goed kwam ben ik super trots op mama Gee papa D’Arcy en het allermooiste en liefste kleinkind dat we mochten ontvangen
    Hou van jullie

    Beantwoorden

Plaats een reactie