Shannen is een sterrenmama en vertelt haar verhaal bij ons in een minireeks.
Zie hieronder haar eerdere blogs:
Deel 1: Dagboek van een sterrenmama: Mijn verloofde ving pasgeboren Faith* op die 16 weken oud was
Deel 2: Faith* is geboren met 16 weken, we legden haar gauw in een bak water
De volgende ochtend werden we om 08.00 uur door een verpleegkundige wakker gemaakt. We lagen super diep te slapen. Er heerste namelijk ook een soort rust omdat de bevalling achter de rug was. Ik was zo rustig dat ik mezelf er bijna schuldig om ging voelen. Maar nu gingen we naar de volgende stap; afscheid nemen als sterrenmama.
We kregen als sterrenouders een aparte ruimte
De verpleegkundige kwam kijken hoe het ging en ik voldeed aan de criteria om naar huis te kunnen gaan. We begonnen met opruimen van de kamer en mijn verloofde – nu inmiddels man – belde de gemeente om onze dochter aan te geven. Ze hadden een aantekening gemaakt dat het over een stilgeboorte zou gaan, zodat wij een aparte ruimte zouden krijgen. Toen was het wachten totdat het ziekenhuis mijn ontslagpapieren had geregeld en de papieren zodat wij Faith in onze auto mochten vervoeren voor als de politie ons zou aanhouden.
Mijn dochter in een waterbakje
Op het moment dat wij klaar waren met inpakken, drukte ik op het knopje zodat de verpleegkundige zou komen. Ze mocht van mij Faith gaan halen, dan kon ze mee in haar mandje. De verpleegkundige kwam terug met Faith in haar waterbakje en vroeg of ik haar zo mee wilde nemen, of in haar mand “op het droge”. We besloten voor de tweede optie te gaan. Beetje normaal, voor zover het normaal was. Ik wilde alleen wel het bakje meenemen naar huis, zodat ze daar thuis ook nog in kon liggen. Ze legde mij uit hoe wij Faith dan het beste “op het droge” konden leggen, want haar huidje was nog super teer en kon gaan vastplakken aan droge oppervlakten.
Daarna kreeg ik nog uitleg over het kraamverband, het spuitflesje die ik moest gebruiken na het gebruik maken van de wc, ik kreeg onderleggers mee en een lijst met symptomen voor waarvoor ik het ziekenhuis of mijn verloskundige zou mogen bellen. Wij hadden er namelijk voor gekozen om geen gebruik te maken van de kraamzorg. Vanwege alle uitleg kwam het gevoel weer dat de hele wereld op me af kwam, de regelmodus moest dus weer aan.
Met opgeheven hoofd het ziekenhuis verlaten
We waren klaar voor vertrek. Mijn verloofde haalde een rolstoel en we kregen de keuze hoe we het ziekenhuis wilde verlaten. Via de normale in- en uitgang of via de nooduitgang, zodat we zo min mogelijk mensen onder ogen hoefden te komen. Mijn verloofde vond alles goed. Ik mocht kiezen. Zonder na te denken koos ik voor de normale in- en uitgang. De verpleegkundige vroeg of ik het zeker wist. Ik zou dan veel mensen onder ogen moeten komen met Faith in haar mandje op schoot. Ik was er zeker van! Ik moest van mezelf met opgeheven hoofd het ziekenhuis verlaten. Er was niks waarvoor ik me moest schamen en mensen mochten best zien dat niet alle kinderen levend het ziekenhuis verlieten. Zij mochten mij of eigenlijk ons onder ogen komen, niet andersom! De verpleegkundige vond het dapper, maar benadrukte dat ik niemand iets verplicht was en mezelf echt niet zo sterk hoefde te houden. Nee dat was zeker waar, maar elke vezel in mij riep dat ik dit moest doen, dus zo gingen we het ook doen.
Mensen keken met schrik in hun ogen
Mijn verloofde ging vooruit om de auto te halen en de verpleegkundige zou mij naar beneden brengen. Ik kan mij nog herinneren hoe het gevoel was toen al die mensen naar mij keken. Schrik in hun ogen, medelijden, maar ook verrast dat ik met een overleden baby op schoot liep. Ik deed alsof ik er niks van merkte en bleef in gesprek met verpleegkundige. Hoe ik mezelf zo sterk heb weten te houden, geen idee… Maar het was mij gelukt. En op een gegeven moment zag ik in de verte mijn verloofde de auto parkeren en uitstappen. Ik kreeg voor het eerst een heel trots gevoel. We hadden dit toch maar even gefixt.
Waar moesten we Faith laten?
De verpleegkundige hielp mij in de auto en zette het mandje met Faith achterin. Waarnaar mijn verloofde haar vast zette. Dat voelde ook even als een “normaal” momentje. Mama die instapte, papa die alles verzorgde en een beetje lichtelijk gespannen was. Het was fijn om mezelf even “normaal” te voelen. Eenmaal aan het rijden zei mijn verloofde: “Jeetje, ik betrap mezelf erop dat ik super voorzichtig aan het rijden ben. Best stom, want er kan nu nog weinig gebeuren.” Waarop ik moest lachen en zei: “Haha, de papagevoelens zijn bij jou dus ook duidelijk aanwezig. Als je rustig wil rijden, lekker doen!”.
Het ritje naar de gemeente was kort, maar toen we de auto gingen parkeren kwamen voor een dilemma. Wat doen we met Faith? In de achterbak zetten? Nee! Zeker niet, het is geen ding. De inschrijving zou niet langer dan 15 minuten duren, dus we besloten even te dubbel checken of het mandje dicht zat. We stonden in een donker hoekje in de parkeergarage, dus we lieten haar even zo in de auto staan. Met haar de gemeente inlopen in zo’n mandje en dan nog wachten in de wachtkamer, nee daar keek ik wel tegenop.
Een hoopje ellende
Ik werd een beetje dol van alles. Ik was behoorlijk wat bloed verloren, maar ik hoefde net geen transfusie, dus mijn lichaam moest hard werken. De ambtenaar kwam direct met het drinken en ze nam meteen alles met ons door. Jeetje wat was dat emotioneel. Ik kon amper Faith haar complete naam of tijd van geboorte en overlijden uitspreken. Mijn verloofde nam het even van mij over. Ik was op dat moment echt even een hoopje ellende en wilde zo snel mogelijk naar de auto om weer bij mijn kind te zijn. Ik denk dat die vrouw het door had, want we kregen al snel de officiële papieren en kregen uitleg dat het inschrijven in het basisregister op eigen moment gedaan kan worden. We moesten alleen bij het crematorium doorgeven dat Faith officieel ingeschreven stond, want dan moest het daar ook via alle officiële kanalen. “Prima, bedankt. Kunnen we nu gaan?”, dacht ik. En al snel mochten we gaan en wenste ze ons veel kracht toe.
– Doodgeboren – het kwam binnen
Onderweg naar de auto nam ik de tijd om de papieren goed door te nemen en toen zag ik het woord doodgeboren staan. Wat in mijn hoofd als – DOODGEBOREN – overkwam. Daar kwamen de tranen en het besef wat we eigenlijk hadden meegemaakt en wat we nog mee gingen maken. Ik was blij dat we als gezinnetje in de auto zaten, naar huis.
Onderweg naar huis zei ik dat ik toch een grotere condoleance wilde doen dan dat we voor ogen hadden. Wij wilden namelijk alleen de directe familie erbij, maar mijn gevoel wilde trots zijn op mijn kind en dat meer mensen haar zouden leren kennen. Zodat als ik over haar zou praten mensen ook wisten wat wij bedoelden. Mijn verloofde was het ermee eens en zou thuis een berichtje eruit doen in de 2 groepsapps die wij hadden met onze aanspreekpunten, familie en vrienden. Ergens moesten we namelijk een streep trekken over wie er wel en niet konden komen, want wij wilden ook zelf tijd met Faith doorbrengen.
In de volgende blog vertel ik je hoe onze condoleance dagen zijn gegaan.
SHANNEN