De nacht van donderdag op vrijdag ga ik om 03.00 uur naar mijn bed
Ik lig al een uur te draaien en te woelen en wil mijn man niet onnodig wakker maken. Waggelend loop ik de trap af om een kopje thee te zetten en ik installeer me op de bank. Met buikpijn. Zou dit het zijn? Ik ben inmiddels drie dagen over tijd en er goed klaar mee. Mijn zwangerschap is perfect verlopen, maar mijn buik is groot, heel groot en zwaar en mijn ongeboren meisje is nog steeds niet ingedaald. Om die reden heb ik op verzoek van mijn verloskundige vorige week een bezoek gebracht aan de gynaecoloog, om even te checken of er een speciale reden is dat ze nog niet is ingedaald. Mijn bekken lijkt wat smaller dan gemiddeld en haar hoofdje iets groter dan gemiddeld, dat zou het indalen kunnen bemoeilijken, maar hoeft niet persé een obstakel te zijn voor de bevalling. Weeën kunnen de indaling alsnog faciliteren.
Die nacht slaap ik niet
Mijn buik doet pijn maar ik kan geen weeënstructuur ontdekken, dus laat ik mijn man nog maar even rustig slapen. Als hij om 07.00 uur ‘s ochtends naar beneden komt, omdat hij me naast zich mist, is de buikpijn toegenomen. Ik besluit om toch maar weer even in bed te gaan liggen, daar lig ik comfortabeler. Een half uurtje later hoor ik letterlijk iets knappen en er gutst water langs mijn benen. Dit is het, dit zijn gebroken vliezen, dat kan niet missen! Al weken probeer ik me voor te stellen hoe het is om vliezen te breken. Zou ik het herkennen? Ik ben er ietwat obsessief mee bezig, omdat me met klem op het hart is gedrukt dat ik acuut moet gaan liggen wanneer mijn vliezen breken. Aangezien de baby nog niet is ingedaald kan dat namelijk gevaarlijke gevolgen voor haar hebben. De navelstreng kan klem komen te zitten, omdat ze door het gebrek aan water te snel kan zakken.
Ik gil naar beneden: “Bel de verloskundige en breng wat handdoeken.”
Gespannen lig ik in bed. Ik durf me niet te bewegen. Ik wil ons meisje niet in gevaar brengen. Na een uur (!) staat de verloskundige op de stoep. Ik lig te trillen op een doorweekt bed als ze voelt dat ons dochtertje inmiddels toch is ingedaald. Nog wat angstig sta ik op. Ik moet er op vertrouwen dat ik met het opstaan mijn kleine meisje niet in gevaar breng. Met hevige buikpijn begeef ik me richting de douche om me schoon te spoelen. De verloskundige vertrekt weer met de boodschap haar weer te bellen als ik om de drie minuten weeën heb. De buikpijn neemt verder toe. Ik begin een patroon te ontdekken. Om de 10 minuten, om de 7 minuten, maar nog niet om de 3 minuten.
‘s Middags word ik gebeld
De verloskundige wil toch graag even dat ik naar het ziekenhuis ga voor een CTG. Ze willen haar hartje checken. Daar ben ik stiekem erg blij mee. Een uur lang lig in aan de CTG. Alles is in orde. Met serieuze weeën, maar nog niet om de drie minuten, word ik weer naar huis gestuurd. Op de terugweg rijden we langs een feestlocatie. Ik ben zangeres, mijn man is gitarist en maanden geleden hadden we samen besloten dat hij een optreden voor vanavond aan zou nemen. Het zou immers ook goed kunnen dat ik weken eerder of later dan de uitgerekende datum zou bevallen. We hadden duidelijk geen benul wat voor impact deze weken op ons zouden hebben. Ik blijf in de auto zitten, met weeën. Hij bouwt de geluidsinstallatie op voor de invalgitarist. Gelukkig waren we wel zo slim geweest iemand standby te zetten.
24 Uur gaan voorbij
Ik mag maar maximaal 24 uur met gebroken vliezen rondlopen, daarna neemt de kans op infectie bij mijn dochtertje te veel toe en moet ik naar het ziekenhuis. Op de parkeerplaats komen we een bekende tegen, maar ik ben een kermende zombie en er kan even geen vriendelijke begroeting vanaf. Wanneer er geconstateerd wordt dat ik nog steeds op 1 centimeter zit en in de douche van het ziekenhuis bijna onderuit ga besluit ik samen met mijn man voor een ruggenprik te gaan. Daar is iedereen het snel over eens en niet heel veel later word ik naar beneden gereden. De anesthesist blijkt ons via via ook te kennen en de verpleegkundige heeft ons weleens zien optreden. “TOP”, denk ik, “zet die prik nou maar.” Dat gebeurt en een vlaag van verlichting valt over mee heen. Wanneer de verpleegkundige met een waterijsje aan komt lopen kan ik haar wel zoenen. Ik heb de hele dag nog niets gegeten want alles maakt me misselijk en ik heb al verschillende keren over moeten geven. Maar dit waterijsje, daar heb ik zo veel zin in.
De ruggenprik haalt gelukkig direct de scherpe kantjes van de pijn weg
Omdat mijn ontsluiting niet op schiet en ons dochtertje al te lang droog ligt, besluiten de artsen wee-opwekkers toe te dienen om de ontsluiting sneller op gang te brengen. Hierdoor worden de weeën echter een stuk heftiger. De vloeistof van de ruggenprik blijkt langzaam naar één kant in mijn lichaam te zijn gezakt waardoor ik de weeën in mijn andere been weer heel erg goed voel. Daarnaast komt mijn lichaam in een hyperstand en ik begin heel erg te shaken. De ontsluiting schiet hierdoor gelukkig wel op, binnen een half uur van 1 naar 4 centimeter en een uur later zit ik op 7 centimeter. Wanneer ik de 10 centimeter bereik is er een dienstwisseling en met een onbekende verloskundige en verpleegkundige. Ik mag beginnen met persen. Anderhalf uur pers ik, maar met een half verlamd been is het lastig. Na een spoedoverlegje wordt om 19.17 uur na een knip en met behulp van een vacuümpomp ons wondertje Ivy geboren. Een flinke meid van 4085 gram en 52 centimeter. Wanneer ze haar op mijn borst leggen, huil ik van blijdschap, liefde, maar ook van vermoeidheid en opluchting. Mijn man heb ik nog nooit zo verliefd zien kijken. De tijd lijkt stil te staan. Dit moment willen we voor altijd vasthouden. Wat zijn we ontroerd en geraakt. Wat was het een bevalling…
ROMY