Kort na de eerste verjaardag van onze oudste dochter Joanne besloten Tim en ik ervoor te gaan. We waren klaar om een nieuw mensje in onze armen, maar vooral in onze harten te sluiten. Al na twee cycli hadden we tegen al onze verwachtingen een positieve zwangerschapstest in onze handen. Midden maart 2020 zouden we ons tweede kindje mogen verwelkomen. We kozen voor de NIPT en kregen met 12 weken het verlossende telefoontje. Onze tweede dochter (ik voelde altijd dat het alweer een meisje zou zijn) testte negatief op de 3 trisomieën. We stuurden het heugelijke nieuws de wereld in en droomden van ons gezin van 4. Mama en papa van twee dochters. Mijn tienerdroom ging in vervulling.
Mijn zwangerschap
De zwangerschap verliep, net zoals bij Joanne, vlekkenloos. Ons kindje groeide goed, ze bewoog veel en ook met de 20 weken echo zag alles er tip top uit. Een roze wolk. Wat genoot ik van dat zwanger zijn en met name van dat nonstop getrappel. Alle nornale ongemakken die bij een zwangerschap komen kijken, vielen in het niet in vergelijking met het gevoel van intens geluk dat ik elke dag beleefde met haar, gehuisd onder mijn hartslag.
Een wolk van een baby
Mijn meisjes moeten het enorm leuk gevonden hebben daarbinnen, want ze overschreden beiden de grens van 40 weken. Bij mijn tweede zwangerschap werd ik uiteindelijk met 41+4 dagen ingeleid op 27 maart. Na 9 maanden dromen over en verlangen naar, was ze daar: Marlee. Een baby van 3,600 kilogram, desalniettemin 500 gram lichter dan haar grote zus. De bevalling ging vlot. Ze was intens en veel pijnlijker dan de eerste keer. Maar Marlee was er. Gezond en wel volgens de artsen, met een apgarscore van 9/10. Bij de geboorte huilde ze twee keer, heel erg kort en zacht. Ik legde haar bij mijn borsten en ze werd meteen rustig. Zo rustig dat het me zorgen baarde. Haar zus zette 2,5 jaar geleden namelijk heel de bevallingsruimte op z’n kop. De vroedkundigen dachten dat ze te moe was om bij me te drinken. Maar tegen alle verwachtingen in, was ze, net zoals haar zus, een natuurtalent aan de borst. Ze dronk wel 1,5 uur. Daar lagen we met z’n drieën. We stonden aan de start van een nieuw avontuur als gezin van vier. Nog even bijkomen en zo snel als kon naar huis. Naar onze cocon met Joanne. Ik was drie dagen na de nationale lockdown in België uitgerekend. En met elke dag die ik overtijd ging, werden de maatregelen strenger en strenger. Het verdict was hard: geen bezoek in het ziekenhuis, zelfs niet van onze oudste dochter die stond te popelen haar zusje te verwelkomen. Onze geboortefotograaf moest ook geannuleerd. Onze familie en vrienden maakten kennis met Marlee via FaceTime. En toch toch kon ons geluk niet op. Na amper 48u stonden we thuis met een baby die het voortreffelijk deed. De borstvoeding kwam vlot op gang. Marlee kwam na 1 dag alweer aan! De ontmoeting tussen de zusjes staat als vandaag nog op mijn netvlies gebrand als het mooiste wat ik ooit mocht ervaren. De onvoorwaardelijke liefde die wij als ouders voor Marlee koesterde, nam Joanne als 2-jarige peuter zonder aarzelen over. De roze wolk was groot, fluffy zelfs. Ze leek op het eerste gezicht onverwoestbaar. Tot ze, tegen al onze verwachtingen in, al na twee weken haar eerste scheurtjes liet zien.
Haar gehoortest was niet goed
We werden bij het consultatiebureau verwacht voor een gehoortest. Iets waar ik bij Joanne heel erg zenuwachtig voor was. Maar hoe cliché het ook mag zijn, bij een tweede kindje durf je de routine-onderzoeken toch wat meer los te laten. Het verbaasde me dan ook, dat de verpleegkundige ons meedeelde dat de test bij één van haar oortjes een afwijkend resultaat opleverde. We werden doorverwezen naar een specialistische afdeling in een nabijgelegen ziekenhuis voor een uitgebreid onderzoek. Zeven lange dagen gingen voorbij. Vanuit alle richtingen werden we gerust gesteld. Door de vlotte bevalling zou ze wat vocht achter haar trommelvlies kunnen hebben. We leefden vol goeie moed, hoopvol naar het onderzoek toe. Maar dat eerste onderzoek was tegen alle verwachtingen in ècht niet goed. Ze stelden tot 80% gehoorverlies vast, alsook een grote hoeveelheid vocht achter beide trommelvliezen. We zouden de test vanaf dan elke 2 a 3 maanden herhalen om hopelijk ooit haar oren vochtvrij te krijgen en een werkelijke gehoordrempel te bepalen. Jammer genoeg, bleef het daar niet bij…
Een stemmetje zei me dat het niet goed zat
Het was juni. Het goede weer gaf me zoveel energie. We mochten opnieuw wat meer mensen zien en het deed me deugd met Marlee te pronken. Eindelijk konden we haar snoetje met de wereld delen! Ons hart vol van liefde. Marlee was drie maanden oud en ik merkte dat ze op grofmotorisch gebied haar tijd nam. Alles kwam wat later op gang en Marlee leek het gros van de tijd gewoon tevreden te zijn. Ze had weinig interesse in speelgoed, laat staan dat ze zich zou inspannen om naar die speeltjes te grijpen. Onze dichte familie en vrienden stelden ons gerust. Joanne was een motorisch wonder gezien zij haar mijlpalen altijd ver vooruit was. “Elk kind is anders”, “elk kind ontwikkelt op zijn of haar eigen tempo”, “geef haar wat meer tijd”, hoorden we regelmatig. Ik kon op geen 10 handen meer tellen hoeveel mensen geprobeerd hebben me te sussen. Maar ken je dat stemmetje in je hoofd? Alom bekend als ons ‘moedergevoel’. Nou, dàt stemmetje riep me altijd terug met mijn voeten op de grond. Het fluisterde (spreekwoordelijk) dagelijks in mijn oren dat er iets niet pluis was.
Moeite met ademen en een lage spierspanning
Begin juli werd Marlee plots flink ziek. Het startte als een verkoudheid, die al snel op haar bovenste luchtwegen sloeg. Ik vertrouwde het niet en navigeerde richting spoedafdeling, omdat ik vond dat ze wat moeite had met ademen. Enkele (bloed)onderzoeken later mochten we alweer naar huis. Haar longen waren ‘ok’ en gezien de borstvoeding zou ze zelf tegen de venijnige beestjes moeten kunnen vechten. Echter na drie weken vechten zagen we weinig verbetering. Toch nog maar eens een afspraak bij de pediater. Nietsvermoedend veranderde er die dag al veel voor mij, als ik erop terugkijk. Die dag zou iemand voor het eerst mijn bezorgdheid aanhoren. Meer zelfs, de arts die ons verder hielp sprak haar bezorgdheid uit met betrekking tot de lagere spiertonus van Marlee en de weinig aanwezige hoofdstabiliteit. Een half uur later hing ik aan de lijn met gespecialiseerde bobaththerapeuten met de vraag ons voor drie weken verder te helpen. Zo zouden we kunnen zien of wat extra stimulatie misschien simpelweg de oplossing was voor de ontwikkeling van Marlee. We zouden na drie weken evalueren!
Enorme vooruitgang
We kwamen terecht bij Christine. Een dame van goud met heel wat ervaring binnen het bobath-segment. Doodeerlijk, uitermate oprecht en direct. Ze nam geen blad voor haar mond. Lief voor mij, maar vooral, lief en innemend in haar interactie met Marlee. We gingen tweemaal per week gedurende bij haar langs. Ze leerde me hoe ik Marlee kon stimuleren door haar in tal van houdingen te positioneren en met haar te spelen. Na drie weken tijd evolueerde Marlee van een baby met beperkte interactie en die haar hoofd nauwelijks kon controleren, naar een vrolijke meid, die brabbelde, haar hoofd in buiklig kon tillen en die vooral onwijs was aangesterkt op het gebied van stevigheid. Een evolutie waar we enkel hadden van kunnen dromen. Na een extra controle bij de neuroloog kregen we met vier maanden verlossend nieuws: Marlee ontwikkelde trager, maar binnen de grenzen van wat ‘normaal’ en ‘gemiddeld’ is. Doorsnee… Ik was nog nooit zo blij met doorsnee. Tranen rolden over mijn wangen. Dat moedergevoel van mij, had nogal fel overdreven. Terug naar onze roze wolk. Ik bleef namelijk nog drie maanden thuis. Die schade gingen we wel inhalen. Ik zou, de tijd die ons restte, enkel en alleen nog maar benutten door te genieten. We besloten de kinesitherapie wel te laten doorlopen, gezien dat Marlee zo goed had gedaan.
Het voelde nog steeds niet goed
Dat moedergevoel van mij liet me maar niet los. Ik denk dat ik dat gevoel van extase een tweetal dagen heb kunnen vasthouden. Het stemmetje kwam al snel terug. “Zou er nog iets meer spelen?” Wat me vooral zorgen bleef baren was dat ze, ondanks de extra stimulatie thuis en bij de kinesiste, trager dan gemiddeld bleef ontwikkelen. Het leek, alsof alles haar zoveel meer energie kostte. Terwijl dit bij Joanne altijd zo erg vanzelfsprekend ging.
En toen ging het compleet mis…
Het bleek de stilte voor de storm. Rond de leeftijd van 6 maanden werd Marlee op 4 oktober wakker met koorts die bijna 40 graden aangaf. Zonder enig klinisch symptoom. Wel was ze heel suf, draaiden haar oogjes soms weg en was ze weinig alert. Mijn moedergevoel schreeuwde het uit: ‘Dit is niet pluis!” We reden richting spoed. De eerste onderzoeken zagen er best oké uit. Echter, en daar ben ik de pediater van wacht nog altijd dankbaar voor, werd er geluisterd naar wat mijn mamahart schreeuwde. We werden opgenomen voor 48u observatie. En laat dat nu net Marlee’s redding zijn geweest.
THAINI