Mijn tweede zwangerschap. Zo bijzonder dat ik dit nogmaals mee mocht maken. Dat het ons toch weer was gegund. Wat een geluk, een broertje voor ons zoontje van 2,5, Diyari. Mijn zwangerschap ging tot aan week 28 van een leien dakje. Ik voelde mij goed, zat vol energie en kon echt genieten van dat getrappel in mijn buik. Tot aan 2 november 2020.
Het auto ongeluk
Het was een mooie zonnige dinsdagmorgen om 7:30 uur. Ik reed in mijn auto naar mijn werk. Ik benaderde de kruising waar ik groen licht had, maar ik keek toch even of de kust veilig was. Op dat moment zag ik dat er op rechts ineens een auto langzaam begon gas te geven. Het stoplicht stond voor haar op rood. Ik reed op dit moment met 80 kilometer per uur recht op haar af. Het enige wat in mij op kwam was dat ik mijn rem vol in moest trappen en haar moest zien te ontwijken. Ik riep alleen maar: “Godver, godver”. Er stond paniek in mijn ogen. Ik trapte zo hard als ik kon op mijn rem, maar het was al te laat. Ik klapte vol op haar auto en kwam vervolgens tot stilstand. Haar auto maakte een spin en kwam vervolgens midden op de kruising. Een moment stilte was daar. Ik kon alleen maar denken aan de baby in mijn buik. Ik voelde met mijn hand op mijn buik, maar ik voelde niks. Het was hard, heel hard! De gordel had zijn werk gedaan. Ik had verder geen verwondingen, maar de gordel stond strak bij mijn onderbuik. Ik heb direct het alarmnummer gebeld. De ambulance kwam met spoed mijn kant op. Mijn auto was totallos, maar dat kon me niet schelen. Mijn kindje! “Wat als er iets is gebeurd met mijn baby’tje?”, dacht ik. Ik raakte overstuur en emotioneel. Ik dacht ook: “Wat bezielde haar?” De ambulance was er met nog geen 10 minuten. Ik zat nog altijd in mijn auto. Mijn portier was geblokkeerd door de klap. Ze hebben mij gelijk uit de auto bevrijd en meegenomen naar het ziekenhuis in de ambulance. Ondertussen heb ik mijn man gebeld, die net ons zoontje niets vermoedend naar de peuterspeelzaal aan het brengen was. Hij zou gelijk naar de eerste hulp gaan om ons op te wachten.
Op naar het ziekenhuis
In de ambulance kwam ik gelukkig weer wat tot rust, maar ik had nog altijd een harde buik. Eenmaal in het ziekenhuis stond mijn man ons op te wachten en daarbij een team van zo’n 8 a 9 man om mijn baby te controleren. Binnen enkele minuten hadden ze een echo gemaakt van ons baby’tje en hadden zij mij van top tot teen gecontroleerd. Het zag er allemaal goed uit, maar voor de zekerheid moest ik toch aan de CTG-scan en een nacht blijven ter observatie. De volgende dag mochten wij naar huis. Ons kleintje kon wel tegen een stootje en zat nietsvermoedend in mijn buik te trappelen. Ik was blij dat ik weer thuis was en bedacht me dat dit veel erger had kunnen aflopen als ik haar niet op tijd had gezien, zowel voor mijzelf als voor haar en haar dochter. Zij bleek uiteindelijk een black-out te hebben gehad. Ik denk dat iedereen zoiets kan overkomen. Er is gelukkig niemand gewond geraakt, dat is wat telt uiteindelijk. Ik had erna wel wat last van hoofdpijn en slapeloosheid.
Nóg een keer een positieve test
Waar ik dacht dat de klachten met mijn zwangerschap en het ongeluk te maken hadden, dacht mijn man er anders over. Hij dacht dat het misschien wel Corona kon zijn. Hij wilde graag dat ik een test ging doen, even voor de zekerheid. Ik deed er maar wat lacherig om. “Ik, Corona? Dat zal heus niet” Diezelfde avond heb ik nog een test gedaan en de volgende dag zou ik de uitslag krijgen via de mail. Die middag opende ik voor misschien wel de 16e keer mijn mail, want hoe nuchter ik ook ben, ik vond het toch wel een beetje spannend. Eindelijk was daar de uitslag. “U bent positief getest op COVID-19“. Ik geloofde het niet en ik heb de mail misschien wel vijf keer opnieuw gelezen. Ik moest in quarantaine. Na dag 4 van isolatie kreeg ik wat reuk- en smaakverlies gehad, maar deze kwamen snel weer terug. “Zo”, dacht ik “nu staat me nog één ding te wachten: de bevalling” Ik hoopte zo geen 42 weken aan te tikken, met een peuter van ruim 2,5 die al even in de “nee-fase” zat”.
De bevalling startte
In de nacht van 17 januari 2021 werd ik om 01:30 wakker, geen idee waarvan. Ineens was het moment daar. Mijn vliezen braken spontaan. Ik noemde het een soort van tsunami. Het was behoorlijk wat en het bleef maar komen! Ik heb gelijk mijn man wakker gemaakt (die beneden in slaap was gevallen) en ben onder de douche gestapt. Ik had namelijk nog nergens “last” van. We hebben samen het bed verschoond en zijn gaan slapen voor zover dat mogelijk was. De volgende ochtend hebben we om 09:00 uur mijn zoontje op laten halen door mijn moeder. Helaas gebeurde er de hele ochtend nog vrij weinig, behalve als ik ging lopen, dan kreeg ik een wee. Wanneer ik weer ging zitten, zakte deze af en stopte het. Mijn man had zich ondertussen al klaar gemaakt om naar het ziekenhuis te gaan. De Maxi-Cosi en de koffer had hij in de gang gezet. Helaas zetten de weeën niet door. Rond een uur of 1 ben ik naar boven gegaan om te douchen. Ik dacht nog: “Even lekker fris mijn haren wassen en aankleden voor we naar het ziekenhuis gaan”. Nou, dat zat er niet in! Vanaf het moment dat ik de kraan van de douche aan zette, kreeg ik gelijk een heftige wee. “Oké, haal diep adem en was je haar”, dacht ik bij mijzelf. Nog geen halve minuut later kwam de volgende wee aanzetten. Het voelde alsof ik naar de wc moest. Ik wist nu wél dat het niet lang zou gaan duren. Nu kwamen de weeën kort op elkaar zonder pauze. Ik schreeuwde naar beneden dat mijn man de verloskundige moest bellen en dat ze nú moest komen. Met ongeveer 20 minuten was zij bij ons. Ik had me ondertussen een soort van aangekleed en ben naar onze slaapzolder gegaan. Ik heb mij vastgeklampt aan een kast om de weeën op te vangen. Ik sloot mijn ogen en ben op mijn ademhaling gaan letten. Ik hoorde ondertussen de verloskundige naar boven komen. Zij wilde het hartje en mijn ontsluiting controleren. “Na deze wee!”, zei ik nog.
Toch een thuisgeboorte
Nadat ze naar het hartje had geluisterd van de baby, vertelde ze me zachtjes dat we het ziekenhuis niet meer zouden halen en vroeg ze of ik het erg vond om thuis te gaan bevallen. “Stiekem vind ik dat helemaal niet erg”, zei ik tegen haar. Ik wilde heel graag een thuisbevalling, maar door de onzekerheid van hoe het kan lopen wilden we het zekere voor het onzekere nemen. Op dat moment voelde het zo goed voor mij dat ik rustig op mijn bed ging liggen. Na nog geen drie kwartier persen is ons mooie en gezonde zoontje Caiyo Danilo geboren. Zo bijzonder, ons tweede wonder!
MARINA