Opnieuw zwanger
Op 27 december 2020 hadden wij, compleet onverwacht, weer een positieve test in handen. 42 Maanden proberen waarvan 21 maanden zwanger. Áls deze zwangerschap en geboorte mag lukken. 21 Maanden zwanger geweest in 3 jaar tijd. Slechts 4 maanden tussen de geboorte van Nola en deze zwangerschap.
Laat ik voorop stellen: Zwanger mogen zijn is de bést mogelijke situatie in deze enorme duisternis. Leuk is anders. Een blog die ik schrijf vol spanning. Schrijven over een nieuwe zwangerschap, maar ook open over de angst, mijn angst. Ik had op voorhand gedacht dat ik, bij een nieuwe zwangerschap, me misschien de eerste 24 weken niet eens druk zou gaan maken. Alles ligt toch volledig buiten mijn macht. Ik verwachtte dat pas na de 24 weken de afweging zou komen: Is het kind beter af in de buik of buiten de buik? Als een tikkende tijdbom die je op het juiste moment moet zien te ontmantelen. Ik was bij Nola pas écht bewust van haar aanwezigheid rond de 20 weken, vanaf het moment dat ik haar ging voelen. Voor die tijd was het nog allemaal erg abstract. Nu lijkt niets minder waar. Ik ben met dit kind al veel bewuster bezig, is het er echt al. Puur vanuit de gedachte: ‘Nú leeft het nog, misschien straks niet meer…’ Met een direct opvolgende gedachte: ‘Wie zegt dat het hartje niet nu al is gestopt?’ Het is willen vertrouwen dat dit kind gaat leven. Met vlagen de hoop weten te grijpen, maar niet vast kunnen houden vanwege het wantrouwen in mijn eigen lichaam.
Schuldgevoelens
Mentaal zenuwslopend. Ik ga er niet om liegen: Ik had geen roze wolk meer verwacht. Hormonen na een bevalling, moeder worden, trauma en rouw met daarbovenop een nieuwe lading eerste trimester hormonen zijn geen feest. De rek is er uit. Een ongekende vermoeidheid en andere kwaaltjes die niet te vergelijken zijn met een normaal eerste trimester. De balans tussen blijdschap en intens verdriet is compleet zoek. Emoties die mijlenver uit elkaar liggen, maar elkaar in rap tempo afwisselen. Hoe rouw, om je overleden kind, naast de hoop en blijdschap voor een nieuw kind kan bestaan.
Ik denk dat elke moeder haar kinderen gelijk wil behandelen. Maar hoe doe je dat als je kind is overleden? Hoe zorg je ervoor dat je overleden kind ook een rol houdt, net als een nieuw kind? Het voelt als een bijna onmogelijke opgave, overmand door schuldgevoel. Bij een te blije reactie op deze zwangerschap is er het schuldgevoel tegenover Nola. Ik voel een enorme drang om haar te noemen. Dat ze net zo belangrijk is als elk broertje of zusje. Bij een te behouden of voorzichtige reactie op deze zwangerschap is er ook het schuldgevoel naar het nieuwe leven. Dit kind mag er óók zijn, het is namelijk wel heel goed nieuws!
Mijn eerste zwangerschap begon samen met mijn zus en haar schoonzus. We scheelden met elkaar misschien 1,5 week. Op de bruiloft van mijn zus zouden we dan ook alledrie zwanger zijn! Hoe leuk was dat?! Mijn zus liep 1,5 week op mij voor en haar schoonzus maar een dag of 3. Uiteindelijk mocht het voor mij niet zo zijn en eindigde de zwangerschap in een miskraam.
Er is me zoveel afgenomen
Mijn tweede zwangerschap, van Nola, viel tegelijk met twee clubgenootjes. Waar we elkaar ervoor maar sporadisch spraken bloeide dit tijdens onze zwangerschap enorm op. De ene liep 3 weken op mij voor, de ander 1,5. Beiden hadden een vlotte thuisbevalling en de dag voor Nola’s geboorte waren we nog met z’n allen bij elkaar. Twee baby’s uit de buik, Nola alleen nog in de buik. Waar de vriend van één van mijn vriendinnetjes verzuchtte tegen Farley: ‘Nou, pfoeh, het is wel echt intens hoor! Nog nooit zoiets heftigs meegemaakt als die bevalling. Je probeert je er een voorstelling van te maken, maar man, wat indrukwekkend! Er staat je wat te wachten!’ Hoe kan de beleving van hen zó mijlenver afliggen van die van ons? Weer ben ik de huilende derde waarbij het verkeerd eindigt. Nola is dood. Toch is dat niet hetgeen waar ik de meeste moeite mee heb. Gek genoeg kan ik me daar wel bij neerleggen, kan ik dat misschien makkelijker relativeren, omdat ik zoveel lotgenoten heb gesproken en dus het beeld heb gekregen dat het vaker voorkomt. Het is het feit dat ik geen herinnering heb, terwijl ik zo benieuwd was naar de bevalling. Enkel de foto’s: de paniek in mijn ogen vlak voordat ik onder narcose ga. Nola die levenloos uit mijn buik wordt gehaald. Drie paar handen die haar kleine lichaam reanimeren, intuberen en adrenaline spuiten zetten. De verslagen blik van Farley. De afbeelding zou zo genomineerd kunnen worden voor de World press photo 2020: ‘De verslagen man’. Foto’s die ik niet deel, omdat ze te schokkend zijn. Het is het feit dat ik wakker werd uit mijn narcose en mijn kind in een ander ziekenhuis lag en ik nog 1.5 dag in verwarring was over wat er was gebeurd. Het feit dat ik Nola pas 10 uur later voor het eerst kon zien, of nou ja, voor wat ik kon zien tussen alle draden, slangen en infusen heen. Dat mijn kraamweek zich afspeelde in het Ronald McDonald. Het feit dat ik haar pas na een week kon vasthouden én dat ik haar thuis heb moeten zien sterven. Het is het feit dat alles me is afgenomen: de onbevangenheid, genieten van een toekomstige zwangerschap en het ervaren van een bevalling. Niet alleen mijn kind.
Angst
Nu ben ik tegelijk zwanger met twee lotgenootjes. De ene is 3 weken verder dan ik, de ander 1.5 week. Wéér ben ik degene met de kortste termijn. Ik kan het niet helpen, maar wat gaat het deze keer dan worden? Driemaal is scheepsrecht of wordt het dit keer dan weer een overtreffende trap? Ga ik deze keer dan misschien zelf ook dood? Het klinkt misschien luguber, maar het zijn reële angsten. Het is me namelijk al eens overkomen. Wegstoppen van de angst kan niet, daarvoor is het te groot. Het is de kunst van het uitspreken van de angst, accepteren dat de angst er is, zonder deze de overhand te laten krijgen. De lotgenootjes delen mijn angst ook. Hartstikke fijn dat we met zijn drieën zwanger zijn. Het kunnen delen van de emoties en angsten en elkaar af en toe sarcastisch toespreken met: ‘Goh, we zijn wel lekker verknipt met zijn allen’, helpt om het ook wat luchtiger te houden. Tegelijkertijd heerst onderling de angst: “Het kán bijna niet bij alle drie goed gaan”. Maar wie is dan degene bij wie het alsnog verkeerd zal gaan?
Zwanger na verlies en trauma… Zoals een lotgenootje zei: ‘Felicitaties en bloemen na de finish’. Mijn oude buurvrouw schreef zo mooi: Jouw zwangerschap zal er een zijn vol mijnpalen. Waar het voor een ander voelt als een mijlpaal die is behaald, is elk moment voor jou een moment waarop het verkeerd kan gaan. Zo voelt de 20 weken echo niet als een ietwat spannende mijlpaal, maar als hét moment dat ik ga horen dat dit kind een afwijking heeft. En misschien dan wel, oh ironie, aangeboren hersenschade. Na het krijgen en verliezen van een perfect en prachtig meisje, hoe voelt het dan als een volgend kind een onbelangrijke kleine afwijking heeft zoals een klompvoetje of een hazenlip? Waarschijnlijk ben ik al zo opgelucht dat we beiden de geboorte hebben overleefd dat het er totaal niet toe doet. Maar toch, vrees ik zelfs voor een iets minder perfect kind en daar voel ik mij schuldig om. De eerste 12 weken zitten erop. Waar het voor anderen de meest spannende periode is, voelt het voor mij als de meest veilige periode. Vrees ik dat de echte angst met de weken alleen maar zal toenemen. Met als grand finale: de bevalling. Een toenemende angst voor een gebeurtenis die voelt alsof ik, over een week of 26, geblinddoekt een bom moet ontmantelen met enkel een op hol geslagen cirkelzaag als gereedschap. Om nog niet eens te spreken over de hobbels onderweg: Ernstige en minder ernstige afwijkingen, loslatende placenta’s, knopen in de navelstreng of wie weet deze keer een vroeggeboorte?
Dankbaar
Het is een constante wisseling tussen blijdschap, verdriet, hoop en angst. Omdat vertrouwen soms binnen een paar minuten wordt weggemaaid, ben ik maar begonnen met babykleertjes maken, gewoon om het wat echter te laten zijn.
Maar ook ben ik dankbaar. Dankbaar dat ik alweer zwanger mag zijn. Ergens het gevoel te hebben dat ik weer een beetje meedoe. Spreek ik veel lotgenoten die ook net zwanger zijn. Lotgenoten die al een paar rondes aan het proberen zijn of degene die zwanger mochten raken maar weer een miskraam hebben gekregen. Er is denk ik één angst groter dan de angst om achter te blijven op moeders in de “normale wereld” en dat is eenzaam achter blijven in de “zielige moeder wereld” omdat ook de zielige moeders allemaal zwanger lijken te worden en straks (hopelijk) een levende baby hebben en jij als enige met lege handen achterblijft. Ik voel hun verdriet en angst. En tegelijkertijd zegt dat stemmetje in mijn hoofd: ‘Misschien gaat het alsnog verkeerd met deze zwangerschap en hoor jij ook weer bij die groep zielige moeders met een dood kind zónder het vooruitzicht op nieuw leven’. Nieuw leven; ons lichtpuntje in de duisternis. Met Nola als sterke en grote zus!
MEIKE