De beste mevrouw die mij aan het ingipsen is, kijkt me aan en ik zie haar denken. Ze gaat ijverig verder en kijkt me weer aan. Hmmm. Wat ik bij het binnenkomen van de gipskamer al lang gezien had, is dat deze mevrouw mijn dochters twee jaar op rij de gipskamer binnen heeft zien komen. En niet één keer, maar Jaliyah zelfs twee keer binnen drie weken. Ja, je leest het goed. Wij zijn met zijn drietjes heerlijke brokkenpiloten die graag ingegipst worden.
“Ken ik jou niet ergens van? Je komt me zo bekend voor.”
Yup, daar was dan eindelijk die vraag. Shit. Ik kan natuurlijk geen kant op en antwoord netjes op haar vraag en vertel dat wij vorig jaar twee keer met Jaliyah zijn geweest en het jaar ervoor met Neveah. “Oh ja, nu weet ik het. Je bent de moeder van die leuke tweeling.” Ja, ja, dat ben ik. “Nou leuk dat ik dan jou ook een keer mag ingipsen.” Ze lacht vriendelijk naar me. Maar bij dit awkward moment blijft het niet, want na een week kom ik de gipskamer, omdat mijn gips door een lekke gipsbeschermer nat is geworden en het eraf moet. En daar kom je dan voor de vierde keer binnen een jaar met je moeder de gipskamer binnen rijden. De gezichten draaien om van herkenning en ik kan het liefst direct ter plekke door de grond zakken.
Misschien goed om jullie eerst terug te nemen naar een kleine twee jaar geleden.
Nevaeh en Jaliyah hadden een paar dagen geleden eindelijk zonder zijwieltjes leren fietsen en hadden een bijzondere vaart door alle steegjes om het huis heen. Zo ook een warme lente namiddag. Beide meiden waren achter het huis om gereden en Jaliyah kwam veel sneller terug dan Nevaeh. En net als ik haar wil gaan zoeken, komt daar een buurvrouw met haar aan de hand, aanlopen. Dikke tranen. Nevaeh had namelijk de bocht te krap gemaakt en was met haar voetje, in alle vaart, klem komen te zitten tussen de trapper van haar fiets en de hoek van de schutting van deze beste mevrouw. Eenmaal bij mij aangekomen waren de tranen snel weg. En behalve een beetje mank lopen, viel het allemaal wel mee. Zo dacht ik….
Na een kleine week nam de pijn in Nevaeh haar voetje toe en werd het plaatselijk wat dik.
Een bezoekje aan de huisarts maakte ons niet veel wijzer en we werden door gestuurd naar het ziekenhuis voor een foto. En wat denk je? Madam had één van haar middenvoetsbeentjes gebroken. Op dat moment dacht ik: “Heb ik haar nu bijna een week met een gebroken botje laten rondlopen, heb ik het nou allemaal afgevlakt en haar ingeprent dat het allemaal niet zo erg was? Of had ze er echt niet zoveel last van?” Ik kon mezelf wel voor m’n hoofd slaan en me diep schamen, want bij de gipskamer vroegen ze natuurlijk wat er gebeurd was en daar wilde Jaliyah even trots vertellen wat haar zus was overkomen. “Dus mama heeft jou een week door laten lopen?” Kon het nog erger? Met een rood hoofd heb ik daar zitten bekijken hoe ze Nevaeh haar voetje en onderbeen in een mooi roze loopgipsje rolden en konden we na een paar uurtjes en een verslagen meisje weer naar huis. Gelukkig was het een mooie breuk, kon ze zich er goed mee bewegen en ging na twee weken het er net op tijd weer af, zodat ze toch haar eindejaarsvoorstelling van haar dansles kon dansen.
Weer een breukje
Toen wij een klein jaartje later met meisje nummer twee de gipskamer binnen kwamen lopen, wisten de gipsmeesters nog heel erg goed wie de tweeling was en de mama die haar dochter bijna een week door had laten lopen maar haar voetje.
Gelukkig was het niet doordat ik Nevaeh door had laten lopen, maar eerder om de gezellige en leuke indruk die de meiden hadden achter gelaten na ons laatste bezoek. Ik moet eerlijk zeggen dat die tweede keer bij de gipsmeesters niet de laatste is geweest en Jaliyah nog meer pech bleek te hebben binnen drie weken tijd en we een soort van abonnement leken te hebben dat jaar.
En nu was ik daar voor mijzelf. Ik heb die gipskamer maar liefst drie keer extra gezien… En ja, ik werd de prinses op de erwt genoemd. Maar hé, als je gips nat wordt is dat natuurlijk niet mijn schuld en als mijn gips te strak zit en ik onnodig pijn heb, ook dan wil ik gewoon dat er naar gekeken wordt. Noem het verwend of moeilijk, maar het voelde niet prettig. Gelukkig is het voor mij eenmalig gebleken en voor mijn meiden bij een derde keer gebleven en zijn mijn meiden heerlijke ondernemende meisjes die alles aan durven. En nee, dat gaat niet zonder slag of stoot of een blauwe plek, maar ik ben blij met mijn buitenspeelmeisjes.
Spelen jouw kinderen ook graag buiten?
Liefs,
RILANA (klik hier voor haar Instagram)